dinsdag 30 juni 2009

Drieduizend Bouquetten

Bouquetreeks. Mijn Oma las ze, mijn moeder leest ze en deze week is alweer de drieduizendste verschenen. Drieduizend keer ‘vrouw wordt verliefd en ondanks misverstand krijgt ze toch de man’ . De uitvinder van de Bouquetreeks mag van mij de Nobelprijs voor de literatuur krijgen. Een oeuvreprijs voor herkenbaarheid en consistentie. Hoewel volgens de site van Harlequin er wel degelijk veranderingen te bespeuren zijn sinds de eerste uitgave. Zo zijn de vrouwen steeds zelfstandiger geworden en schijnen in de latere uitgaven ook mannen voor te komen die moeite moeten doen om een vrouw te krijgen. Jammer vind ik dat, als zelfs de Bouquetreeks zich aan de tijd aanpast. Wat was er dan mis met die blonde types die met reebruine ogen in de staalblauwe kijkers van de miljonair of dokter keken? Niks toch? Is er dan niets meer heilig?

Lang geleden logeerde ik in de herfstvakantie bij mijn Oma, ik jatte een ‘boeketje’ en las het in een adem uit. Ik las dat de vrouwelijke hoofdpersoon zich liet verleiden en zich heen en weer liet slingeren tussen opluchting en teleurstelling. Haar droomprins had haar eens lekker getongzoend maar was afgedropen want hij dacht dat ze een bedriegster was. Wat een sukkel, dacht ik toen, pak haar, laffe pyamaheld! Het kwam gelukkig goed en uiteindelijk werd er flink geketst, maar daar kwam je alleen achter omdat aan het eind van het boekje de zon door de gordijnen scheen en de hoofdpersone wakker werd na een droomnacht. Haar minnaar strekte zich uit en zei ‘bedankt liefste dat je voor altijd de mijne wil blijven en voor onze heerlijke nacht samen’. Heerlijk, heerlijk, heerlijk. Ik zie op de site van Harlequin dat er een jubileumeditie wordt uitgegeven. Die ga ik bestellen, voor mijn vrouw dan.

In het Zweed uwes aanschijns

Ik ben al een tijdje in Zweden. Enige tijd geleden nam ik me voor om rustiger te werken. Zo kon ik toch niet tot mijn pensioen doorgaan? Straks zijn de kinderen het huis uit en weten ze niet wie papa is, geld is niet zaligmakend, werk is ook maar werk en zo nog wat cliché's. Een cliché is een waarheid die, omdat hij te vaak wordt gezegd zijn expressieve waarde verloren heeft, maar wel een waarheid is. Dus ik ging minder werken.

Tot zich deze Zweed zich als klant meldde. Deze Zweed was een vette kluif met een 'professioneel' budget en geen ballen verstand van de Nederlandse markt. Oftewel, een spekkie naar mijn bekkie. We kunnen inmiddels goed lachen met elkaar, maar zo zijn we niet begonnen. De eerste afspraak met de Zweed was om half acht 's-ochtends. Hij was maar een dag in Nederland en wilde zijn tijd efficient gebruiken, de volgende dag moest hij alweer in Moskou zijn. Kon ik inkomen. Ik strikte mijn mooiste das, poetste mijn schoenen en leerde een paar mooie consultantstermen uit mijn hoofd, 'Resources Value Planning' bijvoorbeeld en 'Human Capital Lock-in'. En ik kreeg de opdracht, op één voorwaarde: om de drie dagen een 'status update phoneconference' per mobiel. Sinds die tijd belt de Zweed mij vanaf vliegtuigtrappen en vanuit taxi's door heel Europa. Een privé leven schijnt hij niet te hebben en dat ik er een heb komt niet in hem op.

Vandaag hebben we de opdracht afgerond.
'Thanks Michael, you are a good headhunter' zei hij tegen mij.
'You are a very nice client and you brought out the best in me' slijm ik terug. Dat scheelt, dan betalen ze hun rekening sneller.

Het zit erop, de zon schijnt, ik ga in de tuin liggen. Mijn mobiel zet ik uit. Even ontzweden. Hopelijk leest hij geen Nederlandse blogs.

maandag 29 juni 2009

Obsessie

Ik had een obsessie, ik zal uitleggen hoe ik erachter kwam en hoe ik me ervan verlost heb.
'Wat maak je toch veel dubbelzinnige toespelingen' zei iemand over mijn blog. Klopte, absoluut.'He, je doet het met de buurvrouw' zei een ander iemand. Klopte niet, het ontging die persoon dat dat blogberichtje vanuit een schizofreen perspectief geschreven was, ik was zowel mezelf als de buurman. Dus of ik of mijn buurman doet het met mijn of zijn buurvrouw. Meer kan ik over die kwestie niet loslaten, behalve dat het, inderdaad, weer een dubbelzinnigheid bevatte.'Kan het ook een keertje niet over es ee iks gaan?' vroeg weer een ander iemand en pas toen viel het kwartje, ik was geobsedeerd.

Ik was geobsedeerd, al een aantal jaren, door een andere vrouw. Het was verschrikkelijk. De obsessie nam groteske vormen aan en ik had haar niet meer in de hand. Ik dacht, ik droomde en ik fantaseerde over haar en kwam aan niets anders toe. Mijn huwelijk dreigde te sneuvelen, mijn bedrijf was bijna failliet en inderdaad, je voelt de echte ramp hier al aankomen, mijn manuscript kwam maar niet af.

Het was tijd voor aktie, dit kon zo niet doorgaan. Hoe kom je van een obsessie af? Ik raadpleegde de paar vrienden die ik nog had. Ondanks dat ik ze vanwege mijn obsessie al jaren verwaarloosde, mocht ik toch nog terecht bij ze voor advies.'Doe het met haar, veel en heftig, dan gaat het sprookje er wel af. Biecht het daarna op en ook je geweten is dan weer schoon' zei de een.Slecht idee vond ik, ook om praktische redenen, het object van mijn obsessie was niet te veroveren. Een andere vriend had een strakker plan: 'Maak haar in gedachten lelijk, zo lelijk als je kan. En hou dat beeld vast en je obsessie zal je spoedig verlaten.'Zo gezegd, maar niet zo gedaan. Hoewel, ik had toch die verrekte handige snorremansopplaktool van die film nog? Eureka! Zie hieronder het resultaat. Mijn obsessie is over!

vrijdag 26 juni 2009

Gerucht

Ooit heb ik Michael Jackson bijna ontmoet, in ongeveer 1990. Het was een week voor de feestelijke opening van The Grand, by far het duurste hotel van Amsterdam. Mijn Britse gast, een jonge bankier uit de City, logeerde er en we zouden die dag ons hoofdkantoor in Amsterdam bezoeken en een paar klanten. Hij vond het zelf ook ‘rather bananas’ dat zijn declaratiecapaciteit voldoende was voor The Grand, maar dat kwam omdat ze daar pre-opening prijzen hanteerden. Gelukkig maar, anders had hij Novotel Schiphol moeten nemen, toch minder leuk. En dan had ik onderstaand avontuur niet beleefd.

