woensdag 31 maart 2010

En wat doet jouw man?

Mijn emotie is van lichte irritatie in korte tijd omgeslagen in puur medelijden. Onderwerp van mijn gevoel is de buurman die in gesprek is geraakt met M.

M. ken ik al een hele tijd. Zelfverzekerd, charmant en rap van de tongriem, waar vind je dat nog in een vrouw? Ooit kreeg ik van haar een pan soep naar mijn hoofd omdat ik hardop twijfelde aan het nut van afwassen, omdat alles toch weer vies wordt. Ze was een veelbelovende studente aan de kunstacademie, haar carrière voerde haar van hippe reclamebureau's naar ontwerpafdelingen van multinationals. Ze trouwde met de hoogste baas van een groot bedrijf , haar loopbaan vertraagde en verzandde tussen poepluiers en zwemlessen.

Op een feestje tref ik haar weer eens. We kletsen wat bij en de soep blijft gezellig in de pan. Er komt een buurman bijstaan die zich introduceert met zijn voornaam en zijn beroep. Of hij geen achternaam heeft of het niet belangrijk vindt weten wij niet. Ook ik zeg mijn naam, mijn beroep en hoe goed ik ben in mijn werk en of hij tussen de regels door maar even wil horen hoe succesvol ik eigenlijk ben. Zo gaat dat tussen mannen, hoe irritant je het zelf ook vindt, zo werkt dat. Buurman knikt begrijpend en richt zich vervolgens tot M.

'En wat doet jóuw man?' vraagt hij.
Arme buurman. M. is voorlopig nog niet met hem klaar. Haar spottende toon en het vuur in haar ogen doen zelfs mij een beetje pijn. Smekend kijkt hij me aan. 'snij alsjeblieft een ander onderwerp aan' lijkt hij te willen vragen. 'help mij!'.
Wees blij dat de soep nog niet is opgediend, bedenk ik me en ik laat hem nog even spartelen.

maandag 29 maart 2010

Bloemen: eerst afsnijden, dan vers houden.

Omdat Hilversum een centrale plek is verzamelen we met een paar man bij mij in de buurt om samen naar het hoge Noorden te rijden waar we L. gaan begraven. Om het hele dispuut bij elkaar te krijgen leek altijd een enorme uitdaging, maar het is L. binnen een week gelukt. Ik haal voordat we instappen een boeket op bij de bloemist op de Gijsbrecht. 'Adieu L., Abiogenesis', staat erop. Niet heel origineel, bedenk ik me terwijl de bloemiste me uitlegt hoe ik het plastic zakje vast moet houden dat om de stelen zit gevouwen.
'En als u ze dan een beetje schuin omhoog houdt, dan blijven ze langer goed' voegt ze eraan toe.

Terwijl ik wacht op de plek waar we verzamelen, bedenk ik me wat ik stompzinniger vind. Dat we bloemen eerst afsnijden van hun voedselbron en ze vervolgens krampachtig in leven willen houden of dat we beter weten hoe we bloemen vers houden dan mensen. Dan slaat D. me op de schouder.
'Hé Cobben, Lul!' Het is zijn manier om me te vertellen dat hij me helemaal geen lul vindt.
'D. vuile klootzak dat je bent' antwoord ik en we hebben allebei vochtige ogen.

Het waren niet de enige tranen die vloeiden zaterdag.

woensdag 24 maart 2010

We weten niets.

L. was een dispuutsgenoot van me. Een keer kwam ik 's-morgens om een uur of vijf thuis met wat andere jongerejaars van het dispuut en toen viel er opeens een kledingkast om. L. kwam uit zijn bed en zei dat hij in de ochtend een examen had. Wij begonnen een nieuw lied te zingen en een seconde later had ik een tand door mijn lip. De volgende dag bood hij zijn excuses aan, we hadden een goed gesprek en sinds die tijd waren we, zo leek het althans, bevriend.

Het ging sindsdien lekker met L. Althans, dat dacht ik als ik hem op bruiloften of  feestjes sprak. Hij had een leuk gezin, een mooi bedrijf en een boerderij met een stal zo groot dat je je erin op kon hangen. En dat heeft hij ook gedaan, afgelopen maandag. L. is 48 jaar geworden.

