woensdag 22 december 2010

Een kerstverhaal

'Meneer Cooge, u werkt niet mee. Mag ik u er op wijzen dat het Kerstmis is?'
Ebemichiel Cooge wreef over zijn ongeschoren kin. Kerstochtend was de enige ochtend in het jaar dat hij zijn kin niet schoor. En waarom eigenlijk? Waarom was kerst niet een dag als alle anderen? De mensen slapen uit, geven elkaar cadeau's, eten zich tot boerens vol en zuipen zich lam. Wat ze ook doen, ze zijn economisch niet productief en Cooge heeft geen andere keuze dan zich erbij neer te leggen. Zijn enige daad is dat hij zich niet scheert deze ochtend. Eigenlijk is dus zijn kerstactie dat hij iets niet doet. Het afwezige benadrukt het volgens de verwachting wel aanwezige. Zijn aanwezige baardstoppels zijn de schaduwen van zijn afwezige scheermes. Maar laten we niet te filosofisch worden.

Cooge is bezocht door de geest. Een nacht lang is hij meegevoerd langs het verleden, het heden en de toekomst. Hij heeft de voedselbanken gezien, hij heeft geluisterd naar de klaagzang van de hongerige weeskinderen, hij bezocht het kerstdiner van zijn familie, waar met minachting over hem werd gesproken.
'Kerstmis, meneer Cooge' drong de geest aan 'de bedoeling is dat u nu zo'n beetje tot inkeer zou moeten komen.'
De geest keek op zijn horloge en trommelde ongeduldig met zijn vingers op de leuning van het houten ledikant.
'Ik moet nu weer zo'n beetje wieberen' voegde de geest eraan toe 'dus graag een tranendal inzetten en begin maar vast met uw geld weg te geven'.
'Mijn geld weggeven?' riep Cooge. 'Geen denken aan. Dat hulpje van mij, die Cratchit, die zal ik maandagochtend direct ontslaan. Blijkbaar ben ik een slechte baas en zijn alle andere bazen veel beter voor hun personeel. Ik zal een warme referentie voor hem schrijven en een vervanger aannemen die wel blij is dat hij door mijn salaris niet in het armenhuis zit. En mijn klanten? Betalen zullen ze, godverdomme. Ja ik weet dat het kerst is. Betalen zei ik. Als ze dat niet kunnen gaan ze maar failliet, daar heb ik meer last van dan zijzelf. Ik steun ze al veel te lang. Als je mij mijn geld laat weggeven, dan is volgend jaar kerst iedereen aan de bedelstaf. Ik ben een van de weinigen die de economie draaiende houdt en zijn belasting betaalt. Waarom moet ik meer doen? Ik doe al genoeg, dat stelletle lamlullen moet maar ... uche, uch,chh...'
Cooge verslikte zich en de geest schonk een glaasje water voor hem in.
'Als ik het goed begrijp bent u geheel voor de vrije Economie en vindt u het betuttelend om de armen te helpen en bovendien contraproductief. En als er iemand dankbaarheid verdient, dan zijn het juist de hardvochtige, keiharde zakenmensen?' concludeerde de geest.
'Inderdaad, en de uitkeringen moeten omlaag en het ontslagrecht? Waarom is daarover niks opgenomen in het regeerakkoord? Zachte heelmeesters maken stinkende wonden' aldus Cooge, die het gevoel had dat die opmerking wel pastte in zijn betoog, al wist hij niet precies hoe.
'Tsja, ik zal met mijn superieuren, God, Petrus en de engelen overleggen en dan meld ik me volgend jaar weer. Ik zal wel een negatieve aantekening krijgen tijdens mijn functioneringsgesprek en mijn Persoonlijke Ontwikkelings Plan kan naar de prullenbak' verzuchtte de geest.
'Ze zouden je moeten promoveren' zei Cooge. 'En neem volgend jaar een nieuw scheermes voor me mee. Dit is al het vijfde jaar dat je zonder kado aankomt'.

dinsdag 21 december 2010

Ho Ho Ho, merry X-mas!


Personalize funny videos and birthday eCards at JibJab!

zaterdag 18 december 2010

Oproep

Wat is de definitie van vriendschap? Mijn poging: vriendschap houdt in dat twee mensen elkaar allereerst goed kennen, elkaar vertrouwen en bij elkaar zichzelf kunnen zijn, de maskers mogen af. Sterker nog, je zet geen masker op, je gedraagt je bij een vriend zoals je gevoel dat ingeeft, wars van conventies of van oordelen over je gedrag. Een wind laten bij een vriend? Ja dat kan, net als een compliment geven dat hij 'een lekkere stinkerd' heeft geproduceerd. Een succesje melden en om een complimentje vragen? Ja, kan ook, maar belangrijker nog, als het minder met je gaat moet je bij een vriend om advies of heel concrete hulp kunnen komen. Vriendschap moet ook expliciet uitgesproken zijn, je moet elkaar ooit als vriend hebben benoemd en dat ook niet meer ter discussie stellen. En ten laatste maar niet onbelangrijkste punt, een vriend laat je niet vallen. Nooit.

Beetje lange definitie, weinig empirisch van opzet, maar ik lees hem nog eens door en ik denk dat ik er wel zo'n beetje ben met deze beschrijving. Valt je op dat van een mininale contactfrequentie in mijn definitie geen sprake is? Al zie je iemand jaren niet, dan nog kan een vriendschap in tact blijven.

Iemand die zelfmoord pleegt is definitief geen vriend meer, maar misschien zelfs nooit geweest. Of jij was geen goede vriend, want je had niet door dat die ander toneelspeelde. Hoe dan ook, de vriendschap was er eigenlijk niet. Of hij was er wel, maar wordt zonder opzegtermijn beeindigd, zonder mogelijkheid tot herkansing. Of klopt mijn definitie niet? Ik kom er niet uit, zeer frustrerend.
Het afgelopen jaar heb ik tweemaal meegemaakt dat iemand die ooit voor 100% in bovenstaande definitie van een vriend viel een einde aan zijn leven maakte. Met 2011 voor de deur hierbij een oproep: ben je een vriend van me volgens welke definitie dan ook, sta je met een strop om je nek en op het punt de keukenstoel onder je weg te trappen? Bel me. Het mag midden in de nacht (niet bij voorkeur) en ik neem je niks kwalijk. Maar ik wil dit volgend jaar niet nog eens meemaken.

Deze oproep klinkt bij nalezen zakelijk maar geloof me, het komt voort uit verdriet, woede, wanhoop en bovenal frustratie. Ik weet dat ik (in beide gevallen) veel minder bedonderd ben dan diegenen die echt dicht om de persoon heen stonden, maar ik wil hier oprecht een, al is het maar klein, steentje bijdragen aan de overtuiging bij iedereen dat ook geestesziekten eindig zijn en dat er licht is als je denkt volledig in het donker te leven. Oproep geldt ook voor vage kennissen, trouwens voor iedereen.

donderdag 16 december 2010

al dat geblog

Als je veel schrijft ben je ijdel. Harry Mulisch was niet ijdel, die was überijdel, elk bestaand woord dat ik zou gebruiken zou onrecht doen aan de hoeveelheid ijdelheid in het karakter van de man. Ik ontdek dat elke kunstenaar ijdel is, van de karikaturentekenaar die op het Rokin in de zomer voor een tientje een kwartiertje met houtskool in de weer is, tot de best betaalde acteurs, schilders en uiteraard schrijvers. Zeker schrijvers, dat zijn de grootste ijdeltuiten. Ik merk dat ik de laatste tijd terugval in de behoefte om elke dag een gedachte te verwoorden op dit blog. Word ik minder ijdel? Of ben ik uitgeluld? Is mijn midlife crisis voorbij? Ga ik weer volledig terug naar de wereld van het snelle geld en de witte wijn lunches?

Begin van dit jaar schreef ik over een dispuutsgenoot die een einde aan zijn leven maakte. Ik kon er pas wat mee nadat ik exact opschreef wat het met me deed en hoe het voelde. Zonder blog vooraf had ik niet naar de begrafenis gekund.
Vrijdag heb ik weer een begrafenis, weer een zelfdoding en weer een oude vriend. Hij was een geniaal mens, ik heb nog nooit iemand gekend die zo belezen en tegelijk zo humoristisch als ongekend adrem was. Die durfde te confronteren, ten koste van alles. Met oud en nieuw liet hij bijna bij zijn kind van 9 een sigaret roken, omdat de daaropvolgende misselijkheid de ultieme leerervaring zou zijn. Ok, ik zei bijna. En we waren dronken.
Gaat dit blog nou over mij, of over hem? Was hij maar wat ijdeler geweest, volgens mij is ijdelheid de redding van je ziel. Wie nog wil scheppen en wie nog wil vermaken, die wil gezien worden door anderen. Die heeft bewijsdrang, is ijdel, pakt door en stopt niet.
Ik las zijn boeken, ik bewonderde hem. Mijn verstand, maar ook mijn hart staan stil. Mijn conclusie: ik zal weer wat vaker bloggen. Adieu Rolph.

maandag 6 december 2010

Een rapportcijfer

Opeens wordt mij gevraagd het leven een rapportcijfer te geven. Een veel intiemere vraag dan dat kun je iemand niet stellen en degene die er een workshop mee opent en met deze vraag aftrapt om zijn toehoorders een beetje interactief te krijgen zou van mij geen antwoord krijgen. Maar degene die het me vroeg heeft daar wel alle recht toe en ik zal mijn rapportcijfer ook delen met het publiek op mijn blog. Die kennen mij beter kennen dan wie ook.

Welnu, ik splits het cijfer op in onderdelen en kom dan met een eindcijfer.
Allereerst eten en drinken, dat geef ik een tien. Slechts zelden is het bedorven, slechts zelden wordt het zo laat opgedient dat ik te veel honger heb om er echt van te genieten en slechts zelden is het anders dan de dag er voor, iets waar ik een hekel aan heb. Een keer in mijn leven ben ik van eten verandert, het beviel maar matig.
Dan mijn huisgenoten. Die geef ik een acht, geen tien, omdat ze me soms wakker maken of opsluiten en daar ben ik niet van gedient.
Dan andere beesten. Een zes. Maak het gemiddelde een acht.
Ik licht het toe. Eerst gaf ik andere beesten een 10, maar na vandaag is daar een slechte ervaring bijgekomen, kijkt u maar.

zaterdag 4 december 2010

En de wereld? Er gebeurde niets met de wereld.

[trisect.gif]
... hierboven: een triceptie met hulpmiddelen, met uitsluitend lineaal en passer is dit 'aantoonbaar' onoplosbaar. Ga niet bedenken hoe wiskundigen weten dat een probleem aantoonbaar niet op te lossen is. Sonde van uw tijd ...