Ik haalde hem op, tot ik tegengehouden werd door een portier in legerkostuum die in het Engels tegen me zei:
‘sorry sir, no parking’.
Ik antwoordde in het Nederlands dat ik alleen maar een gast kwam ophalen en ok, ik mocht even blijven staan van de portiermeneer. Dat duurde al met al tien minuten, mijn Engelse gast was ‘embarassing late’. Ik vermoedde dat hij de avond ervoor de buurt had verkend, the Grand ligt op de wallen. Toen we wegreden zagen we een stuk of tien jonge jongens en meisjes op de stoep, met leren jasjes met heel veel ritsen.
‘Rumour has it’ zei mijn Engelse passagier ‘that Michael Jackson is in town and might stay at the Grand. I thought you might know all about it, chap’

Nee, daar wist ik niks van. Had ik het geweten dan was ik veel eerder naar the Grand gegaan. Hoe vaak krijg je een back-stage pasje voor een plek waar Jackson ook is?

Ok, het was maar een gerucht (hoewel ’s-avonds op het acht uur journaal melding van het gerucht werd gemaakt, het was dus niet een geruchtje maar een stevig gerucht en waar rook is…) en hij had ook in het Amstel of Krasnapolsky kunnen zitten, maar ik was, in mijn beleving althans, vlakbij Michael Jackson geweest. Stel je voor dat ik hem daar in de lobby was tegengekomen.

‘Hello Michael, my name is also Michael, or actually it is Michiel, but in English i always say Michael’ ofzo, had ik dan geopend en misschien, ja heel misschien, waren we dan wel vrienden geworden en daar had ik dan een boek over kunnen schrijven.

Helaas, mijn kans is verkeken, deze nacht is hij heengegaan. Toch hadden we een band Wacko Jacko en ik. Ik voel nog steeds hoe wij bijna vrienden waren, de raszinger en de amateursschrijver, helaas. Rust zacht, bijna-vriend.

donderdag 25 juni 2009

Is een gastenboek ook een boek?

'Warempel' denk ik 'iemand heeft een bericht over ons huissie geschreven'.
Ik leg het uit, wij zijn de gelukkige bezitter van een vakantiehuis in de Zuidfranse Pyreneeen. Overigens in Noord Frankrijk vindt u geen pyreneeen. Om dit te kunnen betalen, het is crisis, verhuren we. Dat is ondernemen op het scherpst van de snede. Al vele rijke bedrijven wist ik geld uit de zakken te kloppen voor dingen die anderen een vriendendienst noemen. Het verbleekt echter bij de trucs en tricks die het hebben van een vakantie-onderneming met zich meebrengt. Zo ook de stunt van een paar weken terug.
'Make sure people leave a message on your website' beval Holiday-Rentals.com aan. Hallo, ik was schrijver aan het worden, ik ging toch niet aan anderen vragen om iets in mijn gastenboek te schrijven? Een kok gaat toch ook niet aan zijn visite vragen om hun eigen hapjes mee te nemen? Op bezoek bij een slager neem je toch ook geen worst mee? Als je naar de hoeren gaat hoef je toch niet met je eigen vrouw .. stop.

Ok, ik schreef dus op holiday-rentals een stukje, over ons huis, en vandaag werkte ik even de kalender bij. 'Warempel' denk ik 'er staat een bericht'. Ik lees het na, goed van toon, mooi ritme, originele woordkeuze en dat allemaal in het Engels. Dat moet van een echte schrijver zijn denk ik, tot ik me realiseer dat het een pennevrucht van mezelf is geweest.

Mag dit? Stap ik hier over de grenzen van het betamelijke? Wat is het leven toch moeilijk als je een geweten hebt.

woensdag 24 juni 2009

Nog niet jarig...

Eindelijk, die vreselijke smurrie is van mijn vel. Het stinkt niet alleen, het begon ook nog eens verschrikkelijk te jeuken. Als ik degene te pakken krijg die me dit geflikt heeft... Oh ja, ik ging u mijn levensverhaal vertellen. U moet niet denken dat ik een dom blondje ben, die vergissing maken er wel meer en dat is volslagen onterecht. Ik heb echt een eigen wil en ik snap meer dan je zou denken als je alleen op mijn uiterlijk afgaat. Ik ben geboren - zo heet dat toch als je uit de verpakking van je schepper wordt gehaald? - nu ongeveer drie weken geleden. Van mijn schepper weet ik niet veel, behalve dat hij uit China komt. Na mijn conceptie heb ik een lange bootreis gemaakt, ben ik in mijn verpakking gezet en kwam ik terecht in de Durban Sports & Fun shop. Daar had ik een week of twee een aardig uitzicht, tot mijn nieuwe ouders me kwamen halen. Ik werd in een winkelwagentje gekwakt met 24 broers en zusters en sinds die tijd woon ik op de cricketclub.

De eerste twee dagen werd ik goed verzorgd. Soms werd er op me gespuugd en over me gewreven voordat ik uitgelaten werd, maar dat vind ik niet erg. Mijn huid is daar speciaal voor gemaakt. Als ik maar elke dag schoon en droog gewreven wordt. Tot de derde dag leidde ik een zorgeloos leventje zoals iedere andere Zuidafrikaanse cricketbal. Tot ik werd vergeten. Het was Jacques Rudolph zelf die me naast de bruine bak gooide in plaats van erin. Dus in plaats van warm en droog lag ik in het natte gras. En ja hoor, daar kwam hij, vet, volgevreten en stinkend dampte hij zo een halve liter smerigheid uit zijn achterste over mijn vel, ik bespaar u verdere details. Tot vanmorgen heb ik daar gelegen. Ik denk dat de cricketjongens mij wel zagen, maar me niet wilde pakken. Logisch, de stank was niet te harden. Pas vanmorgen ben ik opgetild door iemand die een plastic zak over zijn hand had aangetrokken, zo vies was ik. De duif die me dit gedaan heeft is voorlopig nog niet jarig. Hee, ik ben aan de beurt, lekker...

Ja spuug me maar onder jongen, mik me maar zo hard als je kan. Yes, wat een lekker tik onder mijn kont, ik schiet het verreveld in, Pak me maar op Jacques, gooi me weg. Heee, wat vliegt daar.......

dinsdag 23 juni 2009

Hoeveel tijd...


13.28 uur
Waar haal je de tijd vandaan? Ok, een blog over een blog, want deze vraag, gesteld door part-time blogvolger M. vind ik relevant. Het leuke van een blog is dat je zelf onderwerpen bepaalt, zelf bepaalt welke reacties je geeft, het is helemaal je eigen ding en het werkt supersnel. Inderdaad, one-click-publishing. Je doet het allemaal zelf, je hoeft op niemand te wachten.

Waar haal ik de tijd vandaan? De tijd die het duurt om dit bericht voor te lezen is een minuut of anderhalf. De tijd die het duurt om dit te schrijven ongeveer het dubbele, als je tenminste net als ik, na jarenlang ijverig kantoorwerk, over een geolied tweevingerig typsysteem beschikt. De enige letter die ik nooit blindelings vind is de letter Q. Die zit links bovenaan je toetsenbord, vandaar de naam QWERTY. Ik vermijd daarom de letter Q in mijn stukjes, was het u al opgevallen?

