donderdag 30 juni 2011

Recensie 'Schoon genoeg' van Thomas Dekker


Thomas Dekker in tijdperken.

In het begin was er de braniemakende, goedgebekte lefgozer die als Nederlander zelfs tegen de Rabo durfde te schoppen. Ik was zijn fan, want hij won, koos zijn eigen weg en gaf betere interviews dan tien wielrenners bij elkaar. De fietsvaardigheden van Boogerd, de gevatheid van Kneteman, de woordenschat van Ducrot. Wat wilde we nog meer als wielerfan, we verheugden ons op een nieuwe Nederlandse toerwinnaar en wat voor een.

Periode twee was na zijn dopingschandpaal. Ik was teleurgesteld, maar ook benieuwd naar zijn verhaal. Ik veroordeelde hem niet, zou ik dat doen dan zou ik alle wielerhelden uit het verleden ook verloochenen. Ik vond het wel dom, maar het gaf hem ook een persoonlijker, echter gezicht. Althans dat hoopte ik, want uit zijn spaarzame interviews en al helemaal uit de documentaire 'Niemand kent mij' kwam het beeld naar voren van een verwende, egocentrische bralaap. Hij viel van mijn voetstuk.

Periode drie begon gisteravond. Ik las 'Schoon genoeg', een boek over zijn leven tot heden. Ik was onder de indruk. De man die in 'Niemand kent mij' geen seconde boeit en niet dieper gaat dan een regenplas op een snelweg blijkt een begenadigd schrijver en weet zelfs eindeloze wieleruitslagen uit zijn jeugd op spanning te zetten. Het leest lekker weg en je realiseert je meer en meer dat Dekker van een extraverte branieschopper, tot een bedachtzame intellectueel is ontwikkeld, die zonder wrok en eerlijk op weet te schrijven wat hem is overkomen. En dat zonder HAVO diploma! Hij heeft bovendien een heerlijke stijl, wat vind je van deze zin: ‘Ik was drieëntwintig en tastte, verscheurd tussen de drang om te presteren en het steeds zwakkere stemmetje van mijn geweten, naar een moreel kompas en vond het niet’ Ik zeg afschaffen die HAVO, dat heeft geen mens meer nodig. Dekker – Dèkkèrrr op zijn Italiaans – was terug. In het peloton en in mijn rijtje met wielerhelden.

Periode vier begon vanmorgen. Zoekend naar een plek in de kast om het boek op te bergen – ik ben aan de e-reader, maar koop nog steeds boeken – viel het boek open en las ik het volgende: Tekstbezorging – Erwin Krijgsman. Tekstbezorging, dat was iets nieuws. Ik googlede en wikipediade erop los en lees dat er bijvoorbeeld een tekstbezorger aan het werk is geweest om ‘Van den vos Reynaarde’ uit verschillende middeleeuwse bronnen in een handzaam boekje te persen, de term tekstbezorging wordt verder nergens gebruikt. Een synoniem is 'editeur' waarover Wiki weet te melden: ‘Gewoonlijk wordt op de titelpagina aangegeven welke de werkzaamheden van de editeur zijn geweest’. Niet dus. En dan krijg ik een vermoeden. Zittend in zijn Porsche, hangend aan de bar en slapend in zijn appartement heeft Dekker wat zitten lullen en Krijgsman heeft een bandje mee laten lopen en er zijn boek van gemaakt. Het verhaal van Krijgsman en hoe die zou willen dat Dekker het bedoelde. Wat een tegenvaller. Het is weer uit tussen Dekker en mij. Eerst de tour winnen (2014?) en dan praten we verder. Tenzij hij mij mailt, me een interview gunt en mij als personal coach aanneemt. Ik ben benieuwd.

Tekst: Michiel Cobben
Tekstbezorging: Ook Michiel Cobben


dinsdag 28 juni 2011

Oproep aan Thomas Dekker

Ik heb spijt. Gistermiddag bestelde ik het boek 'Schoon Genoeg' van Thomas Dekker. Als boekenman, wielrenner en voormalig fan van Thomas Dekker zal het niemand verbazen dat dit boek hoog op mijn lijstje stond. Gisteravond vroeg ik mijn vrouw om zonder mij de kinderen in bed te leggen en de macht over de afstandsbediening voor één avond over te dragen. 'Niemand kent mij' van Geertjan Lassche stond geprogrammeerd op Nederland 3, de eraan gekoppelde reportage over Dekker.
'In ruil daarvoor kijk mee ik naar 'De Bachelor' woensdagavond' beloofde ik haar.