Ik heb bijna een week niet geblogd. Terwijl er genoeg voorvallen zijn voorgevallen, want dan doen voorvallen, ze vallen voor, je kan ze niet opzoeken, dan ga je erop af en dan is het strict genomen geen voorval vind ik. Nee, ze vallen voor: voor je voeten, je wielen of in je hoofd. En wel in de volgende vormen:

- Een buitengewone fietsprestatie: afgelopen zondag had Gooische fietsclub Venga Venga haar openingsmarathon van het All Terain Bike (ATB) seizoen, met een opmerkelijk knappe, zonder doping uitgevoerde opvallend sterke prestatie van deze blogger. Ik had een leuke gedachte over de relatie tussen lichaam en geest kunnen schrijven.
- Een bazinnetje van een makker van onze hond heeft het tijdens de puppycursus steeds over haar partner. Wij zagen al voordat ze een woord had gezegd dat ze een pot was, wat is dat toch voor krampachtig gedoe?Ik had een lans kunnen breken voor meer vrijheid over het uiten van sexuele voorkeuren, waarbij ik de aftrap had gegeven door te bekennen dat ik geil word van de geur van verse sneeuw op een gletsjer of van het geluid van een windloze woestijn.
- Mijn zoon vraagt een ezelsbruggetje om het latijnse woord 'gero'(= dragen) te onthouden. Ik suggereer dat Gero op Giro lijkt en omdat je je Giropas in je portemonnee stopt en je portemonnee in je zak van de spijkerbroek die je 'draagt' is dat makkelijk te onthouden. Hij wijst mijn voorstel af en blijft een kwartier naar een ander ezelsbruggetje zoeken, wat mij weer irrititeert. Ik had een blog over opvoeding en pedagogiek kunnen schrijven.
- Een cassiere bij de Albert Heijn heeft een neuspiercing. Ik had daar wel drie blogs aan kunnen wagen, bijvoorbeeld met de onderzoekssuggestie of er meer zakdoekjes verkocht zouden worden als impulsartikel bij haar kassa.

Maar nee, ik bleef stil. Ben ik getemd? Is de behoefte om te pas en te onpas mijn mening te ventileren verdwenen? Of ben ik er achter dat mijn mening er niet toe doet? Heb ik eindelijk vrede met mijn middelmatige leven en de middelmaat waarmee ik het voer? Ik ben er van overtuigd dat als ik een beroemd schrijver was, of lid van de Quote 500, of juist een schuld had van 100 miljoen bij de bank of als ik met een lineaal en een passer een hoek in drie gelijke delen zou kunnen verdelen (lijkt simpel, maar de geleerden proberen het al sinds Archimedes en het lukt ze maar niet) dan zou men naar me luisteren en hadden er meer protesten geklonken over mijn blogvakantie.

Mijn dilemma: ga ik eerst proberen een geloofwaardig zender te worden, of blijf ik ongevraagd boodschappen de wereld insturen? Gelukkig is het morgen zondag, dat is een dag om te reflecteren, vandaag is het zaterdag, pakjesavond. Gesneden koek zou je zeggen, voor een amateurschrijver en dat klopt. In kleine kring worden mijn gedachten goed ontvangen, mijn moeder vindt mijn stukjes 'erg geestig, zo gelachen weer'. Maat wat heb ik eraan? Wat heeft de wereld eraan? Een week niet geblogd en er gebeurde niets met de wereld.

maandag 22 november 2010

Ik word out, herstel oud.

Als je in goede gezondheid 65 wordt is je levensverwachting 92, of als je vrouw bent zelfs 94. Ga nou niet lopen checken hoe dit is onderzocht, of het klopt, wat er verstaan wordt onder 'gezond' of waarom die dekselse vrouwen er toch weer twee jaar bijkrijgen hoewel ze dankzij de emancipatie ook roken en stressbanen hebben. Zo'n gegeven vang je op in een gesprek - in jouw geval lees je het in een of ander vaag blog - en je onthoudt dat en in een volgende discussie scherm je met deze feiten en zal men je bewonderend aankijken. Achter je rug om wordt bewonderend over je gesproken als erudiet en geinformeerd mens.

92 of 94, dat is echt heel oud. Ik had een tante, die werd 97 en daar werd in de familie over gesproken als een soort wereldwonder. Een aantal andere tantes beweerden dat ze zo oud werd omdat ze non was. Getrouwd met Jezus en die deelt graag wonderen uit aan hen die hem liefhebben. Trouw je met een vleselijk aanwezige, aardse man, dan scheelt dat zomaar 15 jaar of meer.

94, dat betekent dat ik na het verkrijgen van AOW (ik gok dat ik op 70 jarige leeftijd aan de beurt ben) nog 22 jaar door moet. Vandaar dat ik dit weekend een video-editor aanschafte en een nieuwe hobby nam om alvast wat tijd te doden. (zie: lezen is voor ouden van dagen). Als een echte oude van dage heb ik de hele fucking zondagmiddag geprobeerd mijn videoknipseltjes youtube klaar te krijgen. Mensen, ik ben pas 45, hoeveel tijd heb ik nodig als ik 90 ben en de techniek wil bijhouden? Pfff, gelukkig ben ik niet met Maria getrouwd, anders had ik tot mijn 110-e alles moeten bijhouden.

Het is gelukt, bijgaand het leven van een 9-jarige, die een camera bedient alsof het een extra zintuig is. Het filmpje dat zaterdag op dit blog stond dus verwijderd, excuses voor het ongemak, ik ben sclechts amateur.

zaterdag 20 november 2010

Lezen is voor oude van dagen

Lezen is voor ouden van dagen. Het was hip in de jaren vijftig, hooguit zestig van de vorige eeuw. De jeugd anno nu, ik kan het weten, filmt iets, zet het meteen op youtube en speelt met de moderne techniek zoals wij vroeger met een balpen een leuk gedichtje schreven.
'Weet je wat mij leuk zou lijken? Als ze douchen naar de meiden kijken!' schreef ik ooit in de kantlijn van mijn schrift. Zou ik anno nu op de middelbare school zitten, dan zou ik een Nerd zijn en een heftige ook nog. Dat wil ik niet, ik ben weliswaar 45, maar jong van geest en volledig in staat mee te doen. Oud? Rot lekker op, je bent zelf oud!. Ik kan het ook, kijk maar naar het filmpje van Lidewij, en let vooral op de aftiteling. Daar sta ik! Mocht mijn carrière als schrijver definitief mislukken, dan kan ik altijd nog naar Hollywood!

woensdag 17 november 2010

Adviesaanvraag

Het betreft een adviesaanvraag die slechts beantwoord kan worden door hondenbezitters in het Gooi of uit een andere nette buurt.

De situatie: Je loopt met je hond een stukje rond. De hond poept en je pakt je meegenomen plastic zakje, stopt je hand erin en raapt de drol op. Vervolgens vouw je het plastic zakje binnenstebuiten om de drol. Je krijgt er zelfs enige handigheid in. De drol voelt aangenaam warm door het zakje heen en stinkt niet. Tot zover geen probleem en geen behoefte aan advies.

Maar dan, het volle zakje. Optie 1 is om het zakje dicht te knopen en in je jaszak te stoppen. Optie 2 is om met het zakje in je hand door te lopen. Aan beide opties zitten voor- en nadelen. Met een zakje poep in je jaszak loop je niet lekker over de hei. De poep koelt af en verandert in ijskoude modder en het zakje is dan wel verkocht als water- en luchtdicht, maar hoe lang geldt zo'n claim? Maar een zakje met poep in je hand houden is dat een fijne optie? De Marlboro man had een hond die naast hem lag als hij, na een dag lang stevig doorcowboyen, een sigaret aanstak met een gloeiend kooltje uit zijn kampvuur. Liep hij ook rond met een boterhamzakje bruine klei? Ik ben bang dat ik mijn lachen niet kan inhouden als ik met een buurtgenoot klets over onze honden en we allebei een zakje hondenpoep in plastic meezeulen, bungelend tussen de vingers. En als je hond al aan het begin van de wandeling poept (wat ik altijd adviseer) dan neem je die poep lang mee. Straks in de winter bevriest een drol en hou je een koude steen in je hand. Stel je stopt die koude harde knikkers in je zak en je vergeet het op te ruimen als je je jas lekker te drogen hangt bij de kachel?

Graag een gedegen, grondig advies. Optie 1 of Optie 2? Of vergeet ik een optie, zoals de Doody Dangler, iemand daar ervaring mee?

dinsdag 9 november 2010

Een kleine theorie

... nest wijgers - kruisingen tussen wolven en tijgers - uiterst zeldzaam en helaas onvruchtbare beesten -

Ik vind het vreemd dat wetenschappers zich erover verbazen dat de hersenen van Neanderthalers op de hersenen van onze eigen baby's lijken. Ik lees wel eens wat, hoor wel eens wat en denk wel eens wat na en dan ontwikkel je zo je eigen gedachten over de zin van het leven, over Darwin, over de evolutietheorie en meer van die dingen. Een van mijn - door luiheid en gebrek aan echte inhoud nooit onderzochte - theorieen is dat de evolutie noch schoksgewijs noch gelijkmatig verliep, maar een gevolg is van de kruising tussen dieren. Ooit, we praten hier over luttele jaren na de oersoep, waren er slechts eencellige wezentjes die uit elkaar en uit hetzelfde niets ontsproten. Sex en vermenigvuldigen was er niet bij in die tijd. Die eencelligen vloeiden af en toe samen en er ontstonden ingewikkeldere meercellige organismen, waaronder de moderne huishond. (voor het begrip sla ik een stukje over in de tijd). Maar uiteindelijk komen we allemaal voort uit diezelfde eencellige organismen en zijn we allen gemaakt van dezelfde bouwstoffen. Spontane foutjes in die bouwstoffen stuurden experimentele wezens de wereld in, slechts een zeer klein percentage overleeft. Een klein foutje kan bijvoorbeeld zijn een lilliputter, of een mens met het syndroom van Down, of iemand met een afwijking waardoor hij of zij zich sexueel aangetrokken voelt door andere soorten. Een cheetah met een afwijkend sexgen paart met een hyena met een al even afwijkend gen en voila: het zadelbekdier, de dwergkangaroe of de gnoe ontstaat. Meer recent: de labrador is ontstaan door kruising van een Barbet met een reeds uitgestorven, inferieure hondensoort, luisterend naar de naam 'moddergeval'. De theorie is te lang om in een blog uit te leggen, dat geeft niet, hij is ook nog in ontwikkeling. Ik puzzel nog met name op de vraag welke diersoorten gepaard hebben om de mens te kweken, iemand enig idee?

Gezien deze theorie kunnen die wetenschappers toch niet verbaasd zijn? Die moeten dat toch ook weten? Een tweecellig wezen, enkele seconden na de bevruchting, moet alle fasen van zijn ontwikkeling nog door en ontvouwt zich stap voor stap tot wat hij bedoeld is te zijn, danwel tot een al of niet levensvatbaar verassinkje, maar allemaal opgebouwd uit dezelfde oermaterie.