Voor het schrijfproces komt nog het denkproces. Inspiratie zo u wilt. Het vreemde van schriftelijke communicatie is dat mensen dat denkproces opeens erg precies en heel erg goed willen doen. Veel intelligente mensen, luchtige causeurs aan de bar, krimpen ineen als ze gevraagd wordt om hun gedachten op papier te zetten. Waarom? Waarom niet direct dat wat je verzint via je twee vingers opschrijven? Het antwoord: de confrontatie is veel harder. Wat in de lucht verdwijnt als je praat blijft voor de eeuwigheid als je het eenmaal hebt opgeschreven. En daar zit hem de crux. Een stomme opmerking in de lucht levert gelag op, op papier een frons. Of een literaire prijs als je het goed doet.

Dus, samenvattend, hoeveel tijd je ermee kwijt bent hangt af van
1 - de zuiverheid van je gedachten
2 - je typsnelheid

Als je zoals ik maar wat weglult en het mag nergens op slaan, ja dan kan het snel gaan.

13.33 uur
typfouten weghalen, drie keer nalezen, zin weg, zin veranderen, goedkeuren,
13.38 uur
plaatje zoeken, uploaden, KLIK, Klaar.

Iedereen kent elkaar

Stilte. Mijn gedachten produceren niets meer. Is het eindelijk zo ver? Staakt na al die weken bloggen mijn productie hier en nu? Is dit wat ze writers'block noemen? Nee, als je last hebt van geestelijke blokkades, zo lees ik op psychologische zelhulpsites, gaat dat gepaard met gevoelens van lusteloosheid, onbehagen en twijfel aan eigen kunnen. Daar heb ik geen writers block voor nodig, dat heb ik elke dag. En toch lijkt het er verdacht veel op dat er vandaag geen stukje op het scherm verschijnt. Gelukkig heb ik in deze noodgevallen altijd een hot-line met de man die in de afgelopen weken een hele goede vriend is gebleken, ons aller Jacques Rudolph. Ik heb inmiddels zijn mobiele nummer gekregen van een gemeenschappelijke kennis van een gemeenschappelijke kennis. Wist u dat iedereen over de hele wereld via maximaal vijf contacten met elkaar is verbonden? Zo ook Jacques en ik.

'Jacques, how are things?' vraag ik en wat blijkt, Jacques spreekt Nederlands.
'He, Michiel, ik heb begrepen dat ik in Nederland beroemd ben door jouw blog' zegt hij 'te gek man, echt heel leuk'
'Jacques, snij de rommel af ' zeg ik (ik ga van schrik letterlijk engels-nederlands spreekvertalen, ik bedoelde 'cut the crap') 'ik weet niks meer te schrijven, help!'
'Michiel, dat is verschrikkelijk' antwoordt Jacques en ik voel onze onderlinge verbondenheid door die opmerking groeien. Jacques is begaan met mijn lot, al is het uit eigenbelang, als ik niks meer weet te bloggen, zal hij terugzakken in de anonimiteit.

'Niet getreurd' zegt hij, 'ik weet nog iets over onze duif, een leuk nieuwtje wat de lezers van jouw blog nog niet weten'. Mijn hart maakt een extra klopje...
'Jacques' zeg ik 'het mag niet meer. De lezers van mijn blog, ze zijn het zat, ze...'
Jacques onderbrak me en vertelde het werkelijke verhaal. Hij had het van een duif die weer bevriend was met een andere duif en nou ja, alle duiven kennen elkaar en zo wist Jacques het. Het is een ongelooflijk verhaal, morgen op deze site vertel ik het...

maandag 22 juni 2009

Ik begrijp Robert Vuijsje wel

De lijst met boeken die ik nog wil lezen maar nog niet aan toegekomen ben, u kent die lijst wel, iedere lezer heeft zo'n lijst behalve gepensioneerde mensen zonder vrienden, die lijst dus, die is met één geslonken. In twee stints las ik 'alleen maar nette mensen' van Robert Vuijsje. Hij is goed, hij is echt goed en hij durft. Sinds ik de cursus bij Paul Sebes volgde weet ik: echte schrijvers kennen geen schaamte. Vuijsje ook niet, dat blijkt al na een paar pagina's.

Ik begrijp Vuijsje wel. Ik had ooit een secretaresse uit Suriname die zo kon figureren in zijn boek. Misschien doet ze dat ook wel. Ze had een achternaam die ik, om privacy redenen, hier niet prijs geef. Die achternaam betekende de uitwerpselen van een dier. Ze heette bijvoorbeeld 'hondendrol'. Zo heette ze dus niet, maar iets vergelijkbaars, nee, ook niet paardenpoep, maar wel zoiets. Ik stop nu anders geef ik het alsnog weg.

Ze beweerde dat haar achternaam aan haar voorouders was gegeven door een voormalig slavenhouder met sadistische neigingen. Ze beweerde ook dat slavenhouders hun slaven eerst vernederende voornamen gaven en later, toen achternamen verplicht werden, achternamen waardoor meteen duidelijk was van wie ze waren. Ze kwam met het voorbeeld van Matras Saculnav, maar meer voorbeelden wist ze niet (Saculnav = Van Lucas, de slavin heette dus Matras Van Lucas, get it?) Verder had ze enorme, naar achterstekende billen en net als in het boek van Vuijsje was ze daar erg trots op. Ze ontving onze sollicitanten, behalve schrijven zit ik ook in werving- en selectie, en dan parkeerde ze die in een kamer, gaf ze ze een kop koffie en meldde aan ons dat we onze listige vragen konden gaan afvuren. Ze had de leuke gewoonte om bij die aankondigingen haar vermoeden van de sexuele voorkeuren van de sollicitanten er ongevraagd bij te vermelden.

Op een dag was ze wat laat op kantoor en ook prikkelbaar. Niks voor Grace. Oh ja, Grace, dat was haar voornaam, om eerlijk te zijn beschreef die voornaam haar niet echt adequaat. Ze liep op me af en zei 'je sollicitant is er, ik denk dat hij op SM geilt'.

'Grace, wat is er vandaag met je?' vroeg ik. Had ik geleerd op een managementcursus.
'Die vent van mij' zei Grace 'die ben ik zat. Wel neuken maar geen poen thuisbrengen, ik ben het helemaal zat'.
Jammer dat ik toen nog geen schrijver aan het worden was, dan had ik nu de Gouden Uil gewonnen.

zaterdag 20 juni 2009

Tot na de reclame!

