maandag 28 juni 2010

Nieuwe opdracht: ik moet Slowakije bespieden

... Jan Mucha van Slowakije wordt al zenuwachtig: Cobben komt eraan ...

De spelers en de staf van het Nederlands elftal vertrouwen me steeds meer. Alleen met Wesley Sneijder pas ik een beetje op, maar alle anderen zijn alleraardigst, ze begrijpen de vergissing inmiddels die op het vliegveld is gemaakt en wijten dat niet aan mij. Cobben en niet Robben doet mee, tot en met de finale en daarmee basta.
'Als we met zijn allen een team vormen, dan vormen we met zijn allen een team' riep assistent-bondscoach Frank de Boer. Ik geloof dat hij zelf de schoonheid van deze uitspraak niet snapt, maar met zijn eeuwige frons, zijn gedrongen kop en zijn Noordhollandse echtheid spreekt niemand hem tegen. Als we wereldkampioen worden dan kunnen we dat voor een groot deel op zijn conto schrijven.

En op het mijne uiteraard. Mijn nieuwste taak, nadat ik Kameroen had bezworen middels een voodoopriesteres, was het uitschakelen van het team van Slowakije.
'Is dat dan niet een klusje voor Van Persie en zijn mannen' zo vraagt u. Wat bent u toch slim, ik prijs me gelukkig met zo'n slim blogpubliek.
Nee, mijn rol was de volgende:
Met een perskaart van 'Bloggers United Press Agency' meldde ik me bij de personferentie van de Slowaken.
Ik liep op de keeper Jan Mucha af en stelde hem de vraag: 'Do you know starplayer Cobben from the Dutch Squad?'
'You mean Robben, Arjan Robben? ' vroeg de man terug.
Ik liet hem de lijst met spelers zien waarop mijn naam stond.
'No, Cobben. Michiel Cobben' legde ik hem uit 'He runs faster than Robben, shoots harder than Van der Vaart, has a meaner tackle than De Jong and he is the secret weapon of the Dutch. Late in the second half he will enter the pitch and decide the game.'
Vervolgens liep ik weg, de perskamer uit. De keeper pakte de lijst, keek er enige seconden naar en ging druk gebarend overleggen met zijn coach.

Het kiem van de twijfel was gezaaid, de ballon van zelfvertrouwen van de Slowaak, dat na de mazzeloverwinning op de Italiaan tot ongekende hoogte was gestegen, was doorgeprikt. Frank de Boer was trots en het resultaat inmiddels bekend.

woensdag 23 juni 2010

'Waar haalt zo'n kind het lef vandaan?'

Eigenlijk heel wonderlijk hoe ik undercover in het spelershotel zit van de Oranjes en geen enkele serieuze journalist iets overneemt van mijn blog. Ik zou mezelf allang naar NOVA of een van de andere voetbalpraatprogramma's gehaald hebben, maar ik ben dan ook een van de weinigen bloggers die echte informatie heeft, de rest lult er maar wat op los. Maar genoeg over mijn miskenning, ik heb het druk genoeg.