Ik weet niet hoe ik me moet voelen. Ik bel T., een andere dispuutsgenoot, die in die tijd verkering kreeg met het zusje van L. en nu al jaren zijn zwager is. Hij weet het ook niet. Hij dacht dat hij tot de zeer intieme kring van L. behoorde, als zwager en vriend. Blijkbaar niet zo intiem dat hij dit heeft zien aankomen, hij is compleet verrast en weet, net als ik, niet hoe hij zich moet voelen. Moeten we boos zijn? Boos dat hij een gezin in de steek laat, dat hij zijn problemen niet heeft kunnen oplossen? Nee, boosheid is zinloos. Medelijden dan? Medelijden met L. dat hij zover heen was dat hij geen andere uitweg zag? Nee, ook medelijden is zinloos en we hangen op met de conclusie dat we het alllebei niet weten.

Ik bel met N. en M. N., ook dispuutsgenoot, was getuige op het huwelijk van L. met D. Wat weet ik nog van L's bruiloft? Niet veel, behalve dat ik tijdens de receptie mijn vuist balde en tegen D. zei dat L. een prima man was, maar dat ze hem 's-nachts niet wakker moest maken. N. en M. weten ook niet hoe ze zich moeten voelen. De hulpeloosheid overheerst, hadden we maar signalen gekregen. We weten het niet en als ik dezelfde dag nog wat mensen spreek en mails lees, dan blijkt dat niemand het weet.

L. heeft ons snoeihard geconfronteerd met het feit dat we als mensen oneindig kleine wezentjes zijn in een onbegrijpelijk groot heelal. Waar is hij nu? We kunnen daar op zijn best iets over geloven, een overtuiging hebben, maar weten doen we het niet. Onwetendheid is de grootste kwelling die een mens kan overkomen, velen zijn zelfs overtuigd dat het hele concept religie daarop is gebaseerd. En nu weten we, volwassenen mensen als we zijn, niet hoe we ons moeten voelen. En als wij het niet weten, hoe moeten zijn vrouw en kinderen zich dan voelen? Ook daar hebben we geen antwoord op. Hoe moet degene zich voelen die op dit moment vecht voor zijn leven of voor het leven van bijvoorbeeld zijn kind? L. neemt zijn leven, een ander zou het zijne willen geven om het leven van een dierbare te redden. Wie het snapt en wie het weet, die mag het nu zeggen.

L. wist het waarschijnlijk ook niet. Van alle mensen die nu onwetend en verbijsterd achterblijven is er geen enkele die niet direct gereageerd zou hebben als hij maandagochtend een signaal van L. had gekregen. Ik zou zelf naar hem toegegaan zijn en hem een tand door zijn lip geslagen hebben. Maar met meer dan een goed gesprek was hij er niet van afgekomen. Maar het is niet gebeurd en wij weten niet waarom en we weten niet hoe we ons moeten voelen. We weten zelfs niet hoe we ons moeten gedragen. We weten niets.

Mijn carrière als voetbalcoach

Afgelopen zaterdagochtend, 08.45 uur. De wedstrijd Mijdrecht D3 tegen Victoria D5 staat op het punt te beginnen. De spelers, mijn zoon incluis, lopen zich warm. Ze hebben er zin in en dat weet ik, want ik heb ze zojuist een motiverende speech gegeven in de kleedkamer. De vader van de keeper luisterde mee en hij zei dat hij tranen in zijn ogen had gekregen, zoveel vuur en passie had ik er in gelegd. Een complimentje waar ik stiekem heel blij mee was, want ik had de avond ervoor een uur geoefend. Ik wilde Guus Hiddink nadoen, Guus die wereldwijd successen haalde, Guus die erkend wordt als de grootste levende voetbalcoach op deze aarde, Guus, de man waarvoor spelers door het vuur gaan.

Ik been geen Louis van Gaal fan. Te hard, te fel en hij gaat uit van straffen en beloning. Dat is te simpel voor mij. Guus is de man die echt van zijn spelers houdt, die oprecht en authentiek handelt, met als enig doel het beter maken van zijn spelers. Van Gaal werkt met bonussen, hij kan alleen maar iets met materialistische nietsnutten. Guus is een teambouwer. Ik wil Guus zijn.