Wie na aankoop van de misdaadbundel ‘Misdaad in het kort’ de kassabon opstuurt naar Uitgeverij PAMAC maakt kans op een 3-daags arrangement voor 2 personen in Boekenhotel Doldersum. Dit arrangement is inclusief een welkomstdrankje op de comfortkamer, dagelijks ontbijtbuffet en diner. De actie geldt tot 15 september a.s. Kassabonnen kunnen worden ingestuurd t/m 30 september. De winnaar van dit arrangement wordt een dag later bekendgemaakt op de website van de uitgeverij. Wie het boek aanschaft in de webshop van de uitgeverij dingt automatisch mee naar dit gratis arrangement. De winnaar verblijft met een tweede persoon naar keuze van 23-25 oktober in Boekenhotel Doldersum.
Meer informatie: http://www.pamac.nl, http://www.boekenhotel.nl/


Tweede persoon naar keuze, dat is nou jammer. Verder een leuke actie toch?

vrijdag 19 juni 2009

Ruiende taal

Voorzitter: 'het woord is aan de geachte afgevaardigde Wilderveer'
Wilderveer: 'Meneer de voorzitter, bedankt dat u mij de gelegenhied geeft te reageren op de eerdere sprekers. Ik vind dat het witte gevaar onderschat wordt. Mij is vaak populisme verweten, dit keer denk ik dat we toch allemaal inzien dat we hier niet te maken hebben met vredelievende ronde witten, maar met een agressor zoals we nog niet eerder kenden.'
Grijskop: 'bewijzen, Wilderveer, waar zijn je bewijzen?'
(geroezemoes)
Voorzitter: 'Afgevaardigde Grijskop, orde graag, het woord was aan de heer Wilderveer'
Wilderveer: 'Meneer de Voorzitter, Grijskop vraagt om bewijzen. Hij wil wachten tot de agressor daadwerkelijk toegeslagen heeft. Hij wil passief toezien hoe onze duivencultuur en alles waar we hier voor staan en generaties lang hard voor hebben gewerkt door de ronde witten wordt afgebroken. Ik pleit ervoor om niet af te wachten, maar het initiatief te nemen,voordat we overspoeld worden door een tsunami van ronde witten. Actie meneer de Voorzitter, het is tijd voor actie! Nu!'
Voorzitter: 'Meneer Grijskop, nu mag u'.
Grijskop: 'Dank u meneer de voorzitter. Ik erger me al jaren, en velen met mij aan de agressieve, opruiende taal van de heer Wilderveer. Er is geen enkel bewijs dat de ronde witten ons slechtgezind zijn. Ze ruiken anders, ze vliegen anders en ze zijn bevriend met mensen. Ik geef toe, het is ook niet mijn stijl, echter meneer de Voorzitter, ze hebben ons geen kwaad gedaan. Als ze niet met de mensen spelen liggen ze in een bruine bak die verschrikkelijk stinkt naar rubber. Het is anders, het is nog wat wennen voor ons, maar het is nog geen reden om ze van ons veld te weren of aan te vallen.
Wilderveer: 'Lafaard! Schijtlijster!'
Voorzitter: 'Orde meneer Wilderveer, het woord schijtlijster wil ik in deze til niet meer horen'
Wilderveer: 'Excuses meneer de voorzitter, ik liet me gaan. Ik, meneer de voorzitter, zal het bewijs leveren. Ik heb een van mijn fractiemedewerkers gevraagd een vriendelijke toenadering te zoeken tot een der ronde witten. Ik heb hierbij uitdrukkelijk de instructie te geven uitsluitend geweld te gebruiken indien de andere partij daarmee begint. Ik stel voor dat we gezamenlijk even de til uitgaan om te aanschouwen wat er gebeurt. U ziet, een van de ronde witten gaat nu spelen met Jacques Rudolph, mijn fractiemedewerker ziet u links boven de dug-out vliegen. Kijkt u nu zelf'

donderdag 18 juni 2009

Gezichtsbeharing, mijn standpunt

In het bedrijfsleven is gezichtsbeharing in welke vorm dan ook taboe. Ooit een directeur gezien van een commercieel bedrijf met baard, snor, bakkebaarden, designers' beard (dat is zo'n ongeschoren kop die George Michael vroeger had), sik of neukteugels? Nee toch. Dat betekende voor mij dat ik er ook niet over na hoefde te denken. Vraag een rups wat hij ervan vindt dat het Oostenwind is, het kan hem geen bal schelen, het zal hem zijn reet roesten, het kan hem geen moment boeien, het interessert hem geen flikker en het is hem worst. Tot het moment dat die rups zich ontpopt heeft tot vlinder, dan komt hij erachter dat oosten- of westenwind een groot verschil is als hij op reis gaat naar de bloemen.

Nu ik schrijver aan het worden ben kan ik het onderwerp gezichtsbeharing niet langer negeren. Het dringt zich aan me op, ik duw het een paar keer weg en ben nu zo ver dat ik een besluit moet nemen. Zijn er schrijvers met snorren of baarden? Ja, ik denk van wel en trouwens, het uiterlijk van een schrijver is niet relevant. Af en toe op de foto voor de cover van een nieuw boek, dat is een van de weinige confrontaties van het uiterlijk van de schrijver met zijn lezerspubliek. Desnoods haal je voor de foto je gezichtshaar weer weg, als de beroepscode van schrijvers (bestaat die?) het gebiedt. Niets staat dus nog tussen mij en een snor, anders dan mijn eigen beslissing.

Piekerend breng ik mijn dagen door, de snorbeslissing laat me maar niet los, tot ik op een site kom die mij helpt. Het is de site van de film 'de laatste dagen van Emma Blank'. Geen idee wat voor film dat is, maar er zit een gimmick op die ik direct download. Een snorrenmans opplakktool. Knip, plak et voila. Zou u zo vriendelijk willen zijn uw mening te geven? Erop of eraf? zegt u het maar.

woensdag 17 juni 2009

Gedver, wat een perverse duif

Spuuglelijk zijn ze. Spuuglelijk, allemaal. En dan noemen ze mij vreemd. Er is niemand die mij aantrekkelijk vindt. Met Liesje Vleugel, dat ging dan nog wel, die liet lekker wat veren van haar achterhoofdje pikken, dan zag ik wat kale plekjes en daar werd ik wel opgewonden van. Maar verder dan dat wilde ze niet gaan. 'Een ouwe vuile perverse duif' noemde ze mij. Oud? Onzin! Ik ben in de meest bronzige periode van mijn leven en vuil? Ik vind juist al die veren vies. Heerlijk vind ik dat, blote buiken en blote vleugels. En pervers? Weet je wat pervers is? Peter de Postduif, die is verliefd op Koert de Koerkonig, kun je je dat voorstellen? Hij haalt takjes voor hem zodat hij een nestje kan maken en hij wil altijd het plekje naast hem op de stok. Dat vind ik pas pervers!

Fien de Fladderaar joeg me meteen het hok uit nadat ik haar vertelde dat ik fantaseerde dat ze al haar veren voor mij zou afleggen. Dat ze zo kon schelden had ik nooit gedacht. En dat ze dan niet meer kon vliegen, nou en? In het Midden Oosten moeten de duiven een burkha aan, dat vliegt toch ook voor geen meter? En heb je ooit een moslima-duif horen klagen? Nou dan.