Ik was gebleven in een tent in diep Zuid Afrika waar een priesteres mij de uitslag van Nederland - Kameroen voorspelde, Wesley Sneijder behekst werd en Yolanthe zich wulps aan me aanbood. Op dit laatste ben ik natuurlijk niet ingegaan. Nadat ze haar striptease had voltooid en aan me vroeg of ik 'haar vuur wilde blussen' heb ik enkele foto's genomen en haar de tent uitgestuurd.
'Waar haal je het lef vandaan?' tierde ik. 'We staan op de rand van de kwartfinale, Nederland maakt kans wereldkampioen te worden en jij wil onze sterspeler bedriegen? Als hij erachter komt raakt hij geen bal meer en kunnen we die beker wel vergeten. Eruit, gratenkut!'
Van die laatste opmerking had ik wel een beetje spijt, het was een lief meisje. Ik had ook wel een beetje spijt dat ik haar had afgewezen, je blijft een man. Mijn oog viel op het toegetakelde poppetje van Wesley Sneijder. Ik trok de naald uit zijn geslacht, ging het poppetje repareren met wat spuug toen Yolanthe de tent weer inliep. Ze huilde.
'Wesley belde net vanuit het vliegtuig' snikte ze. 'Hij zei dat hij eerst een enorme steek in zijn kruis voelde, na een paar minuten verdween die en realiseerde hij zich opeens dat hij homo was. Hij gaat nu met een steward het toilet in. Wat moet ik doen?'
Ik raak niet snel in paniek, maar realiseerde me wel dat ik bliksemsnel moest handelen.
'Ben je nog steeds zo opgewonden?' vroeg ik haar. Ze antwoordde niet, maar bloosde wel een beetje. Ik gaf haar het poppetje van Wesley, mijn spuug had ik er afgeveegd.
'Als je dit poppetje gebruikt om je vuur te blussen dan komt het allemaal weer goed.'
Verheugd pakte ze het poppetje aan, stopte het onder haar rokken en verdween achter een gordijn.
'Veel plezier en houd je vooral niet in!' riep ik haar nog na.
Beste lezers, de wereldcup komt eraan!

dinsdag 22 juni 2010

'Keep the change' zei ik

Er kwam een muf geurtje in de tenst toen ze het dekentje op de grond uitspreidde. De koffiezwarte dame die eerst haar stripboek dichtsloeg, haar man wegstuurde, mijn tien dollarbiljet aannam en dit in haar enorme decolleté verstopte reikte onder een van haar velen rokken, op zoek naar wisselgeld.
'Keep the change' zei ik. Weliswaar was haar kleding fel van kleur, het maakte allemaal geen frisse indruk.
'You cannot influence the gods by overtipping me' lachte de vrouw 'but you can influence me'
'Just do your thing and get it over with' zei ik. Ergens knaagde toch het gevoel dat ik wederom door Bert van Marwijk en de mannen van het Nederlands Elftal in de maling genomen werd en dat ze nu vanuit hun luxe business class stoelen over mij aan het lachen waren, hoe ik hier bij deze Voodoopriesteres een vloek op het elftal van Kameroen aan het kopen was. Tien dollar en het adres van de priesteres, meer had ik niet gekregen, terwijl ik zo graag mee in het vliegtuig wilde naar Durban, meedoen met het team. Ik had toch niet voor niets zo hard getraind (zie eerdere blogs). Misschien was dat wel mijn bijdrage aan het behalen van de wereldtitel, de functie van elftalgek, de nar waar ze met zijn allen om konden lachen, een gemeenschappelijk pispaaltje. Alles voor het vaderland, ik zou mijn lot dragen.

Nadat de priesteres een paar schelpen op het kleedje had gegooid en de betekenis hiervan aan mij had doorgegeven (we gaan donderdag met drie nul winnen) vroeg ze of ze nog meer voor me kon doen, ik had ten slotte betaald. Uit mijn binnenzak haalde ik een poppetje van een voetballer dat ik vorige week bij de Albert Heijn had gekregen. Het was een voetballertje met oranje shirt met achterop de tekst 'Sneijder'en rugnummer 9. Ik gaf het aan de priesteres.

'Him' zei ik en ik wees op het poppetje 'fucky fucky hole day with beautiful Yolanthe. Me not like, me very jealous'.

Tot mijn grote verbazing haalde ze een speld uit heur haar, trok de broek van het voetballertje omlaag (ik had nog niet eens gezien dat dat kon) en stak de speld door een van de ballen. Op hetzelfde moment trilt mijn mobiel. Een SMS. 'Breaking news, Wesley Sneijder gebleseerd voor duel met Kameroen' stond er op mijn scherm. Ik slikte, terwijl tegelijkertijd Yolanthe de tent binnenkwam op blote voeten, een doek om haar lendenen en een doek om haar borsten, meer droeg ze niet terwijl ze begon met een sensuele buikdans.

maandag 21 juni 2010

geintje, moet kunnen.