'Mannen!' roep ik 'Dugout!'.
Met onvervalste kadaverdiscipline draven mijn spelers richting de dugout. Als echte professionals lurken ze aan een bidon, terwijl ze de tegenstanders, die nu ook op het veld staan, belangstellend monsteren.
'Mannen' vervolg ik 'Nog een keer de drie tips: vrijlopen, aansluiten en tempo houden. En denk erom, je speelt voor je team, voor je club. Voel je dat je moe bent of dat het niet lukt, denk dan aan je medespelers, zouden zij verzaken als ze moe worden? Doen zij dat extra stapje als het er op aankomt? Natuurlijk doen ze dat. Pas als jij harder rent, dan kun je het ook aan je medespelers vragen. Een voor allen, allen voor een!'
Elf paar ogen kijken mij vragend aan.
'En als we winnen krijgen jullie allemaal een Mars en een Cola' roept de moeder van de midvoor.
'Jaaaaa' gillen de mannen van D5 en alsof ze het gras willen opvreten storten ze zich op het veld.

We verloren overigens met 2-0. Mijdrecht uit, altijd lastig.

dinsdag 23 maart 2010

Gisteren, 33 jaar geleden

Een man in een donker pak loopt de trap af. Zijn vrouw schenkt een kop thee voor hem in terwijl hij naar de brievenbus loopt. Ze doet een beetje koud water in het kopje omdat het anders te heet wordt voor hem. Ze legt een geroosterde witte boterham voor hem neer, nog warm genoeg om de boter op te laten smelten, niet zo warm dat hij zijn vingers er aan zal branden. Dan komt de man de ontbijtkeuken in. Hij kijkt in het ochtendblad en wordt vrolijk. Hij glimlacht zelfs. Niet vanwege de geroosterde boterham of vanwege het verse kopje thee die beiden op ideale temperatuur aan hem geserveerd worden. Zo krijgt hij ze zijn hele leven al voorgezet, eerst door zijn moeder, nu door zijn vrouw. Ook niet vanwege het botervlootje dat vandaag precies op zijn plek naast zijn bord staat. Dat vlootje is exclusief voor hem, zodat zijn kinderen geen overtollige boter terug kunnen smeren langs de rand van het vlootje, want dat verpest zijn eetlust. De man begint te lachen. Hard te lachen.

'Zou het dan toch?' denkt het jongetje. 'Zou hij echt, vanwege mijn ..'
De man begint nu hardop te lachen en geeft het ochtendblad aan zijn vrouw.
'Ome Joop is weg. Foetsie. De katholieken hebben die vuile rooie laten barsten. Hang de vlag maar uit schat, dit land gaat niet op Rusland lijken'
Dan kijkt de jongen naar zijn vader. Zijn moeder fluistert iets tegen haar man, maar de jongen kan niet verstaan wat.
'Oh ja, nou, gefeliciteerd jong. Een mooier kado voor je verjaardag had je niet kunnen wensen. Die smerige socialisten zijn weg uit Den Haag'

donderdag 18 maart 2010

Een belangrijke mail in mijn Postvak In. Mijn hartje bonst...

Voor eind december kon je een manuscript van je boek, inclusief toelichting, insturen naar http://www.hetmanuscript.org/. Onder de 'Vaak Gestelde Vragen' op deze site stond ook de door mij vaak gestelde vraag of je je manuscript mocht insturen terwijl je je realiseert dat er nog aan gewerkt moet worden. Dat kon, dus deed ik mee.

Vandaag ontving ik deze mail.

Beste Winnaars,


Ja, je leest het goed! Proficiat!


Je hebt een plaats op het webpodium veroverd en daarom vragen we je voor 31 maart de benodigde informatie te sturen door de bijlage zorgvuldig in te vullen. De eerste ronde zit erop.