Ook de huishond. Vandaag zag ik er een die zijn eigen poep op wilde eten. Hij had er zelfs lol in. Die behoefte zou dus ook, diep verborgen, nog in mensen kunnen zitten? En in sommige mensen door een foutje der natuur, actief aanwezig kunnen zijn? Ik word een beetje misselijk, wie eet er nou poep? We zijn toch geen Neanderthalers?

maandag 8 november 2010

Die eikel interesseert me geen bal

'Nee he, daar loopt ie. Woensdag bij wiskunde ging hij ook al een rij achter me zitten. En toen zei ik tegen Chantal, die dus naast me zat, wat niet eens mag van die eikel van wiskunde, maar hij had het niet door dus deden we het gewoon, maar toen zei ik dus tegen Chantal dat ik niet wist wat een hypothanusius was'
'Een hypothenusam bedoel je? Wist ik ook nooit, tot ik bijles wiskunde had'
'Dus wat doet die eikel, die had dat natuurlijk gehoord, dus hij steekt zijn vinger op en vraagt aan die eikel van wiskunde wat de hypodinges is. Ik schaamde me kapot natuurlijk.'
'Ja natuurlijk. Kijk nou, hij kijkt het hele veld af, hij heeft niet door dat jij in de dug-out zit. Volgens mij heeft hij speciaal op de website gekeken waar jij speelt want C2 hoeft pas over een half uur te verzamelen, ik heb namenlijk even gekeken hoe laat Peter moet hockeyen, niet dat het me een bal interesseert hoor, die eikel. Weet je wat hij op het schoolfeest deed, hij zei tegen Eveline ...'
'Hou je kop! Hij komt eraan, hij loopt gewoon deze kant op, djiezus, wat een trieste sukkel. Wist je dat hij al twee dagen een puist onder zijn kin heeft? Hij kan beter eens in de spiegel kijken, in plaats van de hele dag hyven met die stomme vriendjes van hem. Ik trek een trainingsjack over mijn kop, anders ziet hij me en zegt hij wat'

'Is hij weg?'
'Ja hoor, trek het jack maar van je kop. Hij heeft hier de hele tijd gestaan, zogenaamd een beetje naar het spel kijken. Hihihi ...'
'Shit, ik moet wisselen. Dat wordt helemaal niks vandaag'
'Hoezo, op de training van de week speelde je hartstikke lekker'
'Jawel, maar ik heb het rokje van mijn zusje aan, veel te klein. Ik zie er niet uit. Weet je zeker dat hij weg is? Anders durf ik hem nooit meer aan te kijken'

vrijdag 5 november 2010

Woef!


Nog niet al te lang geleden zwoor ik dat er in mijn, herstel, ons huis nooit een hond zou komen. De nadelen zijn overduidelijk: in de ochtend moet je je bed uit om hem uit te laten, wat de kinderen ook beloven. In de middag kun je niet weg, want de hond kan niet alleen thuis blijven en 's-avonds, als je net je schoenen uit hebt en het regent buiten en de kinderen slapen en je hebt je boek bijna uit (Ceasarion van Tommy Wieringa, binnenkort een recensie op dit blog, voorlopige cijfer: een 7,5) en je schenkt nog een wijntje in en snijdt nog een blokje kaas af en je verheugt je op de herhalingen van alle doelpunten van de Europa Cup, dan Woef! uit wil hij, dat beest. Dat leek me dus allemaal niks.

Maar kijk nou eens naar dat filmpje, is het geen dolletje? Is het geen snoepie? Een lekkertje? Een hatsieflatsie floppiebeestje?

's-ochtens een goede reden om er op tijd uit te gaan, uitslapen is sonde van je tijd en je geeft daarmee het goede voorbeeld aan je kinderen. 's-middags is er eigenlijk toch altijd iemand thuis en het is goed voor me om even het hoofd 'leeg' te maken, na al die flauwekul 's-avonds op TV. Hoewel mijn hoofd toch wel leeg is, alles wat ik denk schrijf ik op, dus dan weet u als geen ander: dat is niet veel. Ongeveer net zo veel als die poepiepoepiehond van ons. Woef! Woef!

woensdag 3 november 2010

Bluffen en je kaarten op tafel moeten leggen

Ja, het is bekend, ik ben een fietser. Ik ben tegenwoordig zelfs zo fanatiek dat ik op de dinsdagavonden met enkele andere fanatieke fietsers in een sportzaaltje verzamel om onze spieren te trainen, vandaar woensdags bijna geen blogs meer. Trainen kan namenlijk niet op de fiets, zo vertelde een van de leden van het fietsclubje waar ik lid van ben. Hij is toevallig wel fysiotherapeut en fietst ook nog eens een stuk sneller dan ik, dus hij zal wel weten waarom ik mijn armspieren, buikspieren en mijn quadriceps drie maal drie keer vijftien maal moet aanspannen om sneller te kunnen fietsen. Overigens, quadriceps bestaan niet, die heb ik verzonnen.

Ik ben ook zo fanatiek dat ik een nieuwe fiets moet hebben, lees mijn vorige blog hierover nog maar eens. Wie in 't Gooi woont,  te veel geld en geen fantasie heeft, die gaat naar de Specialized winkel in Bussum. Ik ben daar eenmaal geweest en werd bijna verleid tot de aankoop van een carbon-fully met braindemping, de kleurenbrochure ligt nog bij ons tussen de Cosmo's en een boek met kleurenfoto's over Van Gogh op de salontafel, mocht u interesse hebben. Maar 7.499 Euro voor een stuk carbon, wat kabels en een paar stukjes rubber is mij te gortig, hoewel ik het de verkoper in de winkel, een combinatie van een poeet en een psycholoog,  van harte gunde.

Wat doe je in zo'n geval? Juist, marktplaats. Ik trof er een twee jaar oud geval, spik en span, van een brave Limburger die hem elke keer in de olie zette na het fietsen en er zat geen krasje op. Op 100 euro na waren we het eens, de dag voor mijn retraite in de pyreneeen. 100 lousy euro's zou Beau van Erven Dorens zeggen.
'Ik ben een weekje weg en bel je daarna wel' zei ik tegen de Limburger, in een ultieme poging de onderhandelingen los te trekken.
'Oe niemt doar zieker woel een risico' brabbelde de Limbo. 'As iech hem kan verkoepe, dan verkoep ik hem'
'Verkoep hem gerust' blufte ik 'ik spreek je over een week wel. Mijn familie is origineel Limburgs, dus dat spelletje van jullie dat ken ik wel.'
en zo liet ik mijn a.s. zakenrelatie een weekje in onzekerheid achter, dacht ik. Om die laatste 100 lousy Euro's in mijn zak te kunnen houden, dacht ik.
U raadt het al, zie het plaatje hieronder..... wat een kutsport is het eigenlijk ook.

dinsdag 2 november 2010

Doodgaan in de herfst

Stel: het einde is in zicht. Het einde is voor iedereen in zicht, iedereen heeft een einde, maar in zicht betekent dat een erkende geneeskundige u een datum heeft gegeven. Een vrij specifieke datum, laten we zeggen minder dan een jaar. Of laten we zeggen minder dan twee jaar, mits u zelf onder de zeventig bent, met voor elke vijf jaar dat u jonger bent een jaar optel. Volgt u het nog? Stel u bent vijfennegentig en een erkende geneeskundige houdt u voor dat u, gezien zijn bevindingen, minder dan vijf jaar te gaan hebt, dan valt dat dus niet onder mijn definitie van einde in zicht. Maar stel u bent 20 jaar en u krijgt de mededeling dat lijf en leden het nog maar maximaal tien jaar vol gaan houden, dan betekent dat dat het einde wel degelijk in zicht is.

Voor de wat meer technisch georienteerden onder u, even in formulevorm:



Waarbij u op de verschillende logo's de verschillende variabelen kunt invullen. Probeert u het zelf maar eens en u weet of uw einde in zicht is. Kleine tip: de kale man rechts in de noemer staat voor de professionaliteit van uw erkende geneeskundige, waarbij u een punt aftrek moet tellen indien hij brildragend is, want dat beinvloedt zijn oordeel. Blijkbaar, want deze formule heb ik niet zelf verzonnen.

Harry Mulisch moet dit geweten hebben. Hij zal elders nog wel een formule hebben bezeten waarmee hij de kans kon berekenen dat hij de Nobelprijs zou winnen en die berekening kwam te laag uit. Toen hij zich dat realiseerde en hij bovenstaande formule zag, wist hij dat zijn eind in zicht kwam en heeft hij zijn eigen datum geregisseerd. Met het varieren van eten, drinken, de kleur van de muren van zijn huis (de noemer!!) en het veranderen van arts (met of zonder bril!!) heeft hij vervolgens heel nauwkeurig zijn einde gekozen.

Voor deze theorie heb ik twee bewijzen: allereerst koos hij de periode rond de uitbarsting van de vulkaan rond de Borobudur, zoals hij geboren werd rond de uitbarsting van de Vesuvius. Een veel sterker bewijs vind ik dat hij het begin van de herfst heeft gekozen. Noemt u mij eens één genie die in de lente of de zomer vertrok. Niet opzoeken, uit het hoofd!! Nou? U weet het niet? I rest my case.

vrijdag 29 oktober 2010

'zo, u kunt nu uw kantoor wel gaan schoonmaken'

Mijn lijstje is weer iets korter geworden, 'De Prooi' over ABN AMRO kan eraf. Mijn lijstje is een verzameling titels van boeken die ik wil lezen. In drukke tijden is het lijstje frustrerend lang, irritante collega's en gezinsleden houden mij van het wegwerken van titels af. In vakantietijden kan ik een mooie hap uit het lijstje nemen, maar leeg is het lijstje nooit. Een leeg lijstje, het gevoel moet zijn als toen ik nog fanatiek rookte en geen sigaretten onder handbereik.

'De Prooi' over ABN AMRO nam een aparte status in op mijn lijstje. Het stond erop, maar ik was al begonnen hem door te strepen. In sommige boeken lees ik tien pagina's, gooi of leg ze weg ('Over de liefde' van Doejska Meijering), streep ze vervolgens van mijn lijstje en neem me voor om nooit meer iets van de schrijver op mijn lijstje te zetten. Andere boeken komen erop op aanraden van een ander (Herman Brusselmans, op aanraden van Viktor Frolke) en na een avond lezen al van mijn lijstje gestreept want uitgelezen en een volgend werk van de schrijver verschijnt op het lijstje. Wat bij Brusselmans overigens tot een probleem leidt, want hij schreef wel verrekes veel.

'De Prooi' had een status aparte wat inhield dat ik er enkele hoofdstukken in las, het weglegde en er weer in verder ging, maar tot de ontdekking kwam dat dat een onmogelijke opgave was. Als je het in etappes wilt lezen heb je een buitenmenselijk geheugen nodig, dus verhuisde het naar de eerstvolgende vakantie om ononderbroken uitgelezen te kunnen worden. Tijdens een aantal vakanties kon het de concurrentiestrijd met andere boeken niet winnen en nu pas heb ik het gelezen. Eindelijk kan het van mijn lijstje.

Ik ben na het lezen tot de conclusie gekomen dat ik in de Raad van Bestuur van een groot concern wil komen. Beetje bedrijfjes kopen, leningkjes van een paar miljard afsluiten, in een privé jet naar Milaan voor een vergadering en dat alles in een sfeer alsof je nog dagelijks aan de bar van het studentencorps hangt. En het betaalt ook nog leuk, dat helpt.