Ik was al een halve dag op zoek naar een noppenaandraaier toen ik erachter kwam dat noppen tegenwoordig een integraal onderdeel van de voetbalschoen zijn en niet meer aangedraaid hoeven te worden. De terreinknecht, een oude Zuidafrikaan die op Nelson Mandela lijkt, vertelde het me. Ik was dus voor niets aan het zoeken. Zouden ze hier een geintje met me uithalen? Ik liep boos de ruimte in waar van Marwijk en de spelers zaten.
'volgens mij word ik niet serieus genomen' zei ik 'en ik wil er wel even op wijzen dat ik een volwaardig lid van de selectie ben'.

De spelers staakten de tactische mabespreking van de wedstrijd tegen de Jappen en begonnen te lachen.
'Michiel' zei Nigel de Jong, die als sfeermaker te boek staat 'Je hebt gelijk. We waren je een beetje aan het testen. Maar je hebt je goed gehouden, gefeliciteerd. Vandaag hebben we daarom een extra belangrijke klus voor je, als geaccrediteerde speler'

Dus, als u tijdens de training van het Nederlands elftal een, voor zijn leeftijd opmerkelijk goed afgetrainde meneer langs de lijn ziet lopen in een Bavaria jurkje die 'ssst' roept tegen de Vuvuzela blazers, dan ben ik dat!!

donderdag 17 juni 2010

Ik glimlachte toen ze me aankeek

Tjonge, weer heel even tijd om te bloggen. De bondscoach heeft grote plannen met mij. Zo ziet mijn schema eruit:

- 6.00 uur opstaan en sportontbijt.
- 06.15 - 09.15 uur - het lopen van een marathon.
- 09.15 - 11.00 uur - afwerken op doel. bij meer dan twee missers achter elkaar rondje om het veld lopen.
- 11.00 -11.15 uur - tactische tips van de terreinknecht
- 11.15 - 12.00 uur - balletje hooghouden
- 12.00 - 12.15 uur - sportlunch
- 12.15 - 16.00 uur - passen, dribbelen, schaarbewegingen etc
- 16.00 - 18.00 uur - sportschool, halters etc (ik mag niet op de apparaten als andere spelers erop willen)
- 18.00 - 18.15 uur - sportdiner
- 18.15 - 18.30 uur - vrij, bellen met thuisfront, bloggen
- 18.30 - 6.00 uur - sportslaap

Het is een ellendig regime, maar ik hou me sterk. De kans dat er dertien spelers geschorst worden en ik alsnog moet invallen is weliswaar miniem, toch wil Bert van Marwijk niets aan het toeval overlaten en alles doen wat binnen zijn macht ligt. Op mijn vraag of, mochten we de cup winnen, ik hem ook even mocht vasthouden heb ik nog geen antwoord gehad. Ik hoor ze soms lachen achter mijn rug. Ze zouden me hier toch niet lopen te jennen, omdat ik per ongeluk voor Robben werd aangezien? Daar kon ik toch niks aan doen.

Het ergste is dat ik Yolanthe al een hele dag niet heb gezien. Gisteren toen ik op de sportschool mijn buikspieren aan het sterken was liep ze langs. Ik glimlachte toen ze me aankeek, wat me op een rechtse directe van Wesley Sneijder kwam te staan. Ik heb er maar tegen niemand iets van gezegd, Wesley staat in de hiërarchie nog altijd wat hoger. Als ze aan me vragen hoe ik aan dat blauwe oog kom zeg ik dat ik op de cornervlag ben gevallen.

Er is ook leuk nieuws: zaterdag mag ik mee naar de wedstrijd om noppen aan te draaien van voetbalschoenen, als die los mochten komen te zitten. Ik droom al van de finale!

dinsdag 15 juni 2010

Het kan niet en toch kan het wel

Ik was even stil met bloggen, ik mocht niks zeggen, ik mocht niet twitteren, niet youtuben, ik mocht helemaal niks, bang als Bert van Marwijk was voor een schandaal. Wat is er gebeurd?