Lees je achterflap nog eens goed door (= niet je samenvatting!), laat er ook een geoefende derde naar kijken of er geen fouten in staan. Die achterflaptekst is heel belangrijk, die moet lezers en uitgevers prikkelen! Eenmaal geplaatste gegevens veranderen we niet meer!

We hebben nog iets meer tijd nodig om de winnaars op de juiste plek te zetten. Daarom schuiven we de uitslagdatum op naar 30 april, een Koninklijke datum die past bij de opening van het Webpodium van een Nederlandstalige schrijfwedstrijd. Wij hopen op die dag ook alle prijswinnaars van de andere prijzen bekend te maken.


Stuur de bijlage ingevuld uiterlijk 31 maart 2010 naar: schrijfwedstrijd@hetmanuscript.org

Hartelijke groet,

Team Het Manuscript
 
Ik viel terug in mijn droom. Mijn droom om een beroemd schrijver te worden, lid van de artistiek/intellectuele elite van Nederland, een welkome gast in talkshows, een feest is nooit een feest als ik niet ben geweest, van die dingen en nog veel meer. Ik surf naar de site van manuscript.org. Hoe dichtbij ben ik? Hoe vol kan zo'n podium staan? Zijn er vijf genomineerden? Drie?
 
Het zijn er honderd. Tien maal tien. 100. A hundred. Cent. Einhunderd. Ha, O, En, Dee, Ee, Er, Dee. Van de niet gepubliceerde, ingestuurde manuscruipten zit ik bij de laatste eenhonderd. Ik vind het veel, heel veel.
'Het begin is er', zegt u dat?
'Laat me niet lachen' antwoord ik. Stel ik word nummer 99, hoe ziet dan de rest van mijn literaire carriere eruit? Dan kan ik straks mijn aanbevelingsbrief alsvolgt beginnen: 'Beste uitgever, hierbij mijn tweede manuscript. het eerste is 99ste geworden in een schrijfwedstrijd...'
 
Dank u, manuscript.org

woensdag 17 maart 2010

Vrinden,

Hoera, ik heb een nieuwe baan. Ik mag speeches schrijven voor JP de MP. Mijn eerste concept (voor het a.s. partijcongres) heb ik hem al gemaild, ik ben benieuwd.

Beste Partijgenoten, mede CDA-ers, vrinden,

We leven in turbulente tijden. Wat vandaag zeker is, is morgen achterhaald. Mijn nieuwe speechschrijvert Michiel Cobben, bekend van schrijverworden.blogspot.com wilde mij nog meer cliche's laten zeggen, maar neen vrinden, genoeg is genoeg. Vandaag spreekt uw kandidaat lijsttrekker als mens tot u nader toe vanuit het christendemocratisch hart .... He, wat een kutzin. 

Al vroeg wist ik dat de heer de lat voor mij hoog had gelegd. Ik was klassenvertegenwoordiger en onderhandelde met de leraar terwijl mijn klasgenootjes knikkerden. Ik ging in de gemeenteraad op een leeftijd waarop anderen dronken in een studentensoos rondhingen. Ik werd Minister President, door een Belgenmop even geen President van Europa, maar ik heb begrepen dat de post van Secretaris Generaal van de VN vrij komt en hoewel ik geen kandidaat ben ben ik ijdel genoeg om toe te geven dat ik goed in het profiel pas. Uiteraard heb ik dit met mijn gezin overlegd. Tussen twee dossiers door heb ik ze gevraagd of ze mee willen naar Njoew Jorruk. Het antwoord was nee.

Vrinden, kent u mij als familiemens? Denkt u dat ik mijn politieke carriere opoffer om meer in Capelle aan den IJssel te kunnen zijn? Inderdaad, u kent mij goed, het antwoord is nee. Maar er is hoop. Mijn gewaardeerde ex-collega Wouter Bos kiest voor een bestaan als huisman en ik stel mij voor dat hij mijn gezin er even bijdoet. Mijn dochter heeft tweemaal weeks pianoles, deze zomer moet de buitenboel geschilderd en de offertes van de schilders moeten nog vergeleken en wat betreft mijn vrouw, op zondagochtend en soms een keer door de week wil zij graag.... Enfin, de portefeuille-overdracht hoeft niet nu, dat kan later. Wouter, bel me even, heb je mijn 06 nog? Je hebt toch tijd genoeg nu.

dinsdag 16 maart 2010

Boucheries Chevy en andere zaken

zomaar gevonden op Internet, het uithangbord van een slager in het XIV-e arrondissement voorstellend
de kaart van Parijs, incl. Tour Eiffel, afgebeeld als bifteck.