Ik heb spijt. Spijt van mijn aankoop en van mijn tijdbesteding gisteravond. Wat een waardeloze snertreportage. Even voor de duidelijkheid, Dekker is een fantastische fietser, een van de grootste talenten die dit land ooit heeft voortgebracht. Ik sta bij lange na niet in zijn schaduw, ook niet na het volbrengen van de Jan Janssen Classic vorige week of na het twee keer per week bedwingen van de pyramide van Austerlitz. Met een dopingvrije bidon, dat dan weer wel. Dekkers talent staat buiten kijf, zijn lichaam - volgens mijn vrouw die gedwee de hele reportage meekeek - is goddelijk en zijn haar zit als een fotomodel.

Dat mag allemaal waar zijn, maar er is een probleem. De ooit zo goedgebekte playboy heeft niets te vertellen. N-I-E-T-S. Bij zijn veroordeling heeft hij gezegd dat hij zijn maatjes niet zou naaien. Daardoor heeft hij extra straf gekregen en dus weten we niet welke medefietsers er net zulke valsspelers waren als hij en weten we ook niet waar hij zijn handel betrok. Dat hij daar dus nog steeds niet over praat is tot daar aan toe, al begrijp ik zijn keuze niet. Ofwel je bent een berouwvolle dopingzondaar, hebt schijt aan de Omerta en biecht alles op, ofwel je houdt helemaal je bek. Dus waarom deze reportage? Geld? Dat lijkt me niet, als hij de Porsche waarin hij rijdt verkoopt, kan hij het gemakkelijk een jaar uithouden in zijn appartement in Lucca. Of zijn er andere gedachten of wetenswaardigheden die Dekker met de wereld wil delen? Ik heb ze niet gehoord.

'Ik ben geïrriteerd op jou omdat je het nu nog steeds niet snapt' snauwt Dekker, ergens halverwege het slaapverwekkende relaas, naar de maker van de reportage. Ik was ook geïrriteerd, maar dat kwam omdat Dekker het na al die tijd nog niet had kunnen uitleggen. De goedgebekte, vrolijke, ideale schoonzoon van weleer komt in deze scene over als een binnenvetter met een ontstoken gebit. En in de rest van de reportage is het al niet veel beter, slechts op de tafel bij de Haptonoom komt er iets los en in een afgeluisterd interview met cyclingnews wordt er een nieuwsfeitje gepresenteerd.

Waarschijnlijk heeft reportagemaker Geertjan Lassche gedacht dat, als hij maar lang genoeg in het bijzijn van Dekker verbleef, er vanzelf een vertrouwensband zou ontstaan en hij iets van de zieleroerselen van de voormalige hoop van wielrennend Nederland zou kunnen vastleggen. En vermoedelijk pas bij het monteren van de reportage is Lassche erachter gekomen dat hij een aantal nietszeggende, flutbeelden heeft verzameld. Allemaal leuk en aardig, maar ik zit als fan met de gebakken peren door een hele avond naar een mens te kijken die uitsluitend talent heeft voor het paraderen door de straten van Lucca en het zweten in blote bast op een hometrainer. Dat laatste vond alleen mijn vrouw leuk, maar mij smaakte mijn glaasje limonade me niet meer. Waarom is deze reportage gemaakt? De opgenomen beelden hadden toch gewoon gewist kunnen worden? Of in de grote youtube vuilnisbak gestort? En nou moet ik ook nog een heel boek lezen, met vermoedelijk nog meer nietszeggend gemurmel? Of mag het retour?

Bij deze een oproep aan Thomas Dekker. Het is bijna te laat. Je imago dreigt zeer ernstig geschaadt te worden. Zonder imago geen contract, dat weet jij ook. Wil je eindigen als fietsenmaker te Neerpelt of Reusel ? Of wil je je carriere redden? Bel of mail me in dat laatste geval, dan leg ik je een uurtje op de sofa, camera aan en dan zullen we die mossel van jou eens pellen. Ik monteer een filmpje en we knallen het op Youtube en voor je het weet fiets je weer met de besten mee, want luister maar naar je haptonoom, al die boosheid en frustratie gaan in je benen zitten.