Rijkman Groenink is daarbij mijn voorbeeld. De winnende anecdote uit het boek is volgens mij hoe hij in New York na een vergadering met een Aziatische dame die een fonds vertegenwoordigd dat $ 200 mln in ABN AMRO heeft zitten een stofzuiger ziet staan. RG zegt tegen haar 'Zo, u kunt nu uw kantoor wel gaan schoonmaken'. Dat de dame vervolgens haar aandelen in je bedrijf dumpt mag de pret niet drukken. Wel gelachen namenlijk.Ook leuk is hoe hij tijdens de bezichtiging van het nieuwe, volledig gerenoveerde huis van een ondergeschikte het vermoeden uit dat de gloednieuwe plavuizen 'zeker nog vervangen moeten worden'.

Heerlijk toch? Volkomen terecht dat hij met 25 miljoen bonus naar zijn kasteel aan de Vecht is weggepromoveerd. Dat is de reden dat ik het ook ambieer: eindelijk tijd om mijn lijstje leeg te lezen.

zaterdag 23 oktober 2010

'Je m'appelle Délano'

Het is rustig in de bakkerij in het dorp. Het is rustig op het plein, rustig langs de rivierbedding waar in de zomer dikke rijen toeristen lopen. Oktober in Frankrijk, een trui aan maar geen jas, de dopjes van de eikenboom knallen hard onder je voeten.

De bakkersvrouw herkent me niet. In de zomer ben ik een van de toeristen die staand in een rij croissants en baguettes komt halen, in het voor- en naseizoen ben ik een van de vele étrangers die hier hun centjes in een vakantiehuis hebben geinvesteerd. Het is de eerste keer in al die jaren dat ik haar zie lachen. Kleine bakkerijtjes in Frankrijk hebben het moeilijk. In de grote Carrefours en Champions die aan doorgaande wegen liggen koop je voor minder geld net zulk lekker brood. En je kan er parkeren, handig.

Met mijn kapitalistisch gevormde natuur dacht ik altijd dat haar slechte humeur een gevolg zou zijn van de economische vooruitzichten van haar winkeltje. Het is zaterdagochtend, de winkel is rustiger dan ooit, maar ze is vrolijk. De vitrines zijn leeg, de lokale fransen kopen flûtes en baguettes, croissants en pains chocolats worden in Oktober nauwelijks verkocht. Wat zou er aan het eind van zo'n zaterdag in de kassa zitten? Toch is ze vrolijk, wat mijn theorie bepaald niet bevestigt.

Dan verschijnt de oorzaak van haar vrolijkheid. Een jochie, zijn hoofd steekt net boven de toonbank uit, vraagt me mijn bestelling en helpt me met een enthousiasme dat je zelfs in Amerika waar het winkelpersoneel voor 100% op fooien leeft, niet aantreft. Het gaat langzaam en het wisselgeld wordt verzorgd door zijn moeder die glimt van trots. Ik had het ventje van de zomer ook al eens gezien, maar toen zat hij op een krukje bij de ingang. Zou hij ook bakker worden of zijn geluk in Montpellier of zelfs Parijs gaan beproeven? Als hij advocaat wordt verdient hij 450 stokbroden per uur. Hij lijkt me nog te jong om daar een volwassen visie op te hebben dus vraag ik hem maar naar zijn naam. Niet dat ik iets met deze informatie moet, maar de trotse blik van de moeder als het ventje keurig 'Je m'appelle Délano monsieur' zegt is mijn beloning.

Deze zomer, als ik weer na lang wachten aan de beurt ben zal ik aan haar vragen hoe het met haar zoontje Délano is. Kan ze ook eens 's-zomers lachen. Tenzij het te rustig wordt in de bakkerij en de deuren voorgoed worden gesloten.

donderdag 21 oktober 2010

De geheimen van het leven zijn voor mij voorgoed ontraatseld

Waar ik mijn hele leven al op hoopte is deze week eindelijk gebeurd: het leven kent voor mij geen geheimen meer, dankzij Ben, ik bedoel Dan Hill. Dan Hill leest gezichten en kan de werkelijke emoties van zijn gesprekspartner lezen op basis van gezichtsuitdrukkingen: Facial Coding. Zo hield hij het Amerikaanse publiek via CNN dagelijks op de hoogte van de werkelijke gemoedstoestand van de Amerikaanse presidentskandidaten. Hij noemde Obama - 'no drama Obama' gezien zijn ontspannen houding ten opzichte van kritiek en McCain was 'stiff and fearfull' en aan een enkele opgetrokken wenkbrauw kon Hill zien of de kandidaat verbaasd, teleurgesteld, gefrustreerd of blij was. Ook voor de Nederlandse TV - zie filmpje hieronder - komt hij opmerkelijk snel tot haarscherpe analyses. Handig zo'n vaardigheid, zeker voor iemand als ik die keer op keer de werkelijke bedoelingen van mensen niet doorheeft en dientengevolge als kluizenaar in het leven dreigt te staan.

Ik verdiepte me in zijn boek, interviewde - als bijbaantje - de man zelf en leerde hoe wetenschappelijk onderlegd zijn methode is en ik zag wat moderne bedrijven met zijn adviezen konden bereiken. Fantastisch, de geheimen van het leven zijn voorgoed voor me ontraatseld. Het werkt voor alle rassen en niemand kan zich eraan onttrekken want het brein is niet gesocialiseerd en de spieren in het gezicht zitten direct aan de huid vast.

Voor mijn omgeving zal het wellicht even wennen zijn. Ware bedoelingen komen nu direct uit. Een klant die zegt dat hij enthousiast is maar er een nachtje over wil slapen?
'Lulkoek' roep ik 'je linker ooghoek krult diagonaal richting je wang, dus je liegt'.
Een bakkersvrouw wenst mij 'nog een fijne dag'. Ik lees haar gezicht en zie dat ze me helemaal geen fijne dag wenst omdat ze teleurgesteld is over het 'nee dank u' op haar vraag of 'er anders nog iets was'. En dat ze nu met tien onverkochte roomsoezen blijft zitten en het was toch al een slappe dag. De kassa is leeg en haar man gaat vreemd met het meisje dat altijd achter de croissants staat. Haar kijk ik in het voorbijgaan trouwens ook nog aan en wat zij denkt, dat meld ik maar niet. Dat zo'n meisje daar zin in heeft op klaarlichte dag...

Vrienden, het leven heeft geen geheimen meer!
sitestat

dinsdag 19 oktober 2010

Keuzes, keuzes, keuzes, pffff

De onderlinge concurrentie en het gevecht om de felbegeerde status van alpha mannetje zitten zo diep in onze genen, daar kunnen wij mannen niet vanaf, al zouden we nog zo graag willen. Het wordt niet geaccepteerd om de macho uit te hangen of te pochen over je prestaties. Ik denk dat de moderne man hierdoor sociaal gecastreerd is geworden. Wat zou het lekker voelen als je als rijk zakenman het autoportier van je Jaguar omlaag zou mogen laten glijen om de armoedzaaier naast je in een tien jaar oude Toyota Corolla effe lekker uit te lachen. 'Hé lul, wat rij jij in een kut stukje blik. Kan je niet meer betalen?'

Wat moet het heerlijk zijn om als twintigjarige, twee meter lange sportman een dikke vadsige sukkel in de patatzaak zijn frikadel af te pakken, er een hap vanaf te bijten en hem met een harde klap in de mayonaise terug te kwakken. 'Hé dikzak, je wilt me slaan maar je durft niet he?'

Dat zouden heerlijke momenten zijn, louterend voor de moderne mannengeesten, die door alle sociale conventies geworden zijn tot wat ik nauwelijks anders kan beschrijven als: 'slappe zakken'

Maar moderne mannen hebben daar wat op gevonden. Ze organiseren zich op zondagochtend in fietsgroepjes van tussen de tien en twintig slappe zakken bij elkaar. Dan stappen ze op fietsen en trappen elkaar helemaal de vernieling in, net zolang tot de rangorde bepaald is. Voor die ene week dan, want de volgende zondag zijn ze er weer. U vindt zo'n fietsgroepje bij 't Bluk' op de hei bij Hilversum en verder door heel Nederland. Vindt u ze daar niet, kijk dan eens op voetbalvelden, tennisbanen of hardloopcircuits.

Dit alles bedacht ik mij omdat ik een nieuwe fiets aan het kopen ben. Het liefst ben ik natuurlijk een fietser die op een twintig jaar oud stalen geval iedereen op flinke achterstand rijdt, maar daar heb ik helaas de conditie niet voor. Dus moet ik kiezen uit carbonnen frames, intelligente dempingsachterveren en titanium derailleurs, ontwikkeld met de nieuwste NASA inzichten. Ik wist niet dat ze op de maan ook fietsten. Keuzes, keuzes, keuzes, pfff. Wat wil ik? Het beste materiaal en nog steeds gelost worden? Dat nooit. Of inferieur spul en mindere fietsers bij me weg laten demarreren? Never!

Dan valt mijn oog op een prachtige advertentie. 'Deze fiets heeft een moderne retrovormgeving. U rijdt op een rank model, standvastig in de modder, wendbaar in de bochten en krachtig als u even aan moet zetten om snelheid te maken. De fiets van kampioenen, een zakelijk uiterlijk, een fiets die door kenners met respect bekeken zal worden. Hogere prijsklasse, al zal dat voor een ander altijd gissen blijven'

Ik beloon mijn medeschrijver (sinds een paar dagen doe ik ook betaalde schrijfopdrachten, dus de copywriter die bovenstaand stukje heeft verzonnen is eigenlijk een soort collega) door direct een fiets van zijn principaal te bestellen. Hoera! Ik trek mijn credit card en dat doet even pijn, maar die zal snel verdwijnen. Hoort u a.s. zondagochtend een Tarzanbrul, dan ben ik dat omdat ik als eerste de Soesterberg beklim, enkele zwetende en hijgende Gooische fietsers op ruime achterstand latend.

vrijdag 15 oktober 2010

Nina

Ik lees het boek Nina van Eric Smit. Er zijn in Nederland weinig boeken in dit genre. 'Kortsluiting' over Philips, 'De Prooi' over ABN AMRO, en 'Het drama Ahold' uiteraard over Ahold. Een ander vindt dit een hele oogst, ik zou er nog wel tien lusten.

Het is knap hoe je tijdens het lezen van Nina een indringende karakterschets krijgt over Nina, zonder dat ze ook maar een woord, buiten de rechtszaal om dan, gewisseld heeft met de auteur. De feiten zullen zeker kloppen en die zijn op zich al om te smullen. Je weet gewoon zeker dat een zin als 'You refuse to answer my e-mails, why?' die ze aan een ondergeschikte stuurde die niet snel genoeg een eerder mailtje beantwoordde letterlijk van Nina moet zijn. Smit, ik zag een interview met hem, lijkt me een aardige, vriendelijke journalist die ongetwijfeld een spaarrekeningetje en een pensioenpolisje zal hebben. Hij zal verstandig genoeg zijn geweest om zijn bezittingen veilig te stellen en alle feiten door zes bronnen drie keer te laten controleren, de reputatie van Nina kennende. Een foutje in het boek en ze procedeert hem de voedselbank in - een eerste kort geding bracht hem al bija zo ver - zoveel is duidelijk als je het boek leest en haar eerste reacties hierop kent.