Vroeger, toen mannen hun vrouwen nog aan hun haren een grot insleurden om er kinderen in te stoppen (niet in die grot) en ze vervolgens dagelijks een dier moesten doden om hun groeiende kinderschare te voeden, toen keken die mannen 's-avonds, moe na gedane arbeid, in het open vuur. Het is een van de redenen waarom mannen nu nog steeds TV kijken en waarom ze zappen. De rudimentaire delen van de geest zijn gebiologeerd door het schijnsel van de beeldbuis dat ze verwarren met een brandende houstapel. Dat is althans de verklaring van John Gray, auteur van bestseller 'Mannen komen van Mars, vrouwen van Venus'. Het is een achterhaalde verklaring en het bewijs daarvoor is dat mannen nu massaal overgestapt zijn op internet, via hetzelfde lichtgevende scherm te zien, maar met een veel grotere aantrekkingskracht op mannen. Mannen surfen nu en vrouwen begrijpen daar niets van. Daarom, hierbij mijn uitleg wat er leuk is aan surfen en u kunt vervolgens onder reacties aangeven welke oerdrift ik er volgens u mee bevredig.

Een avondje surfen begint om half negen, dat is ongeveer het tijdstip waarop A. een huilfilm aanzet of naar Spoorloos gaat kijken, dat is een programma waarbij volwassen donkere mannen hun biologische moeder in een sloppenwijk in Colombia opzoeken om ze dan huilend in de armen te vallen. Ik schrijf rond die tijd wat onzin op mijn blog, reageer op echt leuke blogs zoals deze en ga vervolgens vrij associerend de wereld langs. Ik lees dat er een zeldzame postzegel is gevonden, ik orienteer me op motorjachten van meer dan tien miljoen euro (onder de tien miljoen heb je geeneens een helikopterplatform, armoe toch?), ik ontdek dat er een nieuwe camping is in de baai in Australie waar wij zelf een jaar geleden kampeerden en ik amuseer me met een site die bijzondere kaarten bij elkaar zet. Erg grappige site trouwens, zo is er een kaart van Amerika met in kleurtjes de dichtheid van kruidenierswarenwinkels versus bars (in Wisconsin is het erg gezellig volgens deze kaart), een kaart met de soorten alcohol die in Europa worden gedronken (Scandinavie en Oostblok is spirits, wij zijn Bier, zuid is wijn) en de kaart van Parijs volgens een slager in het XIV-quartier. Ik geef u de links niet, want daar gaat het niet om.  Het gaat erom dat ik graag het verschil zou willen weten waarom vrouwen jarenlang hetzelfde doen ter ontspanning (soaps kijken!!) en mannen zappen. Op tv, op internet, ze zappen.

Uw verklaring onder reacties, geen sexistische opmerkingen graag.

maandag 15 maart 2010

Mannen, luister!