Ik verliet u, bloggertjes van me, toen ik verstopt in de kamer van Arjen Robben onder het bed lag. Het was een uur voor de officiele aanmelding bij de FIFA van de spelers. Bert van Marwijk stond als een kind zo blij voor mijn hotelkamer en sprak door de deur:
'Arjen, ik ben zo blij dat je er bent.'. Ik hoorde een snik in zijn stem. Was het oprecht of een trukje van een gelouterde voetbalcoach?
'Weet je zeker dat ik Stijn Schaars niet hoef op te roepen?' vroeg hij nog voor de zekerheid.
' Nee' riep ik door de deur. Wat dus feitelijk een dubbele ontkenning was, maar dat had hij niet door. Het eerste misverstand.
' Ga dan met je paspoort naar het kantoor van de FIFA in Jo'burg en zorg dat je op de spelerslijst komt'

Wat er volgde was een onwaarschijnlijk verhaal, met als afloop dat ik nu als speler van het Nederlands Elftal in Zuid Afrika rondloop. Ik zal u niet met de details vermoeien. Het gaat u niet om details en als ik vertel hoe ik met een handdoek over mijn hoofd het hotel uitliep, dat dit ten onrechte gezien werd als een vermomming tegen paparazzi, dat een chauffeur mij in een auto sleurde, mijn paspoort jatte en me naar de FIFA bracht, dat op het kantoor van de FIFA nog gezegd werd dat ze dachten dat je Robben met een R schreef in plaats van met een C en hoe die hele toevallige samenloop van omstandigheden er nu toe heeft geleid dat ik speler van het Nederlands Elftal ben geworden, daar gaat het u niet om.

Wat rest is hoe ik mij hier uitredt. Na een goed gesprek met de mannen van het elftal is er in gezamenlijkheid besloten dat ik dan maar hier moet blijven. 'Je bent er nu toch'  zei Frank de Boer, de assistent bondscoach, en daar was feitelijk door niemand iets tegen in te brengen.
'Is er kans dat ik speel?'  vroeg ik aan de bondscoach.
'Jazeker' zei good old Bert van Marwijk. 'Als er dertien spelers de rode kaart krijgen of dood zijn, dan stel ik je op. Als je tenminste fit bent' 
Bij die laatste opmerking trok hij een kipoog naar de fysiotherapeur. Sindsdien sta ik op een loopband, moet ik balletje hooghouden en ben ik urenlang de lul in het rondo spelletje. Ik baal, ik wil naar huis. Het enige leuke is dat Yolanda Cabau van Ketsbergen hier ook rondloopt.

donderdag 10 juni 2010

Cobben wordt Robben - Al Jerreau wort Eljero

Sssst. Misschien vraagt u zich af waarom ik even wat minder blog. Misschien vraagt u zich het niet af, ik vertel het toch. Het zit zo, maar lul er verder met niemand over, ok? Ik kom dus bij die Avis autoverhuur, verzin dat mijn naam Robben is en niet Cobben en sinds dat moment is het erg snel gegaan.

Na mijn aankondiging bij Avis ben ik in een politiebusje gezet dat met loeiende sirenes en begeleid door minimaal twaalf motoragenten naar het spelershotel stoof. Ik begon een beetje spijt te krijgen. Zou ik, bij het uitstappen melden dat ik Cobben heet en geen Robben? Dat durfde ik niet, de Zuidafrikaanse politie heeft een naam hoog te houden. Ik ben weliswaar lelieblank en heb heldere arisch blauwe kijkers, je weet toch maar nooit. Dus hield ik mijn bek.