Mooier dan de feiten is het beeld van het karakter van Nina dat naar voren komt. Smulwerk en herkenbaar voor iedereen die in het bedrijfsleven werkt, waar ondemocratische, ongecontroleerde miljonairs nou eenmaal de dienst uitmaken. Dat Nina zo dol is op procederen is voor de schrijver van het boek ook een zegen, veel van zijn werk komt uit rechtbankverslagen. Nina communiceert overigens met andere mensen per definitie op een wijze alsof ze voortdurend dossiers aan het opbouwen is om sterk te staan in rechtszaken. Jaloersmakend goed dit noeste stuk werk van Eric Smit. Chapeau en zo nog een paar complimenten. Het leest vlot, het klopt en de spanning blijft, ondanks de bekende afloop, groot.

Al lezend kreeg ik een idee. Ik wil een slothoofdstuk worden in deze saga. Een extra anecdote voor bij de volgende druk. Daarom hier de ultieme provocatie aan het adres van Nina. Advocaat, schrijft u mee? 'Nina Aka-Brink-Storms-Vleeschouwers is lelijk.'

Zo, dat is eruit, laat de claims maar komen, ik verheug me op mijn moment of fame. Heb ik haar niet genoeg beledigd om gesued te worden? Ok dan, kom ik nog een keer: Nina Aka-Brink-Stroms-Vleeschouwers is foeilelijk, dom, irritant en te laf om mij aan te klagen. Zo dat is eruit, de dagvaarding kan binnenkomen. Binnenkort ben ik failliet en wordt er beslag gelegd op mijn laptop. Kan eindelijk dit blog dicht...

maandag 11 oktober 2010

We liggen vooral goed bij homo's en lesbo's

Uit jalouzie heb ik een grenzeloze bewondering voor kunstenaars. Oprechte kunstenaars zijn mensen die, alsof ze Van Gogh zelf zijn, om materiele bezittingen niet geven en wiens hoogste doel het is om kunst voort te brengen. Ik ben er van overtuigd dat de oprechte kunstenaar het dichtst bij zijn echte emoties staat en zichzelf beter kent dan de niet-kunstenaar, of de onoprechte. De hang om kunstenaar te worden, zoals de mijne, komt voort uit de spanning tussen de dagelijks verplicht te tonen emotie en de werkelijk gevoelde emotie. Mensen willen weer zichzelf zijn, ze gaan schrijven, schilderen of zingen en zij die er echt wat van kunnen en hun emoties ook nog herkenbaar weten over te brengen kunnen er populair en rijk mee worden. Voor de oprechte kunstenaar is geld en roem overigens bijzaak en dat maakt me zo waanzinnig jaloers.

Dit weekend mocht ik een kunstenares ontmoeten en voor iemand zoals ik die steeds meer moeite heeft met de onoprechte emoties van de mensen in zijn omgeving is dat een feestje. De meest herkende emotionele uitingen van deze kunstenares zijn objecten die voortgekomen zijn uit oude gebruiksartikelen en die door haar kunstig en met smaak opgekalefaterd worden (haar eigen woorden) . Ze laat me wat plaatjes zien, een feest voor het oog.

'Dus dit is van porselein?' vraag ik, omdat me geen betere vraag te binnen schiet, wat overigens een hele goede reden is om een vraag te stellen.
'Jazeker' zegt ze 'we liggen vooral goed bij homo's en lesbo's'.
Het verband ontgaat me volledig. Haar objecten lijken op groot uitgevallen fallussymbolen, maar zo simpel kan het toch niet zijn? Houden hetero's daar niet van? Of heeft het te maken met de kleuren?

Weer realiseer ik me hoe onmetelijk diep de wereld van de kunstenaar is en hoe weinig ik er eigenlijk van begrijp, tot ze uitlegt dat veel mensen met kinderen voorzichtig zijn met het aanschaffen van haar spullen omdat ze bang zijn dat het sneuvelt.
'Zo praktisch zijn mensen toch niet?' vraag ik. 'Als je het mooi vindt en je kan het betalen, dan doe je het toch'.
Ik wend me tot mijn partner, die overigens van het andere geslacht is, en ik laat haar de plaatjes zien. 'Schat, wat vind je hiervan?'

'Hmm' zegt ze 'Niet handig. We hebben binnenkort een hond in huis'

donderdag 7 oktober 2010

Hoera, ik ben vanaf vandaag officieel schrijver

'Jij schrijft toch geregeld wat?' wordt mij gevraagd door C., medewerker van het blad SalesExpert, voor wie ik ooit Mark Rutte mocht interviewen.
'Ja, hoezo?' is mijn antwoord. Twintig jaar in het commerciële bedrijfsleven krijg je er niet zomaar uit, ik herken een goed koopsignaal op kilometers afstand.
'Nou, volgende week komt Benny Hill naar Nederland en we willen graag een interview met hem plaatsen. Onze vaste freelancer kan niet' zegt ze.
Benny Hill? Die dikke Engelsman die achter blote meiden aanloopt? Die was toch allang dood? Of is hij tegenwoordig managementgoeroe? Zou kunnen, iedereen die zijn eigen vak verlaat wordt vanzelf goeroe.
'Kun jij?' vraagt C.
'Ja hoor' zeg ik 'ik kan' en al tien minuten later rolt in mijn mailbox een persbericht, een bevestigingsafspraak en, leuk, een bevestiging van een vergoeding. Klein detail, het gaat om Danny Hill, niet Benny. En het tarief? Bij een beetje consultancy club kost het precies zo'n bedrag om de factuur te typen en te verwerken.

Echter, maar, niettegenstaande: Vinkt u even mee: ik moet iets opschrijven (vinkje een), het gaat gepubliceerd worden (vinkje twee) en ik krijg er voor betaald (vinkje drie). Zijn er nog meer criteria die bepalen of je schrijver bent? Nee toch? Mijn bibliografie kan geopend, de eerste, echte, publicatie komt eraan.

met trots,

Michiel Cobben, beroep: schrijver.

p.s. dit blog blijft wel 'schrijver worden' heten. Het gaat pas dicht als er een roman in de winkel ligt en de rijen voor mijn eerste signeersessie tot op straat staan.

dinsdag 5 oktober 2010

Ach ja, dierendag

Ik schenk geen aandacht aan dierendag, want het is bij ons sinds kort elke dag dierendag. Wij hielden al van een dier dat nog geboren moest worden en nu wij al twee keer bij de fokster op bezoek zijn geweest is onze liefde onvoorwaardelijk en alom aanwezig. Geert Wilders zou er van stotteren, zo veel liefde als wij in onszelf ontdekken. En dat allemaal voor een dier.

Een boekbespreking, toch al zelden aan te treffen op dit blog, zult u voorlopig van mij niet krijgen. Eerst las ik 'De puppyfluisteraar' en nu ligt er 'Toepoels - puppylessen' op mijn nachtkastje. Weinig verheffende lectuur waar ik eerst doorheen moet voordat ik me weer aan ander leeswerk mag bezondigen.

Ook geen tirade over Wilders, ook geen stichtend woord tot Maxime Verhagen die op het CDA congres huilend volhield 'van het CDA te houden met heel zijn hart'. Maxime, toe nou, van het CDA? Van een hond kan je houden, niet van een politieke partij. Ik kan er verder weinig over zeggen, want probeer ik iets van de kabinetsformatie of andere actualiteit mee te krijgen om u, volgers van mijn blog, daar een woordje over mee te geven, dan zappen mijn kinderen door naar 'The Dog Wisperer' op National Geographic Channel. Een man die op een hond lijkt legt aan onzekere, vaak eenzame mensen uit, hoe je een hond moet behandelen. 'You got to feel the boss, to be the boss' vertelt hij elke aflevering. Hij doet me erg denken aan een management trainer, zo een die in een Van der Valk zaaltje boven de zure koffie uit probeert te schreeuwen.

Nee, het zijn slechte tijden voor u, volgers van dit blog. Noch de actualiteit, noch de literatuur bereikt mij deze dagen, het is hond voor en hond na. Misschien moet ik morgen een 1000-tal woorden wijden aan de hond die binnenkort in huis komt. Dan ben ik het maar kwijt en is er weer ruimte voor andere gedachten. Of anders haal ik Jacques Rudolph weer van stal, dat kan natuurlijk altijd nog. Het schijnt dat die dierenbeul aan de Gemenebest spelen meedoet nu. Ik hoop dat hij gebeten wordt door een olifant.

Een ongeinspireerd blogger groet u van harte, woef woef!

woensdag 29 september 2010

Flarden van de achterbank (geanonimiseerd)

'Ik vind ook dat Carlien heel goed kan keepen en dat als ze het wil, nou dan wordt ze vaste kiep maar ze wil niet want ze wil verdedigster. Dat vind ik ook ok, maar als we geen vaste kiep hebben is het wel lastig want de meeste tegenstanders hebben vaste kiep en als wij dan niet, dan is dat wel jammer. Ik wil zelf aanvalster worden hoewel ik ook wel wil keepen als echt niemand anders het wil maar de coach heeft het nog niet aan oiedereen gevraagd. Maar als hij het echt aan iedereen heeft gevraagd en niemand kan, dan wil ik wel vaste keep worden maar dan train ik op maandag, maar dat kan niet want mijn vader woont vanaf vandaag ergens anders want hij heeft vrijheid nodig, maar dat is het beste voor iedereen, maar dan kan hij me niet op maandag brengen naar de training zegt mama, maar wel op woensdag en dan kan ik geen vaste kiep worden, maar als Carlien het wil moet zij maar vaste kiep worden, want ze kan echt heel goed kiepen.'

vrijdag 24 september 2010

Politiek op zijn Nederlandst


Goed nieuws, uw favoriete blogger gaat in de politiek. Mijn levensgezellin A. is er op tegen, ze beweert dat ik het hart op de tong heb, te weinig diplomatieke vaardigheden bezit en dat ik tijdens vergaderingen alleen maar naar buiten zou kijken. Wat kent ze me toch eigenlijk slecht, geen wonder dat we al vijftien jaar getrouwd zijn.

U, als blogvolgers, zult herkennen dat dit een goede ingeving van mij is. Ik kan u geruststellen, ik ga dan wel de politiek in maar blijf bloggen, misschien wel meer dan ooit tevoren.

Ik ga voor de functie van Minister van Sociale Zaken & Werkgelegenheid, Onderwijs en Overzeese gebiedsdelen. Dat laatste omdat ik nog nooit op de Antillen was en het daar erg prettig schijnt te zijn. Degene die dan plaats voor mij moet maken is Hirsch Ballin en dat wordt dan maar tijd ook. Wat zegt deze CDA-bijna-mastodont vandaag?
“Er geldt nu ‘wait and see’. Maar dat is voor mij niet gelijk aan ‘wait en er verder geen opvatting over hebben’”. - zo liet hij optekenen. Hij houdt zijn mond tot aan het congres en daarna trekt hij zijn gereformeerde bek pas open.