'Mannen!' zo begon ik afgelopen zaterdag om 09.00 uur mijn speech in kleedkamer 9 van VV Victoria te Hilversum. Na een getrapt bel- en afvalsysteem waar alle ouders van de D5 spelers aan meededen ben ik sinds enkele weken coach van jongens D5. Ik kan u de finesses van dit getrapte systeem niet uitleggen, had ik het wel begrepen dan was ik geen coach geworden. Het is niet mijn ambitie om langs de lijn aanwijzingen te roepen en mijn natuurlijke drift tot relativeren past niet bij een coach. Zo helpt het niet als je na een mooie, geslaagde aanval van de tegenpartij gaat applaudisseren of als je 'wind je toch niet zo op' roept tegen de scheids als die een speler terechtwijst. De andere ouders zagen wonderlijk genoeg toch een coach in mij. Of ze drinken liever koffie zonder mij, dat kan ook. Want als zij koffie drinken geeft de coach in de kleedkamer tactische aanwijzingen en levert een motiverende speech af.
'Mannen!' riep ik dus. Het leek me dat 12- en 13-jarigen geinspireerd zouden raken als een volwassen man ze aan zou spreken met 'Mannen!'. dus vandaar deze opening. Dit zei ik:
'Mannen! luister! Vorige week hebben jullie goed gespeeld, maar toch verloren. Er komt een moment en dan levert dat goede spel wel doelpunten op. Zeker als we de dingen die we op de training hebben geleerd ook toepassen. Vrijlopen, aansluiten en tempo houden, juist. En als we hard werken, doorzetten en voor elkaar door het vuur willen gaan, dan komt het resultaat gegarandeerd. Misschien vandaag wel mannen, ik heb een voorgevoel, een heel goed voorgevoel. Dus ga ervoor en onthoud een ding...'
Er werd op de deur van de kleedkamer gebonst en er kwamen drie spelers van een ander team binnen.
'Mogen wij hier omkleden?' vroegen ze. 'Onze kleedkamer is vol.'
'Ja hoor' zei Mo, de aanvoerder van mijn team. 'Wij moeten nu toch zo'n beetje het veld op. Toch, coach?'

Zonder mijn antwoord af te wachten liep mijn publiek de kleedkamer uit, het veld op, inspelen. Een uur later hadden we met 6-1 verloren. Volgende week uit tegen Loosdrecht, dan gaat de kleedkamer op slot.

vrijdag 12 maart 2010

Wouter, wat doe je nu?

Argeloos surf ik wat op het net. Nietszeggende berichten in een nietszeggende wereld. En dan, vier woorden: Wouter Bos stopt ermee.


Wouter? Stopt ermee? Bijna elk woord uit deze zin toept een vraag op. Waarom? Prive redenen. Wat gaat hij doen? Hij heeft geen idee.

Voordat ik dit bericht las leek de wereld logisch, geordend in elkaar te zitten. Een appel valt door de zwaartekracht naar beneden, water is nat en PvdA politici zitten in de politiek om carriere te maken. Ik loop naar de fruitmand en pak een appel.

'Wat doe je pap?' vraagt een kind als ik een appel uit mijn gestrekte hand laat vallen.
'Effe checken' leg ik uit, zonder overtuiging in mijn stem. Deze keer ging het goed, maar een volgende keer, valt de appel dan weer naar beneden? Of vliegt hij horizontaal tegen de muur? Ik weet het niet, in deze wereld is niets meer voorspelbaar.

Wouter, nog geen 50, gedoodverfde nieuwe premier, van onberispelijke Shell en PvdA huize. Hij had iets vlots. 'Tuurlijk' zei hij, terwijl Balkenende altijd 'Natuurlijk' zegt of 'Vanzelfsprekend.'

Ik rust niet voordat ik weet welk koningsdrama zich in de PvdA heeft afgespeeld. Wouter Bos wil meer prive tijd? Blijft er nou niets bij het oude? Wouter, zeg dat het een grap is, dat je graag nummer een blijft in de PvdA en dat je premier wil worden. Of accepteer straks in alle nederigheid het fractievoorzitterschap als oppositieleider tegen premier Wilders. Wouter, het land heeft je nodig. Wouter alsjeblieft! Voor mij Wouter, doe het voor mij!

Kamiel, wat doe je nu?

Argeloos surf ik wat op het net. Nietszeggende berichten in een nietszeggende wereld. En dan, vier woorden: Kamiel Eurlings stopt ermee.

Kamiel? Stopt ermee? Bijna elk woord uit deze zin toept een vraag op. Waarom? Prive redenen. Wat gaat hij doen? Hij heeft geen idee.

Voordat ik dit bericht las leek de wereld logisch, geordend in elkaar te zitten. Een appel valt door de zwaartekracht naar beneden, water is nat en CDA politici zitten in de politiek om carriere te maken. Ik loop naar de fruitmand en pak een appel.
'Wat doe je pap?' vraagt een kind als ik een appel uit mijn gestrekte hand laat vallen.
'Effe checken' leg ik uit, zonder overtuiging in mijn stem. Deze keer ging het goed, maar een volgende keer, valt de appel dan weer naar beneden? Of vliegt hij horizontaal tegen de muur? Ik weet het niet, in deze wereld is niets meer voorspelbaar.