Trouwens, wat zie ik daar, een duif zonder veren. Wat een schatje! Ik geloof dat ze ook naar mij kijkt. Tjonge, geen veertje te bekennen, maak me geeeek! En vliegen, wouw, dat noem ik pas vliegen, ze scheert door de lucht met dat lekker kale lijf van haar. En lef heeft ze ook, ze loopt naar Jacques Rudolph in het buitenveld en laat zich gewoon oppakken! Wauw en wat vliegt ze daar weer mooi weg. Ik ga haar versieren.
'Hoi lekker ding, zullen we samen ...'

dinsdag 16 juni 2009

Recensie 'Misdaad in het kort'

Wim van Eyle (inderdaad, auteur van "Lexicon Nederlandstalige Misdaadauteurs") heeft een recensie geschreven over het boek waarin een verhaal van mij staat. Ik word niet genoemd...Jammer, gemiste kans van hem om als eerste mijn stijl literair te stickeren.

Groetjes van Michiel Kobben.

Uitzending gemist? Michiel Cobben bij Pauw en Witteman.

JP: 'te gast bij Pauw en Witteman de schrijver van die bekroonde bestseller de heer Michiel Cobben. Michiel, ik stel voor dat we elkaar tutoyeren, welkom en gefeliciteerd met al je literaire prijzen en de nummer 1 positie in de CPNB lijst.

Ik: 'Dank U meneer Pauw'.

PW: 'Allereerst een persoonlijke noot. Ik vond je boek geweldig. Die hoofdpersoon zet je zo treffend neer, heerlijk om te lezen. En wat een lul is het he? Echt een lul, hij doet alleen maar aardig omdat hij rijk en succesvol wil worden, toch?'

JP: 'Natuurlijk. Dat soort mensen bestaat niet. Ik vond het overigens geen lul, ik vond het een enorme klootzak. Echt een klootzak, zoals hij tekeer gaat tegen mensen die het minder hebben, dat is gewoon arrogant en klootzakkerig.

PW: 'Michiel, hoe kom je erbij om zo'n karikatuur van een zakenman neer te zetten, zo egoistisch, ballerig en gewetenloos?'

Ik: 'Nou, het is dus grotendeels een zelfportret'.

maandag 15 juni 2009

Papa, je had gelijk. Hoewel...

Spijt. Ik had naar mijn vader moeten luisteren. Mijn vader was een van de grotere aannemers van de streek. Elke dag als ik naar het trainingsveld ga rijd ik langs de zaak. "Rudolph & Son" staat er in grote gele letters op het dak. Hij heeft dat '& Son' er nooit af willen halen. Hij wist toch dat cricket geen bevlieging voor me was, hoe vaak heb ik hem verteld dat ik geen interesse had in bouwen? Ik word misselijk van de geur van cement en ik heb welgeteld één keer gelunched in een schaftkeet. Buikpijn kreeg ik. Maar de laatste tijd heb ik steeds vaker spijt. Mijn cricketcarrière zit hopeloos op slot. De laatste keer dat er een scout van een van de grote profclubs kwam kijken is jaren geleden en ik ben al tijden niet meer geselecteerd voor het provinciale team, laat staan dat ik ooit nog bij het nationale team in beeld kom. Er zijn heel veel goede cricketspelers in Zuid Afrika, wie ben ik om te denken dat ik ooit naam zou maken met mijn cricket? Mijn enige sterke wapen is mijn gerichte afstandsworp, Wilhelm Tell is er niets bij.

Toen mijn Pa zo oud was als ik nu ben, woonde hij al in een kast van een huis en tracteerde hij elk weekend op een braai voor de hele familie. En ik? Mijn bezittingen bestaan uit een klein appartementje, een derdehands auto en een verzameling antieke kaartjes van vooroorlogse cricketspelers, zoals van Jehanqir Khan, een middelmatige speler die uitsluitend aan de vergetelheid is ontrukt omdat hij in 1936 op de Marylebone Cricket Club een mus uit de lucht gooide.

Ik kan nooit meer tegen Pa zeggen dat hij gelijk had, dat de meeste cricketspelers in anonimiteit een armoedig bestaan leiden. Hij is dood. Op zijn begrafenis zei Tante Victoire op haar eigen bemoeizuchtige wijze 'Je vader was een geslaagd man, maar jouw tijd komt ook nog wel'. Dieper had ze me niet kunnen beledigen. De waarheid zo onverbloemd in mijn gezicht, ik kon het niet verdragen. Gisteren heb ik mezelf gegoogled. Frank Rudolph, 11 hits, alleen maar wat onbelangrijke cricketuitslagen. Ik ben mislukt, niemand zou mij herrineren als ik nu zou sterven, geen schrijver of dichter zal ooit geinspireerd raken door mijn zielige levensverhaal.

Was ik maar zoals die duif, vrolijk zwevend, zich van geen kwaad bewust. Alle mislukkelingen op een stokje, hij vliegt precies in mijn richting.

Met dank aan J. uit de UK voor de research.

vrijdag 12 juni 2009

Duivensport

Nog een uur. Ze wacht op me, natuurlijk wacht ze op me. Die lelijkerd die me meenam in de vrachtwagen weet dat ik daarom zo hard vlieg. Mijn instinct heeft me niet in de steek gelaten, nog een uur en ik ben er, geen meter teveel gevlogen.
Zou ze het gemeend hebben? Zou ze werkelijk met mij een nestje...? Ik kan het bijna niet geloven, ik gloeide helemaal van trots toen ze zei dat ik zo mooi kon zweven. Als die tegenwind boven de Nairobische woestijn er niet was geweest, dan zou ik er al zijn. Nog maar een uur.

Nog een half uur. Gelukkig is het lekker weer. Niets is zo killing voor een weerzien met je geliefde als regen. Bij een thuiskomst moet het lekker weer zijn. Het zonnetje is heerlijk nu, ik voel mijn vleugels bijna niet meer, zo lekker.

Nog tien minuten. Wat zou ze aan het doen zijn? Natuurlijk, vrijdag half drie, ze is cricket aan het kijken. 'Zo sierlijk als de ballen van Jacques Rudolph door de lucht zweven, zo zweef jij ook.' zei ze en ze meende het. Ik ben nog nooit zo verliefd geweest. Ik ben kapot. Wat heb ik een zin om naast haar te landen en lekker te koeren.

Nog een minuut. Ik vlieg lekker laag door het stadium, dan ziet ze me niet aankomen. Op een paar uur na heb ik een hele week gevlogen en nu ben ik er eindelijk. Als ik eerst langs huis ga moet mijn wedstrijdring eraf en in de klok, daar heb ik geen zin in. Ik vlieg rechtsreeks naar het cricketveld. Kijk daar zit ze op de dugout. 'Schatje, joehoe!! Ik ben thui...'

donderdag 11 juni 2009

Weledelzeergeleerde heer Dr. Cobben

Mijn broer heeft me ingehaald en een boek geschreven, een promotiewerk zelfs, ik snap het voorwoord en haak daarna snel af. Latijnse termen en chi-kwadraat toetsen, u kent het wel, niet om door te komen zo'n boek. Ik ken mijn broer nog uit de tijd dat hij een klein mannetje was met een grote bek. Nu is hij een grote man geworden met een klein bekkie. 35% (vijfendertig procent!) van de blindedarmen wordt voor niets uit uw lijf gesloopt als u zich met bepaalde pijnklachten bij uw dokter meldt. De snijgrage chirurg haalt uw blindedarm eruit, omdat hij het niet voor elkaar krijgt om u ofwel even radio-actief te bestralen en dat op foto vast te leggen ofwel geluidsgolven te laten weerkaatsen en weer op te vangen op beeld ofwel om u even in een tunnel te leggen en u magnetisch te laden en en daar dan even naar te kijken. Terwijl dat voor een Dr. in de radiologie eenvoudige klusjes zijn. Fluitjes van een cent zogezegd. Nou ja, niet helemaal een cent, mijn broer moet daar een paar seconden naar kijken dus dat is al gauw honderd euro. Mijn broer wil een nieuwe zeilboot en platinum golfclubs, vandaar.