Nederland op zijn politiekst. Welke buitenlandse politicus zou zoiets ooit zeggen? Behalve dan dat het tweede deel van de zin in het Nederlands is en er dus maar weinig mogelijkheden overblijven is dit toch Nederland op zijn Nederlandst? Het is polderen, maar onder protest. Het is knarsetandend polderen en misse steken onder water in de krant laten zetten.
Die Hirsh Ballin kan blijkbaar zijn bek niet houden, hij is a-diplomatiek en praat niet eens mee.
Nou, dat kan ik toch ook allemaal?

dinsdag 21 september 2010

Landgenoten,

We leven in angstige/uitdagende/inspirerende tijden. Nog niet zo heel lang geleden werd Europa overschaduwd door terrrorismedreiging/fascsime/inquisitie. Velen hadden het zwaar en bleven hoop/moed/inspiratie houden. Laten we een voorbeeld aan ze nemen en de problemen van deze tijd, zoals werkloosheid/terrorisme/klimaatproblemen/ontkerkelijking/religieus fanatisme/onverdraagzaamheid/.... beetpakken/oplossen/uit de wereld helpen en vooruit kijken/moed verzamelen/plannen maken.

Ook aan Nederland gingen deze internationale ontwikkelingen niet voorbij en de regering maakt zich op om met wetgeving de problemen van deze tijd aan te pakken/de normen en waarden van onze cultuur te herstellen/de maatschappij op haar verantwoordelijkheden te wijzen.

Het valt daarom niet mee een troonrede te schrijven die zowel heer als meester bevalt/op een breed draagvlak steunt/iedereen bekoort en toch de problemen van deze tijd benoemt. Het is daarom mijn idee geweest/mijn ghostwriter was het zat en bedacht om/het slaat nergens op maar we experimenteren eens door/ een troonrede uit te spreken waar u zelf uw eigen invulling aan kan geven door weg te strepen wat u niet zint.

Concreet, de regering kondigt de volgende maatregelen aan: Alle Marrokanen het land uit/Alle Marrokanen het land uit, behalve zij die broodjeszaken hebben/ Alle Marrokanen het land uit behalve zij die broodjeszaken hebben met echte shoarmasaus en dus niet uit een potje/Alle Marrokanen het land uit, tenzij ze een broodjeszaak beginnen en beloven echte shoarmasaus te serveren.

En verder een kleine stimulans voor de belastingbetaler. De BTW wordt afgeschaft op afhaalpizza's/race- en ATB fietsen en toebehoren/voorzetdildo's/broodjes shoarma. Verder wordt er per jaar één Nederlander geloot die nooit meer belasting hoeft te betalen. De winnaar van dit jaar is ... Michiel Cobben/Michiel Cobben/Michiel Cobben. Gefeliciteerd.

vrijdag 17 september 2010

Hoe graag zou ik uw weekend verluchtigen

met een nieuw stukje op mijn blog, maar helaas, het ontbreekt mij aan inspiratie. Met veel plezier zou ik een vers ontdekte site becommentarieren, of een gedachte die me op de fiets inviel uitwerken, of u mee laten delen in een rake opmerking van een klant of collega of gewoon een voorvalletje bij, pak hem beet, de Albert Heijn beschrijven. Maar helaas, al mijn vrije tijd en dat van mijn gezin gaat op aan één onderwerp: zie beneden en u begrijpt, het gaat bij de Cobbentjes te Hilversum nergens anders meer over. Ik vrees dat dit binnenkort een hondenblog wordt. En dat ik een hondenboek ga schrijven. Martin Gaus kan wel naar huis of is die al binnen?

Scene 1: juli van dit jaar.





















Scene 2 - vorige week:

woensdag 15 september 2010

Stand by your man




Heeft u even niks te doen? Die kans is groot, anders was u niet aan het verpozen op dit blog. Stel u bent hier uitgelezen (dat duurt wel even hoor, surf maar eens goed rond) en u heeft u ook alvast ingeschreven voor mijn te verschijnen boek (dat kan hier rechts, maar realiseer u dat geduld een schone zaak is. Ik heb een speciale garantieregereling bedacht: mocht mijn boek pas verschijnen na uw overlijden, dan zijn uw erfgenamen niet tot afname verplicht. Mocht mijn boek pas verschijnen na mijn overlijden, dan kunt u de winst die u maakt op uw 'collectors item' gewoon houden, geen Stieg Larsson toestanden), mocht u dat allemaal gedaan hebben, dan wordt het wellicht tijd om eens door te surfen.

Dan zou u kunnen doorklikken naar http://www.sidetaker.com/. Dit is een site, uiteraard Amerikaans, waar mensen hun geschillen kunnen voorleggen en waar dan anderen een kant kunnen kiezen en commentaar kunnen geven. Dolkomisch, ik koos ervoor me te verdiepen in het conflict tussen 'Radical71' en 'Makecents'.  Ze zijn elkaars geliefden, maar wonen in New York en San Francisco. Radical71, de vrouwelijke helft van het stel, klaagt dat Makecents niet naar Frisco wil verhuizen, ondanks een aantrekkelijke vacature die ze voor hem heeft gespot en ze plaatst haar klacht op Internet. Een lieve mail. Wat bezielt zo'n man om moederziel alleen in New York te blijven vraag ik me af. Makecents reageert en schrijft 'Schat, je vergeet zoals gebruikelijk het belangrijkste. Ik heb een zoon in New York en kan niet zomaar verhuizen'.
Ik kies daarmee de kant van Makecents, in gedachten zie ik een huilend jongetje voor me dat voortaan met zijn stiefvader naar de Yankees moet. Als het er al uberhaupt van komt, want die is te druk met zijn eigen kinderen en dat zijn meisjes. Wat een trut die Radical71, snapt ze dat dan niet?
'Een zoon?' reageert Radical71. 'Het is niet eens je zoon. Het is de zoon van je ex en een andere man. Je bent gewoon bang om commitment aan te gaan, net als al die anderen lapzakken (vrij vertaald)'.
Aha, denk ik, dat verandert eerlijk gezegd wel een beetje de zaak.

Het leuke is dat je niet alleen kunt kiezen aan wiens kant je staat (65-35 voor de vrouw in dit geval), je kunt ook commentaar leveren. Je kunt het vuurtje daarmee aardig opstoken en weer commentaar van anderen op jouw commentaar krijgen. Leve het internet! Ik reageer als volgt:

Dear West Coast Lover,



This guy is great! If he loves a non-biological son this much, realise how much he will love your children. Besides, 80% of women, especially in NYC, eventually accept a careerbreak after they start a family. So get a life and move to New York. Stand by your man!
 
Die statistiek heb ik erbij verzonnen, doet het altijd goed. Ik hou jullie op de hoogte, of surf zelf naar http://www.sidetaker.com/

dinsdag 14 september 2010

Meestal ben ik best wel vaak consequent.

'Pap, mag ik wat vragen?' vroeg mijn dochter, altijd al een type van de daad bij het woord. Toen ze een dag oud was hingen we boven haar wieg en zeiden bezorgd tegen elkaar 'wat zal daar van terecht komen?' Ze kon nog maar net lopen of ze liep al van huis weg, want ze ging bij een vriendinnetje wonen, want daar kreeg ze wel twee koekjes. Zo'n kind dus.
'Nee' antwoord ik en ik surf verder op het web. Een bezigheid waarbij ik in het algemeen niet gestoord wil worden.
'Weet je wat een SMS tegenwoordig kost?', vraagt het daadbijhetwoordvoorgalgenradkind.
'Ik zei toch nee' antwoord ik 'Ik weet trouwens niet eens wat het vroeger kostte, laat staan tegenwoordig. Dat komt omdat het me niet interesseert. Ik SMS nooit, vandaar.'
Nu leg ik het toch uit, zo komt er nooit wat van de opvoeding terecht.
'Pap, ik denk dat het tijd word dat we het eens over mijn zakgeld gaan hebben' zegt ze.
'Nee' antwoord ik weer. Waarom ze denkt dat ik na twee keer 'nee' toch antwoord zou geven is mij onduidelijk. Meestal ben ik best wel vaak consequent. En ik pieker er niet over om haar meer geld te geven, we hebben het hier over een kind dat met haar allerlaatste twintig cent naar de speelgoedwinkel gaat, aan de dienstdoende verkoopster vraagt wat ze daar allemaal voor kan krijgen en dan gaat stampvoeten omdat een Barbie buiten bereik is. Zakgeldverhoging? Nevernooitniet.
'Het is belangrijk dat je met je ouders onderhandelt over je zakgeld en wat je ermee doet' krijg ik nu te horen.
'Wie zegt dat?' vraag ik.
'Maxima' zegt het kleine stuk tuig, wetend dat ik een zwak voor onze bijna koningin heb.
'En bovendien', voegt ze eraan toe 'heb ik erg lang gespaard voor een digitale camera en als ik nog één Euro heb, kan ik er eentje kopen.' Ze kijkt me aan, knippert twee keer met haar ogen en tuit haar lippen.
Ik geef toe. Ik vind dat ik het moet belonen als een kind zo spaarzaam is. Ik vouw een Euro in haar hand en tien minuten later is ze terug van de winkel.
'Waar is de camera?' vraag ik.
'Kijk' zegt ze ''Hier istie! Ze laat een tegoedbon zien die ze bij de speelgoedwinkel heeft gekocht.
'Met deze bon kan ik op internet een virtuele digitale camera kopen voor Habbohotel', legt ze uit.
'Wat kost die camera?' vraag ik.
'Eén Euro' zegt ze en ze zet de PC aan.

Ik ben het, voor deze ene keer, wel met Wilders eens. Afschaffen dat koningshuis!

donderdag 9 september 2010

Punt 3 van de agenda.

Hoe stel ik me de directiekamer van AJAX voor? Ik stel me zo voor dat de Raad van Commissarissen, grote sigaren in de mond, dikke buiken in driedelige kostuums, dagelijks vergadert over het wel en wee van de hoofdstedelijke beursgenoteerde voetbalclub.
'Ter zake is punt drie van de agenda' zegt de dikste buik en het wordt stil aan tafel. Ieder concentreert zich op punt drie en probeert zich te herrineren welke slimme vragen ze in de voorbereiding op deze vergadering hadden bedacht. De voorzitter houdt een korte inleiding, slechts af en toe onderbroken door de penningmeester die met een paar cijfers het betoog van de voorzitter onderbouwd. Als hij is uitgesproken zijn de andere bestuursleden aan de beurt. Eerst rustig, maar allengs met meer emotie worden gedachten geuit, argumenten uitgewisseld en dan, de zon is al achter de hoogste tribunes verdwenen, is er eindelijk consensus over punt 3.
'Ik stel voor dat we even schorsen' zegt de voorzitter en hij verdwijnt naar het toilet. De heren strekken de benen, vegen het zweet van de voorhoofden en laten verse koffie aanrukken, blij dat het punt is afgerond, zonder advies van Cruijff, Swart of wie dan ook.
'Joop, dit is je kans om je als secretaris van je beste kant te laten zien' zegt de voorzitter na terugkomst. 'Aan jou de taak om ons gezamenlijk genomen standpunt over te brengen.'
Joop, nog maar pas een half jaar in functie als secretaris, knikt verheugd.
'Laat het me nog wel even lezen voordat het eruitgaat' zegt de voorzitter en hij gaat verder. 'Punt 4 heren, de begroting voor volgend jaar en de plannen voor het jubileum'.
De stropdassen gaan los en de ontspanning die er in de vergaderruimte ontstaat nu het hekele punt is opgelost lijkt bijna voelbaar. Het resultaat valt enkele uren na de vergadering in mijn mailbox:

'Beste Ajax Fan,
Het spijt ons dat je door een plotselinge verandering in het programma niet in staat bent de wedsrijd AJAX-Willem II bij te wonen. De wedstrijd was, immers, onder voorbehoud vastgesteld.
Met vriendelijke groet,
namens Ajax,
Joop Krant, secretaris RvC

dinsdag 7 september 2010

'Neem een ander in de paling!'