Kamiel, nog geen 40, getipt als premier, van onberispelijke CDA huize. Hij had een Limburgs accent, de A in CDA sprak hij uit als de A in appel.

Ik rust niet voordat ik weet welk koningsdrama zich in het CDA heeft afgespeeld. Kamiel Eurlings wil meer prive tijd? Blijft er nou niets bij het oude? Kamiel, zeg dat het een grap is, dat je graag nummer twee blijft in het CDA en dat je JP steunt en accepteer straks in alle nederigheid het fractievoorzitterschap als oppositieleider tegen premier Wilders (let op: spreek die G in nederigheid lekker zacht uit, zoals alleen jij dat kunt). Kamiel, het land heeft je nodig. Kamiel alsjeblieft! Voor mij Kamiel, doe het voor mij!

donderdag 11 maart 2010

Dringend extra ingelast bericht. Ik ga op de Bahama's wonen!!

Lul.

Als snelle zakenman kun je veel aan. De hele dag heb je een mobiele aan je oor, je bedenkt plannen en voert ze uit, je stuurt en ontvangt facturen. Druk, druk, druk en toch nog tijd om met je kinderen te spelen en sociaal bezig te zijn. Scherp als je bent als zakenman vallen je altijd dingen op. Zoals de blonde mevrouw die een kind in groep 8 heeft zitten en die je nu ook bij de kleinsten van groep 1 een kind ziet wegbrengen. Dat valt je allemaal op als snelle zakenman, hyperalert als je bent, altijd net even iets scherper dan je concurrent, dat werk. En je maakt een praatje met haar, want daar moet je ook tijd voor maken. Je mobiele heb je in de stilstand staan, die is op het schoolplein niet nodig en bovendien heb je nog 37 minuten voor je eerste meeting en met een beetje mazzel staat er onderweg maar voor 34 minuten file.

'Leuk en wat een kleintje nog. Echt een schatje' zo begin je. Complimentjes die je aan moeders geeft gaan over hun kinderen. Dat is netter, beleefder, minder confronterend en minder bedreigend en dat weet je.
'En wat een opmerkelijk leeftijdsverschil, echt heel leuk' voeg je er nog aan toe, klaar om deze kleine sociale verplichting af te vinken van je 'to-do' lijstje van die dag.
'Ja, er zat er nog een tussen' zegt de blonde vrouw. 'Maar daar hebben we op driejarige leeftijd afscheid van moeten nemen'.
'Oh, aha, jaja' zeg je. 'Nou fijne dag nog, ik moet rennen' je loopt door want er komt een SMS binnen, dat kon wel eens belangrijk zijn. Je bent een lul.

woensdag 10 maart 2010

Wielrentip nr 17.

Fietsen is een wonderlijke sport. Ik ken geen andere sport waarbij je zowel een teamprestatie als een individuele prestatie ten kost van je team neerzet. Dit komt door de aerodynamica van een groep (ik bedoel hier de letterlijke aerodynamica, het effect dat hoe verder vooraan je fietst deste zwaarder het wordt) en door de psychologische belasting van het 'afzien'. Hier zijn boeken over vol geschreven (De Renner van Tim Krabbe schijnt dé klassieker in dit genre te zijn, ik heb het nog nooit gelezen maar ben binnenkort jarig, hint hint).

Neem afgelopen zondagochtend.
'Ga jij maar op kop' zei W., de officieuze wegkapitein van Gooische Wielerclub 'Venga Venga' tegen A., die het zwaar had.
Op kop gaan is een voordeel en een nadeel. A. kreeg hier de kans het tempo te drukken zodat hij kon recupereren, maar wat deed hij? Hij wilde zich niet laten kennen en ging in een moordtempo aan kop van de groep sleuren. Met als gevolg dat hij, toen hij echt niet meer kon, links en rechts werd ingehaald en uiteindelijk zelfs afhaakte.