Stel, hypothetisch gesproken, dat mijn broer en ik vroeger onze zinnen waren begonnen met: 'gewaardeerde broer, bedankt voor deze opmerking/vraag/kritische kanttekening', dan zouden ons beider levens anders zijn verlopen. Want een grote bek had hij vroeger, maar daar was gisteren tijdens de verdediging van zijn proefschrift weinig van over.
Zou ik vastgelegd hebben dat 35% van de blindedarmen voor niets verwijderd worden dan zou ik daar meer werk van maken. Rekent u eens even mee. Een op de 15 mensen krijgt ooit een blindedarmontsteking en een blindedarm is gemiddeld tien centimeter lang. (bron: gezondheidsplein.nl. Hoe vindt u dat, een bronvermelding? Ik lijk wel een wetenschapper). Snel rekenend wordt er in Nederland 500 meter blindedarm per jaar voor niets verwijderd. Voor de chirurgen onder ons: dat is een behoorlijke par 5.
Kijk dat schrijft mijn broer dus nergens, dat van die par 5. Dan was het tenminste voor de neutrale, niet medisch geschoolde lezer ook een beetje leuk leeswerk geweest en was er nog meer publiciteit gekomen. Wat is NRC en BNR als je ook op CNN had kunnen komen? Wat zijn 1400 google hits als het er ook 14 miljoen hadden kunnen zijn? Maar nee, mijn broer nuanceert erop los, de mitsen en de maren vlogen de hooggeleerde heren om de oren en hij is de redelijkheid zelve, zijn grote bek is voorgoed verdwenen.
Maakt niet uit, het was een gezellig feestje.

woensdag 10 juni 2009

De duif en zijn buurjongen

U weet hoe dat gaat. Oh, u weet het niet want u heeft geen buurjongen. Aha, dan een stukje verduidelijking naar u toe. De vorige zin is de lelijkste die ik ooit opgeschreven heb, maar dat terzijde, we hadden het over buurjongens. Buurjongens scheppen tegen elkaar op als ze nog buurjongetjes zijn. 'Mijn vader heeft een porsche' zegt de ene buurjongen en de andere buurjongen zegt dan 'Mijn vader heeft een Ferrari', want Ferrari, dat weten jongetjes al vanaf dat ze heel klein zijn, staat hierarchisch boven de Porsche.
Of de ene zegt 'ik ga later bij Ajax voetballen, zegt de trainer zelf tegen me' en dan de ander. 'Ik word later multimiljonair en dan koop ik Ajax en dan ontsla ik jou en dan ga ik er zelf spelen'. Ezovoort, enzoverder, etcetera.

Zo ook de twee duivenbuurjongens in dit verhaal.
'Jij durft lekker niet op de dug-out van het cricketveld te zitten' zei de een.
'Jawel hoor' zei de ander en hij deed het.
'Jij durft lekker niet boven het cricketstadion te vliegen' zei de een
'Jawel hoor' zei de ander en hij deed het.
'Jij durft lekker niet op het hoofd van Jacques Rudolph te gaan schijten' zei de een
En hoe dat afliep ziet u hier beneden. Kindertjes die meelezen: dat komt ervan als je opschept.

dinsdag 9 juni 2009

Bloggen is zinloos, zoals alles.

Het zal de voorpagina van de dagbladen niet halen en toch was het heet nieuws, althans voor mij. Jeugdvriend en schrijver Viktor Frölke kondigt op zijn blog aan minder intensief te gaan bloggen. Hij belooft af en toe nog een drol achter te laten, maar zijn dagelijkse diarree zal ik moeten missen. Ik begrijp het, maar accepteren, dat gaat nog wat lastiger.

Mijn eigen blog is opgezet omdat ik er van geniet een losse, soms rare gedachte verwoord te krijgen op een manier zodat anderen me kunnen volgen. En om te amuseren en te relativeren, het leven is al zo serieus. Is dat genoeg raison d'etre voor een blog? Er bekruipt me regelmatig het gevoel dat deze blog volslagen zinloos is. Die gedachte eindigt meestal in de conclusie dat het hele leven zinloos is, dus dat ik net zo goed door kan bloggen. Een voordeel: mijn blog heet schrijver worden. Zodra ik schrijver ben heb ik een legitieme reden deze blog te stoppen en een soap op tv te gaan volgen of een andere zinlose hobby op te pakken. Punniken, wie weet.

Mijn teller staat inmiddels op 91 blogberichten. Ik tel op Victor's site 558 blogberichten sinds juni 2006, een fantastische prestatie. Ze werden beter, herkenbaarder. Ik hoop dat ze voor Viktor zijn werk gedaan hebben. Zijn kinderen en andere leven trekken nu harder dan de drang om dagelijks te bloggen. Nogmaals, ik begrijp het. En toch, partir. c'est mourir un peu.

maandag 8 juni 2009

De duif en de werper, een softie trouwens

Mijn naam is Rudolph, Jacques Rudolph. Ik ben professioneel cricketspeler. Ik heb er lang over gedaan om zover te komen, de cricketwereld is hard en ik ben een softie. Altijd al geweest oveigens. Toen ik een kleine jongen was en door mijn vader voor het eerst meegenomen werd naar een cricketveld zagen de andere jongetjes in de kleedkamer meteen dat ik een softie was. Ik huilde een beetje toen mijn vader me afzette en me zei dat hij me na de training weer zou komen halen.
'Huilebalk, softie' riepen de andere jongens en eentje sloeg me tegen mijn kop.

Ik kon me alleen handhaven in de cricketwereld omdat ik een loepzuiver en snoeihard schot heb. Ze gedogen me, de anderen. Ze drinken bier, ik drink witte wijn. Ze rijden motor, ik heb een fiets. Ze eten het liefst T-bone steaks en ik ben vegetariër. Ik ben een echte dierenvriend.
'Dooie beesten, lekker' roepen ze vulgair als ze na de wedstrijd gaan eten. Ik zeg niets, maar ze zien natuurlijk de tranen in mijn ogen. Als ik laat merken dat ik het erg vind, dan slaan ze me in elkaar. Ik doe dus maar een beetje net alsof mee, al doet het leed van de dieren me altijd veel pijn.

Wat doe ik nog bij dat cricket vraagt u zich af. Om eerlijk te zijn weet ik het niet goed, maar ik ben er nou eenmaal goed in, het is mijn beroep, het betaalt niet slecht en vind maar eens een andere job. De werkloosheid in Zuid Afrika is hoog, heel hoog. Het is vol te houden voor me, als ik ze maar niet lastig val met mijn overdreven liefde voor dieren.