Of durf je niet?

donderdag 23 juni 2011

alweer enige nachten geleden

J. verwoordt zijn gevoelens altijd even origineel. Fietsen wij in de winter door de modder dan geeft hij aan zich te voelen als een bok die ondergekotst is door een varken. Je begrijpt nu waarom een fietsclub zo inspirerend is.

Tijdens de Jan Janssen Classic, alweer enige nachten geleden, fietsten wij, na drie keer de Posbank beklommen te hebben, weer in Arnhem. Als je de track hierboven opnieuw bekijkt, dan zie je een streepje naar rechts lopen, de Monnikkensteeg in. Hier werden wij de weg afgeleid en een paar honderd meter een heuvel opgestuurd waar we bovenaan niets anders meemaakten dan dat we om moesten draaien. Vervolgens fietsten we de heuvel af om exact vanaf het punt waar we omhooggestuurd werden onze hobbelige weg te vervolgen. J. had het, net als ik overigens, zwaar gehad.

'Dat ballenstuk hadden ze toch over kunnen slaan, we staan nu weer bij diezelfde klote lantaarnpaal. Ik voel me in de zeik genomen als een aap die een koe moet neuken'.
Het viel me opeens op dat J. veel dieren in zijn zelfgebakken uitdrukkingen verwerkt. Hij werkt bij een zakelijke dienstverlener, maar is hij van huis uit misschien iets biologisch? Het leek me niet het juiste moment om ernaar te vragen, noch dat ik het moment geschikt achtte om te informeren waarom een aap die een koe moet neuken, vooropgesteld dat dat kan, zich afgezeken zou moeten voelen. Eerder dat die koe zich in de maling genomen zou voelen toch? J. mopperde door.

'Als ze nog zo'n zinloze lus in het parcours hebben gelegd, dan stuif ik als een krokodil de leeuwenkooi uit' vervolgde hij en om hem heen werd gelachen. Waarom wist niemand, maar dat is meestal als er gelachen wordt. Een minuut later fietste ik naast hem en het tempo liep op. J. en ik hadden het zwaar en J. met name omdat hij maar bleef mopperen op die zinloze heuveltocht in Arnhem.
'Diezelfde lantaarnpaal, begrijp jij het?' vroeg hij aan mij, nadat hij wat rustiger was geworden.

Ik liet even een stilte vallen. J. trok zijn twaalfde blikje Red Bull van de dag open en goot het naar binnen.
'Weet je' zei ik 'over 25 kilometer staan we gewoon weer bij de parkeerplek waar we vanmorgen begonnen zijn'.
'Wat een berenbraaksel' zei J. en hij kneep zijn lege blikje fijn. Tot de finish in Wageningen bleef hij stil.

maandag 20 juni 2011

Ooggetuigeverslag van 'de hel van Wageningen'.

De JJ Classic. De eerste 200 meter, laten we zeggen vanaf de vertrekhal tot na de eerste bocht, liep het parcours van de 150 kilometer - die overigens door mij en mijn medefietsers gepeild gemiddeld op 156 kilometer uitkwam - vlak. Vervolgens ging het ofwel bergop, ofwel bergaf. Nergens, ik herhaal, nergens was er ook maar een enkele mogelijkheid om je waterpas te ijken. Niet dat ik daar enige behoefte aan had, maar een klein momentje van herstel was mij meer dan welkom geweest. Hoe zou zoiets gaan? Ik stel me voor dat die meneer die de routes uitzet begint met een kaart en er dan drie keer de Posbank, twee keer de Muur van Weetikveel in opneemt en vervolgens op de fiets stapt om te gaan proberen. Vervolgens heeft hij overal langs de route de vlakke stukken geschrapt en een bizarre kronkeltocht met 1200 hoogtemeters ontworpen. Je moet maar durven.