Ik zit nu, kwart over acht in de ochtend inmiddels, in een kamer in het spelershotel van het Nederlands elftal. De bondscoach heeft gezegd dat er vanuit het hotel niet getwittert of geblogt mag worden, op straffe van reservebank, maar ik weet niet of dat ook voor mij geldt. Iedereen slaapt hier nog denk ik. Hoewel, in de kamer naast mij hoor ik Amsterdamse rap. ‘Scheld maar. Ik woon in de Bijlma’. Dat lijkt me Eljero Elia, die niet het zangtalent van zijn naamgever Al Jarreau heeft. Bovendien woont Eljero niet meer in de Bijlmer, maar allang in een villa in een dure buitenwijk van Hamburg, waar hij bij de plaatselijke SV twee miljoen Euro per jaar verdient met zijn spelletje. 'I am that nigga' rapt hij verder.

Er wordt op de deur geklopt. ‘Arjen. Twee minuten tot training’ hoor ik de stem van Philip Cocu, assistent bondscoach. De receptie heeft blijkbaar de leiding van het elftal geinformeerd dat ik gearriveerd ben. In de kamer naast me stopt de muziek. ‘Hee Robben, is jij er weer jongen?’ hoor ik in onvervalst Bijlmeriaans. Nog twee minuten. Ik verstop me onder het bed en typ mijn blog op mijn ipad (Schiphol, 1500 Euro). Vandaar de typvouten. Ze kloppen nu alweer op mijn deur. Als ze me snappen droppen ze me in mijn nakie in een township met de tekst 'i hate nigga's' op mijn buik geschreven en mijn handen op mijn rug gebonden. Zo zijn die voetballers wel. Dus, ssst.

dinsdag 8 juni 2010

Cobben wordt Robben

Het vliegtuig is geairkoot, de aankomsthal is geairkoot en ook de receptie van de autoverhuur is geairkoot. Ik schuif mijn papieren over de balie.
'Airko sir?' vraagt de representant van het verhuurbedrijf.
'yes sir' antwoord ik.
'your name Cobben?' vraagt hij. Ik vraag me af waarom deze zin, die hij dagelijks toch enkele honderden malen zal uitspreken, niet een keer netjes voor hem is uitgeschreven, zodat hij 'Is your name Cobben?' tegen me zou zeggen. De firma Avis spendeert jaarlijks miljoenen aan reclame, zou een simpele memo aan alle baliemedewerkers met de instructie over deze zin niet veel meer effect op hun winstcijfers hebben? Als ik het toch eens voor het zeggen zou hebben in de wereld, wat zouden zaken dan gladjes verlopen. Vooral voor mij dan.
'No sir, my name is Robben, Ar O Bie Bie Ie En'

Een grapje waar ik nog spijt van zou krijgen...

maandag 7 juni 2010

Robben wordt Cobben

Wegens een administratieve vergissing is bondscoach Bert van Marwijk te laat met het oproepen van een vervanger van de geblesseerde Arjen Robben. Wel kan hij, door een listigheidje, nog net een lettertje vervangen bij de kamerindeling in het Hilton Jo'Burg. Robben wordt Cobben, jawel, jawel, ik mag mee naar Zuid Afrika en logeer in het spelershotel.
'De kamer is toch al betaald, dus je gaat je gang maar' aldus van Marwijk.
Dus, perskaart regelen, vrouw en kindereen een zoen en weg ben ik.

In haast dus een groet, de KLM cityhopper (ooit haalde ik een Engelsman van Schiphol voor een dagje klantenbezoek in Nederland die de hele dag lol had om dat woord 'cityhopper') wacht om mij naar Parijs te brengen, alwaar ik op een Boeing overstap naar Johannesburg. Mijn eerste daad daar wordt om mijn laptop open te klappen en te bloggen. Dus even geduld en de insite stories vanuit het spelershotel kunt u lezen vanaf morgen op dit blog. Yolanthe en Wesley een beetje ruzie? U leest het hier. Spelers die dronken aan de bar hangen? Ik informeer u.

Uw WK reporter,

Michiel Robben

vrijdag 4 juni 2010

Niet fucking chic?