Dit is wat me vandaag overkwam. De bal rolde naar me toe, ik pakte hem en in een flits gooide ik hem terug. Niet nadenken, werpen, daar ben ik goed in.

zaterdag 6 juni 2009

Heet nieuws: de duif was een terrorist

Dankzij intensieve samenwerking tussen Scotland Yard, de KGB, FBI, CIA, PSV en Ajax is een complot ontmaskerd om de Engelse Koningin (eng: queen) te vermoorden. Op Internet, in de bestanden van een handlanger die zich voordeed als amateurschrijver, is een brief opgedoken van een Al Qaeda duif:

'Dit is mijn afscheidsbrief. Allah heeft me geroepen tot de Jihad. Mijn gehoorzaamheid aan Allah is grenzeloos en mijn oppoffering staat niet ter discussie. Onder mijn veren heb ik de lading verstopt, cyanide, een klein beetje maar. Het zal moeilijk vliegen worden, maar ik hoef maar een klein stukje. Aan de andere kant van het cricketveld staat het koud buffet opgesteld. Het derde bord links is van de koningin. Ik ga, 70 jonge maagd-duifjes wachten op mij'.

Geheim agent Jacques Rudolf, buitenvelder met een messcherp oog en een loepzuivere gooitechniek, was net op tijd ingeseind en wist de aanslag te verijdelen. Dankzij knap acteerwerk leek het allemaal een grote grap (zie filmpje), kon Rudolph incognito het cricketspel hervatten en hoefde hij zijn Uzi niet te voorschijn te halen (zie filmpje en let op: nergens ziet u een Uzi). Rudolph doodde de duif en gaf het lijk aan de collega's van Scotland Yard die verdekt opgesteld stonden achter de reclameborden en het daar verder onschadelijk maakten. De Britse koninklijke familie is direct na het incident ingelicht, De Koningin en Prins Charles hebben hun bezoek afgelegd conform vastgestelde agenda en hebben het buffet op het cricketveld genoten. Prins Charles verslikte zich hierbij in een aardbei en zei 'My Goodness, what a large strawberry'.

Tot zover onze correspondent uit Zuid Afrika.

vrijdag 5 juni 2009

'Kerel, hoe gaat het?'

'Hé, kerel, hoe gaat het?' vraagt een andere vader op het schoolplein.
'Hé, kerel, hoe bedoel je?' vraag ik terug. Ik woon in het Gooi, een van de laatste reservaten van het woord 'kerel'.
'Nou gewoon, hoe het gaat' zegt hij en hij haalt de sleutels van zijn Audi QX of zoiets uit zijn zak, klaar om weg te scheuren naar zijn kantoor waar hij als hij binnenkomt direct de omzetcijfers van de afgelopen week gaat bekijken om zijn commissie te berekenen. Denk ik, want ik mag niet mee, al zou ik willen.
'Zakelijk, prive, met mijn gezondheid, met de gezondheid van mijn familie, met mijn pogingen schrijver te worden, met de schoolresultaten van mijn kinderen, met het verwerken van de kaasfondue van gisteravond, wat bedoel je toch, kerel?' vraag ik.
Mijn gesprekspartner kijkt op zijn horloge, gekocht van zijn laatste bonus.
'We moeten weer eens een biertje doen' liegt hij en hij stapt in zijn penisverlenging.
'Oke, als je het echt wilt weten, ik zit in een existentiele crisis, kerel.' zeg ik.
'Oh..., euh..' ik zie de spijt dat hij me heeft aangesproken in zijn ogen. 'Wat is dat?' perst hij eruit, terwijl hij met open deur de auto start.
'Een existentiële crisis is een staat van paniek of een gevoel van intens psychologisch onbehagen over levensvragen. Het komt vooral voor in onze cultuur, waar basale overlevingsbehoeften vervuld zijn. Het is het besef eenzaam en geïsoleerd te zijn, geconfronteerd met de eindigheid van het eigen bestaan, dat er mogelijk geen hiernamaals is, dat het leven zinloos is, kerel.'

Hij is al in zijn auto gestapt en weggereden. Mooi zo, ik neuk namenlijk met zijn vrouw en het zou echt fout voelen als hij me aardig gaat vinden.
Noot van de schrijvers: Het is natuurlijk cabaret, uiteraard ga ik niet vreemd. Iedereen die mijn vrouw kent snapt dat ik dat niet durf. Bovenstaand is geschreven vanuit het perspectief van een schizofreen, ik ben beide mannen.

donderdag 4 juni 2009

De liefde tussen een man en zijn duifje.

Een liefdesverhaal met een dramaaaatisch einde. Er was eens... een duif die in Zuid Afrika woonde. Deze duif had het hart op de juiste plek, linksboven in de borstholte om precies te zijn. Zijn hobby was cricket. Op het veld achter zijn nest werd elke woensdag en elke zaterdag een cricketwedstrijd gespeeld. De duif genoot van het spel, al duurde het wel enkele jaren voor hij de regels doorhad. Zijn favoriete speler was Jacqeus Rudolph. Zoals Jacques de cricketbal gooide, zo gooide er geeneen. En de nieuwe shirts van zijn team stonden Jacques gewoon veel beter dan zijn teamgenoten.

Op een mooie, zonnige woensdagochtend ging de duif op zijn vaste plekje zitten, boven de dugout van het team van zijn favoriete speler. De zon had er vrij spel en het was heerlijk uit de wind, maar niet alleen daarom was dit zijn favoriete plekje. Hier kon hij ook de gesprekjes volgen van de coach en zijn assistent. Onze verliefde duif wist daarom dat het niet zo goed ging met Jacques. Hij zou misschien gewisseld worden.

Jacques zelf wist nog van niets.
'Je moet een speler nooit onzeker maken' zei de coach tegen de assistent. 'Daarom geef ik nooit waarschuwingen. 'Maar als die fu***** Rudolph nu weer op de thuisplaat aangooit in plaats van op twee, dan zet ik hem een team terug'.

De duif schrok. Was er maar een manier om Jacques Rudolph te waarschuwen. Niet op thuis gooien maar op twee. Daar rolde de bal naar Jacques. De duif zag aan zijn werparm dat hij weer op thuis zou aangooien. De duif vloog op en gilde 'Jacques!! Jacques Rudoooooo....' Beneden kunt u zien hoe deze dramaaatische liefdesgeschiedenis afliep.

woensdag 3 juni 2009

De vrouw van een miljoen, nee, twee miljoen

In de file, op de strook naast mij rijdt een erg lelijke vrouw. Dat heeft niets met mijn smaak te maken, als u haar zou zien zou u haar ook heel erg lelijk vinden. Elke objectieve toeschouwer zou haar lelijk vinden. Fout kapsel, lange neus en scheve ogen. Ik denk dat Y., mocht hij naast me gezeten hebben, op dit moment ‘een miljoen’ had gezegd. Toen Y. en ik nog regelmatig elkaars tijd verspilden keken we graag en vaak naar vrouwen.

oude lelijke vrouw

Als ze heel erg mooi waren wilden we wel gratis met ze naar bed (niet dat dat ooit aangeboden werd overigens) en als ze lelijk waren dan werd er een bedrag op hun hoofd gezet waar we het wel voor zouden doen. Bijvoorbeeld een miljoen, als het geval in kwestie erg lelijk was, gele tanden ofzo. Gele tanden deden in principe al boven het miljoen, maar dat waren nog guldens destijds.
‘Een miljoen, minimaal’ riep ik dan bijvoorbeeld.
‘Aha, dus voor negenhonderdennegentig duizend gulden zou jij het niet doen met haar?’vroeg Y.
‘Nou ja, dat ook nog wel, maar geen cent minder en alleen als ik mijn ogen dicht mag houden’ was dan mijn antwoord weer.
Die discussies konden even duren, maar als resultaat had je dan ook een haarscherp beeld van elkaars rangschikking van vrouwelijk schoon. U begrijpt, dit speelt in een periode van ons leven waarin we veel tijd hadden en weinig geld. Y. en ik hebben het allebei niet slecht gedaan, ik vermoed dat hij inmiddels wat meer kwartjes heeft dan ik, maar hij prijsde zich toen al stelselmatig wat duurder in de markt. Heel veel tijd hebben we allang niet meer.