Welke idioot gaat die route rijden vraag je je af. Naast enkele duizenden anderen was ik dat, samen met enkele Hilversumse fietsvrienden. De hele route heb ik mij verbaasd dat het mogelijk is om tussen Wageningen, Arnhem en Apeldoorn een fietstraject van 150 km uit te zetten, zonder dat je voor- en achterwiel op dezelfde hoogte rollen. Vlak voor het eindpunt in Wageningen dacht ik dat we over een recht stukje mochten rijden. Mijn benen voelden toen als zure bommen, de powerbar drankjes hadden geen effect meer, de bananen lagen onverteerd in mijn maag en weigerden opgenomen te worden, de waaiertjes die gevormd werden gingen zonder uitzondering te snel voor mij, maar het bordje ‘Wageningen Universiteit en P – 1,5 km’ dat wees in de richting van een mooi breed, keurig horizontaal lopend fietspad zorgde ervoor dat ik mijn laatste reserves aan kon spreken. Het enige wat ik me op dat moment nog kon herrineren van de start van deze tocht, die niet voor niets als bijnaam 'De hel van Wageningen heeft' is dat daar de start- en finishlijn waren getrokken.

Maar nee, het bordje dat de route van de JJ Classic aanwees stuurde ons niet over dit mooie pad, maar linksaf omhoog, omlaag, omhoog en weer omlaag om ons zes kilometer verder bij de Universiteit af te leveren. De laatste 200 meter waren weer vlak, dat dan weer wel. Ik liep naar binnen om mijn bestelde shirt op te halen en mijn kaart af te stempelen en vroeg aan de dienstdoende juffrouw of de meneer die de route uitgezet had nog binnen was.

‘Nee’ zei ze ‘Het leek hem verstandiger om wat eerder naar huis te gaan. Er waren wel meer mensen die hem wilde spreken’
Het biertje zaterdagavond smaakte drie keer lekkerder dan normaal en mijn bed staat waterpas, dus toch een happy end. In het bericht van gisteren de track van deze marteltocht. Je ziet dat mijn gemiddelde tot zes kilometer voor het eind nog heel behoorlijk was.

Bijgaand nog een filmpje dat de meegereisde cameracrew van me maakte.

zaterdag 18 juni 2011

vannacht weer slapen zonder te tellen

Gelukt. 155km. Was zwaar. Heel zwaar. Nu in bad, dan voor de buis in slaap vallen. Dan naar bed. Niet meer aftellen. Verslag volgt morgen. Of maandag. Bewijs al wel zichtbaar:
http://connect.garmin.com/activity/93182771

vrijdag 17 juni 2011

nog 1 nacht

Morgen is het zover, de Jan Janssen Classic, mijn debuut in de wereld van fietstoertochten.

Gisteravond laat nog een mailtje van W., die normaal gesproken de achtehoede van ons pelotonnetje vormt, samen met mij.
'Mannen' zo schrijft hij, want we vinden onszelf heel stoer, 'Het wordt hondenweer. Gaat het wel allemaal door?'
Even heb ik hoop. Misschien dat ik morgenochtend toch gewoon in bed blijf liggen, de regen tegen het raam, de thee die op me wacht, de ochtendkrant en dan met de hond een stukje door het bos lopen. Als ik daar nou meer zin in heb dan in die kl... JJ Classic, waarom haak ik dan sowieso niet af? Mijn droom is kort want ding-dong, een nieuwe mail.
'It Giet Oan' mailt T. met honderd uitroeptekens
'Watje! Pussy! Fietsen en je bek houden' mailt J.

Ik vrees dat ik niet meer terug kan, nog 1 kort nachtje en morgenochtend om half acht verzamelen.

donderdag 16 juni 2011

Nog 2 nachtjes

Nog 2 nachtjes en ik zal drie keer de Posbank, twee maal de Grebbeberg en nog wat bergen beklimmen.