Geert, wat is er met je? Mijn inspiratie om over jou te bloggen kwam door je overdreven geirriteerde en gefrustreerde toontje. Ik herkende de doordraverij, het onredelijke zoeken naar superlatieven als anderen het niet met je eens zijn. Dat heb ik ook Geert, ik herkende je omdat ik ook vind dat ik altijd gelijk heb en ik anderen ook nooit meekrijg.

En nu? Multicultitheedrinker Cohen noemt jou als mens een gevaar voor de rechtstaat. Nog maar een paar maanden geleden zou je fulminerend (mooi woord he?) tieren dat hij aanzette tot haat, misschien zou je het woord demoniseren wel gebruiken, durven te gebruiken, om de ochtend erop in de ochtendkranten met een stijve piemel naar de polls te kijken? Toch? Wees eerlijk Geert.

Maar wat lees ik nu Geert? Je vind de uitspraak van Cohen, die je al eens als 'aardige man' betitelde niet chic? Zoals je eerder muiter en zuiper Brinkman niet chic vond? Wat is er aan de hand Geertje van me? Gaan we redelijk lopen doen? Willen we pluchepotentie uitstralen? Zet je nu je masker op of laat je je masker vallen? En dat allemaal om de stem van Henk en Ingrid te winnen?

Geert, hoewel ik heel graag zou meemaken hoe je reageert als je straks met vier man in de kamer wordt gekozen -krijgen we dan de oude Geert weer terug? - zou ik zeggen: remigreer naar Limburg.

donderdag 3 juni 2010

Nieuwe buren

Onze oude buren waren zeer strak en scherp op de haag, dat is de beukenhaag die onze zijtuin scheidt van de rest van de buurt, de haag die ervoor zorgt dat wij nog iets hebben wat op privacy lijkt in onze Hilversumse stadstuin. Strak en scherp, tot aan of net over de irritatiegrens, het is maar hoe je het bekijkt. Onze oude buren waren tien jaar terug onze nieuwe buren. Toen wij er zelf net woonden kwamen ze, u raadt het al, opeens naast ons wonen. Om de uniformiteit van onze twee-onder-een-kappers te benadrukken namen ze dezelfde beukenhaag. We werden, zogezegd, twee-achter-een-haag.

Gezellig. C. de mannelijke helft van onze nieuwe oude buren, had groene vingers. Acher zijn haag groeiden tomaten, madeliefstruiken en zeldzame rozen waarvan hij de latijnse namen zonder te haperen kon opzeggen. Aan onze kant veranderde het gras in modder, planten mengden zich met onkruid en een keer per jaar maakte A. zich boos en dan moest ik de tuin in. Behalve als C. mij wees op de staat van de haag en er  bijbehorende adviezen bij gaf, dat kwam soms wel een keer per maand voor. De ene keer moest ik bijmesten, de andere keer een scheersnoeibeurt, de keer erna een stevige snoei die hij 'de kop eraf' noemde. C. zocht al die haagmomenten op in een oud almanakje dat nog van zijn grootvader was geweest. Dit laatste weet ik overigens niet zeker, maar dat geloof ik. Ik had het boekje wel willen verbranden, maar zoiets doe je niet. Bovendien, dankzij zijn commentaar hebben we nu een mooie volle haag.

C. en zijn lieve vrouw wonen inmiddels in Amsterdam in een appartement vlakbij het Vondelpark, hun kinderen op kamers. Ik denk dat C. dagelijks door het park loopt en de plantsoenarbeiders instrueert. 'denk erom, die haag eerst snoeischeren en pas in september de volgende mest, anders groeit hij scheef' dat soort dingen.

Wij hebben inmiddels nieuwe nieuwe buren. Een man die sigarettepeuken in de tuin uittrapt (arme C, gelukkig weet hij van niks) en die een tuinman de haag laat onderhouden. En ik? ik weet me geen raad. Dit weekend of het weekend erop of pas na de vakantie ga ik denk ik scheersnoeien. En mesten, ik heb geen idee. C. gaf me zijn nummer voordat ze verhuisden. Waar heb ik dat papiertje gelaten?

woensdag 2 juni 2010

Hoe zet je een tent op als je 11 bent?