In tijden van nood richt je je tot je vrienden. Ook Job ging te rade bij zijn vrienden, nadat zijn vrouw, kinderen, landgoederen en andere rijkdommen door toedoen van God verdwenen waren. Niet dat ze hem echt hielpen overigens, of vind je 'ga na welke zonden je begaan hebt waarvoor de heer je nu straft?' een prettig advies voor iemand die eenzaam en failliet op een vuilnisbelt woont? Ik niet.

Ik zit in nood en dus wend ik me tot mijn vrienden. In deze 'web-twee-punt-nul-tijd' heb je, dankzij Facebook en LinkedIn altijd alle informatie over je vrienden gewoon bij je op je I-phone. Ik blijk een vriend te hebben die, te oordelen naar zijn prachtige CV, precies de man is die ik zoek. Hij studeerde Bedrijfskunde en doceert nu zelf, part-time, Business Development Practices aan een managementschool. In de andere part van zijn time is hij consultant op het gebied van ontwikkeling en integratie van e-commerce ventures. Hij is Key Note Speaker op een conferentie geweest, alwaar hij een voordracht hield over 'best practices in webbased proposition building'. Dit is mijn man en ik bel hem op.

'Jo gast' open ik 'Hoe gaan de zaken?'
'Goed' zegt hij 'ik ben bezig met een buitenlandse investeerder die de Europeese markt wil verkennen en mij de eerste stappen laat zetten. Kom net van Heathrow, morgen naar Hamburg, vrijdag de States, volgende week Peking. Machtig mooi.'.
'Dan ben jij precies de zakenman die ik op dit moment nodig heb' zeg ik. Dat de States en Peking niet in Europa liggen vertel ik hem niet. Ik wil zijn declaraties niet ter discussie stellen, zeker niet nu ik hem hard nodig heb.
'Ik heb een urgent probleem aan de afzetkant' leg ik uit. 'Lullig, maar ik zit er privé wel vet in'
'Hmm' zegt hij. 'Is je probleem Bisdev, Marketing of Sales?'
'Alledrie' antwoord ik hem, hoewel ik geen idee heb waar hij het over heeft. Maar dat hebben geen van zijn klanten, zo heeft hij me wel eens toevertrouwd in een zwak moment.
'Lunch volgende week, zeg woensdag, Jantje Tabak?' nodigt hij me uit.
'Volgende week fucking woensdag!' repleer ik. 'Man, dat is veel te laat. De wedstrijd is zaterdag al.
'Wedstrijd?' vraagt hij. 'Wat voor wedstrijd?'
'AJAX tegen Willem II' roep ik door de hoorn. 'Ze hebben de wedstrijd verplaatst en nu zijn mijn kaartjes waardeloos, want ik kan niet. Iemand moet die kaartjes van me overnemen. Help me alsjeblieft.' Hoort hij de paniek in mijn stem?
'Jo, gast' roept mijn vriend. 'Neem een ander in de paling!' en hij hangt op.
 
Wel verdomme. Ik was nog wel eerstelijns connectie met hem op LinkedIn. Ik begrijp nu Job beter. Waar is de vuilnisbelt?

maandag 6 september 2010

Ajax, immers.

Beste heren en dames van Ajax,

Ik heb tickets gekocht voor AJAX-Willem II voor a.s. zondagmiddag. Nadat ik mijn tickets kocht en afrekende, hebben jullie zonder met mij te overleggen, de wedstrijd verzet naar zaterdagavond. Dan kan ik niet. Ik investeerde in drie kaartjes a 56 Euro per stuk, is 168 euro. Ik kan niet beter voetballen dan Suarez, maar wel beter rekenen dan jullie penningmeester. Omdat ik zaterdagavond niet kan, zullen jullie het zonder mijn aanmoedigingen, zonder de aanmoedigingen van mijn fanatieke zoon en zonder de aanmoedigingen van onze nog fanatiekere buurjongen moeten stellen. Desondanks heb ik er wel vertrouwen in dat het goed komt tegen Willem II.

Ter zake. De reden van deze mail is dat ik tot mijn grote verbazing op jullie website lees dat ik mijn geld kwijt ben. ‘Wedstrijden worden immers altijd onder voorbehoud vastgesteld’ staat er. U zult wel gelijk hebben, maar ik vind dat u van een argeloze voetbalsupporter niet kunt verlangen dat die de kleine lettertjes op uw website allemaal gaat lezen. Het is al moeilijk genoeg om het spel te volgen.

Ik ga tegen u geen zaak beginnen, hoewel ik vermoed dat ik sterk zou staan in de rechtszaal. Ik meen dat u het zelf ook een belachelijk standpunt vindt en dat maak ik op uit het woordje ‘immers’ dat uw afdeling voorlichting in bovenstaande zin heeft opgenomen. Stel dat het inderdaad doodgewoon is dat je dan je geld kwijt bent, dan zou dat woordje ‘immers’ ook niet nodig zijn geweest. Dan had er gewoon gestaan: ‘wedstrijden worden onder voorbehoud vastgesteld’. Het toevoegen van ‘immers’ suggereert een eerdere tegenwerping.

’Ik krijg toch wel mijn geld terug?’.
‘Nee, wedstrijden worden immers altijd onder voorbehoud vastgesteld’

Degene die het woordje ‘immers’ heeft toegevoegd aan de zin, wist drommels goed dat er protesten zouden komen. Dus heeft hij of zij het woordje ‘immers’ in de zin geperst omdat hij heel goed snapt dat het argument weliswaar juridisch klopt, maar het feitelijk een nare streek is.

Graag een reactie, wilt u alvast mijn rekeningnummer?

zondag 5 september 2010

TEAB: Ajax - Willem II - voorste vak - voorste rij.


Ik bewaar goede herrineringen aan het bezoeken van voetbalwedstrijden. Ik noem er een paar. De allereerste was met mijn Grootvader, dezelfde die in fantasievorm de hoofdrol speelt in het verhaal Opa's rijst, hier aan de zijkant te lezen. Het was PSV versus Hajduk Split voor de UEFA Cup. PSV won met drie nul, dankzij een hattrick van good-old Harry Lubse. Sinds die tijd ben ik voetbalfan. Ik wandel door mijn geheugen en zie weer voor me hoe ik met mijn dispuutsvriendjes in de rij stond voor kaartjes voor PSV-Real Madrid (0-0, 'ha ha Sanchez' riepen we), hoe ik in Lissabon Dick Advocaat de fatale wissel met Arjen Robben zag maken tegen de Tsjechen ('Dickie rot op, Dickie rot op, Dickie rot op olé olé') en hoe ik met zoon J. aan de ene kant en aan de andere kant enkele Hell's Angels Ajax aanmoedigde tegen het Arnhemse Vitesse ('hup Ajax', ik beken het met schaamte).

Bijna ben ik een warme voetbalherrinering rijker, ik heb kaartjes voor Ajax-Willem II in mijn bezit, zondagmiddag 12 september. Met een beetje mazzel wordt dit een doelpuntenfestijn. Maar nee, Ajax heeft de wedstrijd verzet naar zaterdag 11 september, de dag dat mijn moeder, de dochter van de man die me voor het eerst mee naar een wedstrijd nam, al haar kinderen heeft uitgenodigd voor een BBQ. Ik overweeg om me af te melden, maar die gedachte verlaat ik snel. Ik zal de wedstrijd niet zien.

Dit is voor u, lezer van dit blog, een buitenkans. Ik heb drie kaartjes over voor Ajax-Willem II, voorste vak, voorste rij. Ik betaalde er 56 Euro per stuk voor. In de kleine lettertjes staat dat Ajax geen geld terug hoeft te geven. Dit blog is een blog zonder winstoogmerk, maar ook zonder verliesoogmerk, dat mag duidelijk zijn. T.e.a.b. kunnen u en de uwen een mooie voetbalherrinering krijgen.

donderdag 2 september 2010

Soms ben je blij als je niks terug hoeft te zeggen


'Meneer Cobben, komt u binnen, hoe is het met de familie en hoe staat het met de tanden?'
Mijn tandarts, hedenochtend. Komt goed uit, ik sta dezer dagen in de luisterstand. Genoeg gekletst de laatste tijd.

'Ik ga nu een kapje over je tand zetten, waardoor ik schoner kan werken en waardoor de toch al beperkte communicatiemogelijkheden die we met elkaar hadden volledig zijn verdwenen' zo vertrouwde hij me ooit toe, vlak voordat hij met een wortelkanaalbehandeling begon.

De beperkte communicatiemiddelen beletten hem niet elke behandeling opnieuw er vrolijk op los te babbelen. Dat ik nergens anders naar kan luisteren en niets terug kan zeggen hindert hem niet. Hij is het zo gewend, hij weet niet beter. Zo ook deze morgen.
'Zet maar op marktplaats' zegt hij tegen zijn assistente die meedeelt dat er na de woensdagmiddag weer een kinderjasje aan de kapstok is overgebleven.
'In deze barre tijden weet je als tandarts niet waar je je inkomen vandaan moet halen. Binnenkort zet ik mijn kinderen op marktplaats, dat is twee vliegen in een klap, minder kosten en de verkoopopbrengst.'

Ik wil hem van repliek dienen, maar dat lijkt me vreemd. Stel dat ik de behandeling onderbreek, alle haakjes en beugeltjes uit mijn mond laat halen om dan te zeggen:
'daar krijg je spijt van, met de pensioenproblematiek voor de deur heb je ze straks nog hard nodig'.

Dus ik mummel wat en mummel nog wat, tot ik met een nieuwe vulling in mijn kies weer buiten sta. En de tandarts babbelt alweer rustig verder met de volgende patient. En ik kan weer door met luisteren.

dinsdag 31 augustus 2010

'Een succesvolle visie is een construct waarmee de werkelijkheid voldoende is gesimplificeerd om haar te begrijpen'

Onder mannetjes uit het bedrijfsleven die puur geld verdienen om het geld verdienen te saai vinden en daar, in tegenstelling tot mensen die wat dichter bij hun gevoel staan, pas op latere leeftijd achterkomen wordt tegenwoordig de wet van de entropie erg interessant gevonden. Ik wil u geen huiswerk meegeven, maar eigenlijk zou u dit artikel eens moeten lezen. U hoeft het niet te begrijpen, dat doe ik ook niet echt, maar u mag u wel verbazen om de hoogdravende, quasi-wetenschappelijke, new-age achtige terminologie. Heerlijk om te lezen en zit u zelf in het bedrijfsleven en wilt u zichzelf een wetenschappelijk toontje aanmeten, neem dan enkele begrippen over. Zeg bijvoorbeeld tijdens een vergadering:
'Een succesvolle visie is een construct waarmee de werkelijkheid voldoende is gesimplificeerd om haar te begrijpen'. Deze zin, dat kan niet anders, komt uit de koker van een hooggeleerde dichter, jammer dat ik hem niet zelf geconstrueerd heb.