Vandaag regent het dat het giet in Hilversum.
'Wat nu valt, valt straks niet meer' zei de buurvrouw van mijn Oma vroeger. Die opmerking stelde mij nooit gerust, straks kan er toch gewoon nieuwe regen vallen? Alsof regen een bepaald gebied overslaat omdat broertjes of zusjes regendruppels daar al geweest zijn, het idee alleen al is te zot voor woorden en toont maar weer eens aan dat je nooit veel waarde aan uitdrukkingen moet hechten. Ze slaan meestal nergens op. 'Waar er twee vechten hebben er twee schuld' wat vind je daarvan? Ik vind het flauwekul, stel de VN haalt Khadaffi en de opstandelingen uit elkaar en stuurt iedereen naar hun kamer met deze opmerking. Dat werkte vroeger al niet met mij en mijn broer, ik had gewoon altijd gelijk. En waren Hitler en Churchill allebei fout in de oorlog? Ze vochten toch alletwee? Of zou Churchill in retrospect zeggen dat hij fout was omdat hij de oorlog niet had kunnen voorkomen en dat hij zich daarom schuldig voelt? In dat geval klopt de uitdrukking toch. Moeilijke materie, als de ene uitdrukking niet klopt, is dan elke andere uitdrukking ook fout? Of is die ene in dat geval de uitzondering die de regel bevestigt? Of klopt die uitdrukking ook niet?

Gelukkig is er buienradar voordat ik echt helemaal gek van mezelf wordt en twee nachten niet slaap. Valt wat nu valt straks niet meer, oh alwetende buienradar? Ik surf en klik en het antwoord is.... fuck, het regent zaterdag.

Twee nachtjes slapen, waar ben ik aan begonnen? Maar ja, wie A zegt moet ook godverdomme B zeggen.

woensdag 15 juni 2011

Nog 3 nachtjes

Nog 3 nachtjes en dan wacht mij de Jan Janssen Classic. Hij gaat pijn doen, zoveel is zeker, maar wat nog niet zeker is is hoe ik mij deze laatste dagen het beste kan voorbereiden.
'Vanavond nog een laatste stukje fietsen, niet in het rood maar in de anaërobe zone, en dan rust en goed eten. Rust is om te herstellen en om je voor te bereiden. Rust is de beste training', mailt een ervaren fietsmaat en ik word heel blij van binnen.

Mijn allereerste herrineringen aan mijn opvoeding zijn een vader en een moeder (sorry mam) die mij te pas en te onpas aanspoorden tot activiteiten. 'Ruim je kamer op!' of 'Maak je huiswerk!' of gewoon 'Zet die TV uit en doe iets!' Op het moment dat ik die aansporingen kreeg deed ik er niets mee, maar langzaamaan zijn de zaadjes van toen gaan ontkiemen en wortel schieten. Het werden volwassen bomen, mijn hoofd groeide volledig dicht toen ik als volwassen man lange dagen werkte en van de ene activiteit naar de andere snelde. Pas rond mijn 45-e was ik uitgeraasd en viel het blad van de boom, ik hoefde niet meer. Maar de boom bleef staan. Hangen en niksen zie ik nog altijd als zonde.

Maar na de mail van mijn tamgenoot niet meer. Mijn fiets staat gepoetst in de garage, in de koelkast wachten enkele liters sportdrank om in mijn bidon gegoten te worden en in mijn portemonnee zit mijn inschrijvingsbewijs voor de JJ Classic. En tot die tijd? Rust. Toegestane, legitieme en eerlijke rust. Rust is de beste training. Nog 3 nachten heerlijk pitten zonder enige wroeging, zonder stem in mijn hoofd die me ergens toe aanspoort. Leve de JJ Classic.

dinsdag 14 juni 2011

Nog 4 nachtjes slapen

Nog 4 nachtjes en dan staat de JJ Classis, aka 'De hel van Wageningen' op het programma. JJ staat voor Jan Janssen, de eerste Nederlandse winnaar van de Ronde van Frankrijk en ik begin bang te worden. Een knagend klein bangetje vreet aan mijn knieholtes en houdt me uit mijn slaap.

Wie denkt dat je in Nederland niet tegen bergen omhoog kunt fietsen haalt zijn kennis niet uit ervaring. De Utrechtse heuvelrug, die van Hilversum naar Wageningen loopt, bewijst mij in deze trainingsperiode een paar keer per week dat de pyramide van Austerlitz en de Amerongse Berg toch echt ruim boven zeeniveau liggen. En Soesterberg en Soestduinen hebben ze niet toevallig zo genoemd. Was het daar vlak geweest dan had het wel Soestervlakte geheten. En voor wie cijfers geloofwaardiger vindt dan mijn persoonlijke waarnemingen: tijdens de Jan Janssen classic ga ik met mijn fietsclub Venga Venga 153 kilometer rechtdoor fietsen en maken wij tijdens die rit ongeveer twee keer de Alp d'Huez aan hoogtemeters. Alstublieft.