In onze tuin bevinden zich vijf meiden van elf jaar. Samen vijfenvijftig dus. De een zit onder een zeil, een ander heeft een scheerlijn om haar nek en de derde zoekt een haring. Volgende week gaan ze op schoolkamp en ze oefenen nu met het opzetten van de tent. Wij, mijn vrouw en ik, drinken thee en besluiten pas in te grijpen als er letsel dreigt aan lichamen of aan tent. Dit dreigt niet, dus drinken we zelfs twee koppen thee. Af en toe reist de tent als een golf op om een minuut later om te rollen. Als u weet hoe 11-jarige meisjes lachen dan weet u dat wij ons ook vermaken.

'Wat zou er worden van die meiden?' vraagt A. Ik maak me daar niet zo'n zorgen over. Het is niet nodig om op 11-jarige leeftijd al een tent op te kunnen zetten om te slagen in het leven. Als je aan een groep tevreden volwassen vrouwen vraagt of ze op 11 jarige leeftijd al een tent konden opzetten, dan is de kans groot dat een groot deel ervan ontkennend zal antwoorden.

'Moeten we ze niet helpen?' vraagt A.
'Nee' beslis ik. 'leren is confronteren'. Ik snap niet precies hoe deze opmerking op de situatie slaat, maar het klinkt relevant.
De meisjes giebelen al wat minder en de verveling begint toe te slaan. De tent ligt er nog ongeveer zo bij als hij uit de zak is gekomen. De zak waarop aan de binnenkant een gebruiksaanwijzing is genaaid.  De zak die A. binnenstebuiten heeft gevouwen, de gebruiksaanwijzing zichtbaar naar buiten gekeerd.
'Zullen we alles maar weer in de zak stoppen en dan zien we wel op kamp?' suggereert een van de meiden. Ik onthoud haar naam, om te zorgen dat mijn zoon niet met haar trouwt.
'Bedoel je deze zak?' vraagt A. en ze duwt de zak met gebruiksaanwijzing onder de neus van mijn niet aanstaande schoondochter.
'Hé, dat is handig' roept ze. Dan zie ik pas wat een schattig snoetje ze heeft. Vooruit, ze verdient nog een kans.

dinsdag 1 juni 2010

Waarom ik niet heb gevist (14 - epiloog)

Ha! Wie dacht af te zijn van mijn gezeur over de reden waarom ik niet heb gevist, die rekende buiten het epiloog. Epilogen zijn er om onverwachts nog een nadenkertje mee te geven aan de lezer.

Ik had het gevoel dat de lezers van mijn blog een onbevredigd gevoel over hielden aan de afgelopen twee weken. (zie reactie blog gisteren van B.). Van cliffhanger naar cliffhanger gezwierd worden en dan uiteindelijk de echte reden voor het niet vissen onthouden worden, natuurlijk dat is pijnlijk, alsof iemand op zijn sterfbed nog iets aan je wil bekennen, je hangt je oor bijna in zijn mond en dan is hij of zij dood. Toch lullig, misschien was het wel de naam van een Zwitserse bank met een geheim nummer. Misschien ging hij of zij wel dood tijdens het opzeggen van het geheime nummer, of het werd erg onduidelijk gezegd, of je had geen pen. Mensen met geheime nummers, mail ze naar mij, laat zoiets uw nageslacht niet overkomen!

Het leven is nooit af. We weten niet waarom, we weten niets. Voor wie dit frustrerend vindt een troost: het geldt voor alles en voor ons allemaal. We zullen nooit weten waarom ik niet heb gevist. Gelukkig is het een volslagen onbelangrijk gegeven, hooguit interessant voor mijzelf en voor een paar levende vissen in de Mediterranee. Morgen een blog over een fietstochtje over de Utrechtse Heuvelrug. Wie er live bij wil zijn, morgenochtend half negen bij mij verzamelen, 60 km, rond de koffie weer thuis. (bluf)