De kans dat u na deze vergadering bij de directeur geroepen wordt en u een aanzienlijke promotie wordt aangeboden is reeel. Het tegenwoordige Nederlandse bedrijfsleven is afhankelijk van grootheden die het zelf niet in de hand heeft, de ene wereldwijde crisis na de andere laat ons landje meedeinen en geen hond die het begrijpt. Hoewel ik laatst een hond tegenkwam waarvan ik vermoed dat zij een generatie honden gaat baren die zomaar slimmer zouden kunnen blijken dan hun bazen (zie foto). Vermoedelijk in latere blogs meer hierover.

Ter zake. Vandaag geen campingles, maar gewoon een aloude, beproefde tip om u staande te houden in deze barre tijden. Leer tien dooddoeners uit uw hoofd, zet ze stuk voor stuk op een tegeltje en deel ze zo vaak en zo veel mogelijk met iedereen die behoefte heeft aan een succesvolle visie. U zegt dat u niet kan bluffen? Dat hoeft ook niet, u moet de werkelijkheid simplificeren zodat hij begrepen wordt, dat is heel wat anders. Lukt u dat niet, dan werkt u niet, of niet lang meer, in een commercieel bedrijf.

maandag 30 augustus 2010

Leren van de camping - 5

Neem ik ook iets mee van al die campinglessen?

Jazeker, zo leerde ik al van de Pizzaman op de camping dat je product best rotzooi mag zijn, als je het met een lach uitserveert maakt dat alles goed. Maar dat wist ik allang, sterker nog, aan die kennis dank ik mijn banksaldo. Een tweede les is dat geluksgevoel bestaat bij de gratie van contrast.

Dat zit zo. De eerste avond lag ik op een luchtbed dat niet goed was opgepompt, schuin tegen een hellingkje aan. Ik heb, afwisselend in stints van een half uur tot een uur, ongeveer vijf uur geslapen die nacht. De andere nachten ging het, na trial and error, langzaamaan wat beter, maar de vreugde die ik ervoer toen ik thuis mijn electrisch verstelbare, met de nieuwste inzichten van NASA en TNO gebouwde matras onder mijn rug voelde, was groot. Heel groot.

Wat heb ik daarvan meegenomen? Nee, ik ga niet een keer per week op een luchtbed in de tuin liggen, maar ik ga wel wat vaker voor contrast zorgen. De top van een berg is hoger als het dal diep is. In plaats van hogere toppen ga ik me de komende tijd richten op het vinden van diepere dalen.

Afgelopen zondag ben ik begonnen. Terwijl u de regen op uw ramen hoorde slaan en dacht dat het maar goed is dat u geen hond als huisdier heeft dat op een dergelijk tijdstip buiten wil wandelen, zat ik al op mijn fiets. Op de Mountainbike om precies te zijn, te scheuren over ruiterpaden en andere Gooische moerasgebieden. Thuisgekomen smaakte de koffie nog nooit zo lekker, zeker niet nadat ik het zand uit mijn mond had gespoeld. Contrast mensen, het gaat om contrast.

vrijdag 27 augustus 2010

Leren van de camping - 4

We zijn alweer twee weken terug, maar de wijze lessen die ik op de camping heb geleerd blijven terugkomen in mijn gedachten en ik deel ze graag. Zo dacht ik vandaag terug aan de pizzaman. Van hem leerde ik hoe het komt dat mensen iets bij iemand kopen, toevallig een onderwerp waar ik me zakelijk ook wel eens over buig.

De eerste avond op de camping - de avond waarop onze kinderen de belofte dat zij voor ons zouden zorgen nog vers in het geheugen hadden - gingen de kinderen Pizza halen. Ik at Pizza's in Milaan en in Genua, ik at Pizza's van de Albert Heijn en van New York Pizza en ik at handgemaakte, met de allerverste ingredienten bereidde Pizza's tijdens een Italiaans bruiloftsdiner in Toscane (tijdens die avond leerde ik in één avond vloeiend Italiaans, daarover in een later blog meer). Je kunt dus wel zeggen dat ik wat betreft het eten van Pizza's enig referentiekader heb ontwikkeld. Ik zou mezelf geen Pizzaspecialist willen noemen, verre van, maar ik heb er toch, al schrijf ik het zelf, enige kijk op.

De pizza's die wij op de camping aten waren, naar mijn bescheiden mening, de smerigste, walgelijkste Pizza's die er in heel Frankrijk en omgeving te krijgen zijn. Ze smaakten naar frituurvet. Het meest opmerkelijke was nog wel dat alle ingredienten naar frituurvet smaakten. De kaas, de tomaat en de olijven, het was allemaal frituurvet. Het enige onderscheid tussen de ingredienten was de kleur, maar ook dat was tijdelijk. Als je de Pizza op je bord legde en een beetje roerde, namen de ingredienten zonder aarzeling dezelfde kleur aan, die van de grijsbruine kartonbodem.

De volgende avond stelde ik voor om in het dorpje bij de camping een restaurant te zoeken.
'Tegen' riepen mijn kinderen, in de veronderstelling dat een gezin een democratie is.
Uiteindelijk gaf ik toe en werd er toch Pizza gekocht.
'Wat wil je erop pap?' vroegen ze.
'Maakt niet uit, smaakt allemaal hetzelfde' was mijn antwoord.

Ook de avonden erna wilden mijn kinderen Pizza eten. De pukkeltjes op onze neuzen en de diarree werden voor lief genomen. De laatste avond liep ik mee en ontdekte ik het geheim. Een dikke Fransoos met rode bolle wangen bakte de Pizza's. Hij zong luid met de radio mee, draaide de pizzabodems met grote armzwaaien in zijn hand (wat compleet zinloos was, het waren voorgekookte plakken deeg die niet van vorm veranderden, wat hij ook draaide) en hij jongleerde met de ingredienten als een circusartiest.
'Hello bjoetiwoel sjieldren, watjoewant?' vroeg hij in zijn beste Engels.
'Five Pizza's' was het antwoord en daar ging hij weer. Zingend en jonglerend voerde hij een show op, waarbij hij ook regelmatig een olijf op een pizza kopte onder het uitroepen van 'Olé'.
De kinderen betaalden en terwijl hij wisselgeld zocht zei hij 'senk you very very very very very very (etc) much, waarbij het laatste much pas gezegd werd bij het uitdelen van het laatste centje wisselgeld.
We liepen naar buiten.
'Cool he?' zeiden mijn kinderen, nog nagenietend van de Franse malloot. 'Morgen weer Pizza pap?'
'Nee, morgen gaan we naar huis' zei ik opgelucht.

dinsdag 24 augustus 2010

Leren van de camping - 3

Tien meter voor me spelen de kinderen in het meer. Ze hebben weinig aandacht nodig, liggen op een luchtbedje, zwemmen naar de overkant van het meer en weer terug. A. leest een boek, de nieuwste Nicci French. Anders dan koffie en stilte heeft ze geen behoftes. Een hond hebben we niet, dus ik heb absolute rust.
'Kan ik nog iets voor je doen?' vraag ik volledigheidshalve aan A.
'Nee hoor, het is prima zo' bevestigt ze.

Oftewel, ik ben vrij. Vrij om te doen waar ik ooit dit blog om begonnen ben: schrijver worden. Ik droomde van een ultiem vrij leven, slechts gestoord door een uitgever die af en toe wat schrijfseltjes wil ontvangen, levend van de royalty's die maandelijks op mijn bankrekening gestort zouden worden. Zover is het (nog) niet.

Hoe doen anderen dat? Een succesvol schrijfster is Karen Slaughter. Haar boek 'Verbroken' breekt het ene na het andere verkooprecord. Ik laat me vallen in een campingstoel en ga lezen. Bij mij is dat een proces met een logaritmisch oplopende snelheid. Stel, ik lees de eerste bladzijde in drie minuten en de tweede in twee-en-een-halve minuut, dan neemt de snelheid bij elke verdubbeling van het aantal bladzijden dat ik lees met eenzelfde percentage toe. Ik dwaal af, excuses.

De snelheid komt er niet in bij deze Karen. Ik dwaal voortdurend af. Waarom is dit boek geschreven, gepubliceerd en wordt het verkocht? Vergeef me mijn onprofessionele, korte commentaren, maar hierbij enkele kwalificaties van 'Verbroken': Het is ongeloofwaardig, dom, slecht geschreven, slecht vertaald, totaal niet verassend, oppervlakkig, irritant, kortom een KUTboek. Naar mijn bescheiden mening. Het antwoord op de vraag waarom míjn eigen boek dan niet wordt uitgegeven is dat het dus nog slechter wordt gevonden.

De kinderen blijven zwemmen, A. heeft Nicci French weggelegd en leest in de brochure van de camping.
'De weg rond dit stuwmeer is 30km lang en voert over drie heuveltoppen' vertelt ze me.

Ik pak mijn mountainbike en ga fietsen, moe worden, energie verspillen. Misschien had ik dit blog 'wielrenner worden' moeten noemen. De overeenkomsten tussen deze twee ambities zijn duidelijk.

vrijdag 20 augustus 2010

leren van de camping - 2


De tweede campingles die ik wil delen is de les om je negatieve emoties richting je medemensen niet te snel te uiten. Houd je in.

Mijn zoon en ik gingen vissen, op de camping inderdaad. Ik legde hem uit hoe je de hengel monteert, hoe de haak aan de draad moet en hoe de dobber en het lood daartussen gemonteerd dienen te worden. Ik zou graag zeggen dat dit kennis is die van vader op zoon wordt overgedragen, maar in mijn geval klopt dat niet, ik heb het uit een boekje.
‘Gaan we dan echt die vis vangen en opeten?’ vraagt hij achterdochtig.
‘Jazeker’ zeg ik ‘laat dat maar aan mij over’ en ik deel al de kennis over het vangen van vissen met hem, waarbij mijn diepere inzicht in de vissengeest goed van pas komt. ‘Te grote brokjes brood, daar houdt de vis niet zo van’ en ‘als je te veel aan de hengel beweegt wordt hij achterdochtig, sta stil en sla op het juiste moment toe’

Nadat ik drie keer de lijn heb moeten doorknippen omdat er iets scheef zat staan we eindelijk langs de kant en werpen uit. Een uur, anderhalf uur, we vangen niets, nop, nada. Dan komt er een dikke Fransman met stinkende Gauloise sigaretten, blote buik en een onoogljjk klein hengeltje naast ons staan. Hij en zijn zoon leiden aan ADHD in het kwadraat en de concentratie van onze vissen wordt danig verstoord. Logisch dat ze nu niet bijten.

Tot mijn stomme verbazing haalt de man de ene baars na de andere uit het meer. Hij gooit ze terug en ik denk dat ze ons uitlachen. Eigenlijk weet ik het wel zeker. Dan vangt hij een grote, zilveren, vlezige vis en hij biedt hem me aan. ‘Pour votre dejeuner’ zegt hij erbij. Ik gaf hem geen klap voor zijn bek en brak zijn hengel niet doormidden. Ik hield me in, knap he?