Afgelopen weekend de laatste gezamenlijke training van 125 kilometer. Het lijkt vreemd, een training van 125 kilometer voor een tocht van 150 kilometer. Dat zit zo: afgelopen pinksterzondag haalden we wel een flinke lengte, maar voor wat betreft hoogtemeters bedwongen we 'slechts' de toppen van Amerongen en de Grebbeberg en een naamloos, doch pittig hellinkje te Rhenen. Dat wordt volgende week echt een stuk wreder.

Ik ben bang. Al na 50 kilometer waren we in Amerongen en moest ik honderd meter voor de top lossen.
'Je moet er vroeg af, Michiel', zei E. Maakt hij zich zorgen? Vindt hij dat ik te weinig heb getraind?
Ik perste mezelf al weken geleden in een strak trainingsschema, ik heb meer kilometers in de benen dan veel medefietsers en toch bungel ik steevast achteraan het peloton.
'Volgende week om half acht bij mij' zegt buurman T., die mij ooit overhaalde lid te worden van de VV's. Terwijl ik de hele pinksterzondagmiddag voor apegapen in een stoel lag bij te komen en geen teruggekeerde heiland mij eruit had kunnen tongen, was T. de heg aan het snoeien, met zijn kinderen aan het spelen en zijn auto aan het wassen. geen teken van vermoeidheid op zijn fitte gelaat. Soms haat ik hem, al zit er geen druppel kwaad bloed in zijn hele lijf.
'Ik zal er zijn' beloof ik met het lood in mijn schoenen.
'Waarom ben je nou bang?' zegt A. 'Je kan toch onderweg afstappen? Of je inschrijven voor een minder verre afstand?'. Vrouwenpraat.
'Daar ben ik nou juist zo bang voor' leg ik uit, maar ze begrijpt me niet. Ik zal mijn verhaal met jullie moeten delen, misschien dat jullie me wel snappen.

vrijdag 10 juni 2011

Jong geweest

Er zijn weinig dingen die je zo confronteren met het feit dat je jong bent geweest en het toch echt niet meer bent, dan een buurjongen die gitaar speelt. Hij speelt goed, heel goed. Af en toe stopt er een busje met jongens van zijn leeftijd, ze laden een aantal omvangrijke boxen uit die net zo zwart zijn als in mijn jeugd en nog net zo volgeplakt zijn met stickers en zetten die in de garage van zijn ouders. Een kwartier later gaat de drummer inslaan, dit duurt ongeveer een uur, dan volgt er een uur popmuziek met uiteraard 'i shot the sherrif' prominent in het repertoire en vervolgens gaan ze bier drinken met meisjes die al die tijd hun billen hebben laten trillen op die zwarte boxen.

Zijn moeder vindt dat haar zoon een leuke hobby heeft, alleen is ze het niet eens met al die hasj. Althans, niet in haar garage. Wat ze op die feestjes doen, dat wil ze niet weten. Ik wel. Ik zou het liefst meegaan naar die feestjes. Ik wil precies weten wat ze doen en meedoen. Maar ik ben te oud. De kans dat ik leadzanger mag worden in de band van de buurjongen lijkt me klein. Vreemd, hij zou best kantoorhulpje mogen zijn in mijn bedrijf, ik doe niet aan leeftijdsdiscrimitaie, hij wel.

Een donkere ruimte, de geur van bier en joints, ik loop door de menigte naar voren. Een groupie biedt zich aan, maar ik loop door, het podium wacht. 'And now, life on stage, for the first time in 'T Honk in Kortenhoef, Michiel Cobben and his band'. Het applaus en gegil is oorverdovend en komt nauwelijks boven de SMS waarschuwingstoon van mijn i-phone uit. Een klant. Waar zijn offerte blijft. Ik SMS hem terug:  Sorry, druk geweest. De band weetjewel. Hij zal het wel begrijpen, hij is toch ook jong geweest.