De vrouw van een miljoen in de file naast mij heeft ook geen tijd en met een ruim handgebaar laat ik haar voor. Ze voegt haastig in en zwaait dankbaar in het achteruitkijkspiegeltje. God, wat is ze lelijk, ik verander mijn mening naar twee miljoen. Ze lacht dankbaar, ik zie gele tanden. Ongewend als ze is om voorgelaten te worden geeft ze te weinig gas en haar auto slaat af. Ze giechelt nu zichtbaar, herstart haar auto en eindelijk is het spook uit zicht.

Wat ongehoord braaf van mij om zo’n mens voor te laten. Is mijn macho gedrag volledig verdwenen nu ik schrijver aan het worden ben? Het is maar goed dat Y. niet naast me zit.

dinsdag 2 juni 2009

Tuinmeubels - een list

'S. en R. hebben precies zo'n tuinsetje' moppert mijn vrouw in het tuincentrum.

Het verbaast me niets, we staan in een van de grootste tuincentra van het Gooi, tweede fucking pinksterdag geopend, dus weer geen rust vandaag. Er staan hier vijf verschillende modellen uitgestald, dus de kans is groot dat een van je buren of kennissen dezelfde rommel in zijn auto laadt. Het lijkt me juist een aanbeveling, mensen die zich er net als jij in verdiept hebben maken dezelfde keuze, dan moet het dus goed zijn. En het is nou ook niet zo dat we volgende week naar een bruiloft gaan waar S. en R. ook heengaan en dat we daar met tuinsetjes verwacht worden. En dat we op de drempel, nadat we onze jassen bij de garderobe hebben afgegeven, erachter komen dat S. en R. exact hetzelfde tuinsetje hebben aangetrokken.

'maar ja, het is wel degelijk' zeg ik. Ik kan me wel voor mijn kop slaan, of eigenlijk niet want in mijn handen draag ik twee boodschappentassen met eenjaarsplantjes en tuinaarde. Degelijk, dat zeg je over een nieuwe grasmaaier of bestekla, niet over een nieuw tuinsetje. De kansen dat ik hier over vijf minuten weg ben en weer aan mijn manuscript verder kan werken zijn zojuist met 75% geslonken.

'zie je wel, degelijk, vind ik dus ook, ik heb gehoord dat er in Utrecht een winkel is met veel meer keus' zegt A. Dit dreigt verkeerd te gaan, slechts een list kan mij nog redden.

'Ik bedoel dat dit tuinsetje een juweel is, fraai vormgegeven, Italiaans bijna, moderne kleuren en het past exact in onze tuin, Maatwerk gewoon. En bij dat alles is het ook nog eens degelijk, dat bedoel ik eigenlijk. Kijk en dan nemen we deze kussens erbij'. Willekeurig pak ik een paar kussens van een grote hoop en leg ze op het tuinsetje. Gered door de gong, mijn list werkt en die verkoopcursus van jaren terug betaalt zich ook eindelijk uit.
'Als we het gelijk mee kunnen nemen, zullen we dan vanavond Barbecueen?' vraagt A.
'Leuk, gezellig, zullen we S. en R. vragen of ze mee-eten?' antwoord ik.

Bovenstaand stukje is een antwoord op iemands vraag waar ik de tijd vandaan haal om elke dag een stukje te schrijven. Snel winkelen, dat helpt.

maandag 1 juni 2009

Wie kent Harry Lubse nog?

Mijn laatste mailcontact met Paul Sebes, bij wie ik de cursus 'literair debuteren' volgde, is al weer enige tijd geleden, dus ga ik straks een mailtje sturen dat het manuscript eraan komt, maar dat ik nog steeds niet helemaal tevreden ben met het eindresultaat. Gelul uiteraard, maar schrijver worden houdt in dat je jezelf goed moet verkopen. 'Veel lezen' zei Paul Sebes tijdens de cursus 'literair debuteren'. Mooi zo, vandaag gaan we naar het strand en ik besluit 'Mijn haar is lang' van Herman Brusselmans mee te nemen.
'Het beetje kennis dat je hebt moet je natuurlijk rondstrooien in je romans, anders kun je beter helemaal geen schrijver zijn.' lees ik op pagina 166. De gouden tip! Bedankt Herman.
Snel maak ik een lijstje met wat ik allemaal weet. Het is meer dan ik dacht. Ik ga het allemaal in het manuscript gooien en men zal mij de meest erudiete schrijver sinds Brusselmans noemen. Hier is mijn lijstje met dingen die ik weet die niet veel andere mensen weten:

- Harry Lubse speelde een glansrol in de met 3-0 gewonnen kwartfinale van de Europacup 1 van PSV tegen Hajduk Split, 17 maart 1976 (mijn eerste stadionbezoek, ik zie nu pas dat mijn Opa hier Euro 9,09 aan uitgegeven heeft)
- De Tour de France is tot op heden 1761 keer door een dorp gereden waarvan de naam met St. Jean begint
- In 1732 telde Lisse 229 huizen en een molen

Het begin is er. Nu snel deze voor lezers hoogst interessante informatie in manuscriptvorm verpakken en mijn ticket voor het boekenbal kan besteld. Hoe ga ik dat aanpakken? Wellicht heeft die malle Brusselmans nog een tip. Ik surf naar bol.com om nog een boek van hem te bestellen, of misschien maar direct alles wat hij ooit geschreven heeft. Bol.com is langzaam, de pagina loopt binnen als uitgedroogde honing (hoe vindt u die vergelijking? knap he? Dat lees je dus nergens anders) en ik ontdek waarom. 'Mijn haar is lang' is Brusselmans' vijftigste werk. Mijn overmoed maakt plaats voor nederigheid, vijftig boeken en nog niet uitgeschreven.

Ik stuur mijn mailtje aan Sebes. In telegramstijl, hij weet dat ik mijn onvolprezen volzinnen voor betere doeleinden bewaar. De tekst: Writers Block. Vertraging. PSV-St.Jean-Lisse connectie moet verder uitgewerkt. Zie werk Brusselmans. Verder alles ok.

Ik ben benieuwd naar zijn antwoord.