Net zoals Holland Casino speltips geeft aan hun klanten, zo zou Wielrentip nr. 17 kunnen zijn: 'Weet wanneer je moet bluffen'.

maandag 8 maart 2010

De geheimzinnige Kurzweil formule

ABN AMRO verleidde mij met een uitnodiging voor een seminar ter ere van de presentatie van een rapport waarin ze voorspellen dat in de arbeidsbemiddeling nog voor de zomer een nieuwe faillisementsgolf plaats gaat vinden. Interessant. Ik ben benieuwd of mijn kleine, bescheiden onderneming in die golf meegesleurd gaat worden en verzin alvast een paar redenen waarom ze er naast zitten. De toekomst voorspellen is namenlijk niet aan banken gegeven.

Ik word toch een beetje zenuwachtig als de inspirator van het rapport wordt aangekondigd. Dat blijkt namenlijk Dr. Raymond Kurzweil te zijn, futuroloog en auteur van verscheidene boeken waarin hij op basis van wiskundige algorithmen de toekomst voorspelt. Slimme jongen dus en blijkens zijn Wiki pagina heeft hij machtige vrienden, waaronder Bill Clinton en Bill Gates.

Het seminar is saai en ik hoor niets nieuws. Ik blader door de documentatie en lees het indrukwekkende CV van Kurzweil. Dan lees ik dat zowel zijn grootvader als zijn vader op 59-jarige leeftijd stierven aan een hartaanval. Allebei.  Ik zou ook futuroloog worden met zo'n verhaal. En die Kurzweil zelf is nu.. even rekenen, 62 jaar. Gelukkig, hij heeft de trend doorbroken. En ik? Ga ik mijn grootvader achterna en mijn vader? Hoe lang mag ik nog genieten op dit ondermaanse? Ik pak mijn rekenmachientje.

'De vraag is natuurlijk welke partijen de aanstaande shake-out overleven en welke niet' oreert Han Mesters van ABN AMRO. Tientallen donkere pakken kijken hem aan, in hun ogen zie ik het verlangen naar de borrel. Ondertussen kijk ik naar het schermpje op mijn rekenmachientje waar ik zojuist de Kurzweil formule heb ingevoerd.
'Ik moet naar huis, mijn vrouw, mijn kinderen,' ik huil en ik gooi mijn papieren in de lucht. 'mamaa, ik wil naar hui, hui, huis' huil ik, hardop nu. Ik word door alle pakken aangekeken.
'Meneer Cobben, gaat u alstublieft naar huis' antwoordt Mesters. En vergeet u het onderzoeksrapport niet en de attentie van de ABN AMRO Bank, ze liggen bij de uitgang'

Terwijl ik de deur achter me dichtsla hoor ik hem zeggen: 'Ik geloof dat we de vorige vraag al een beetje aan het beantwoorden zijn'

vrijdag 5 maart 2010

Waarde Almeerderianen en Hagenezen,

Dank aan yelloman1.blogspot.com voor de foto

'Waarde Almeerderianen en Hagenezen,

Nederland kan niet meer om ons heen. We worden straks de grootste partij van Nederland en ik zal u vandaag mijn toekomstscenario ontvouwen. De islamieten zijn inmiddels stevig geinfiltreerd in de traditionele politieke partijen, in de hoop dat we hun achterlijke gewoontes zoas het besnijden van vrouwen en het stenigen van vrouwen die geil naar een man kijken gaan overnemen. Dat gaat ze lukken want de Mohammedaanse cultuur is er een van geitenneukers en hun voorgangers zijn pedofielen en stiekeme homo's die het alleen in het donker durven te doen met jongens die door hun ouders aan hen zijn toevertrouwd. Ik haal twee dingen door elkaar lieve Almeerderianen en Hagenezen, vergeef mij, het komt door de verkiezingsroes.

Anyway, nadat we de grootste zijn geworden in Juni zullen we door de ondermensen genegeerd worden en kunnen we onze plannen nog steeds niet doorvoeren. We zullen streven naar nog meer verkiezingen tot we de absolute macht bezitten, maar misschien moeten we die verkiezingen niet afwachten en de toekomst een handje helpen met behulp van onze paramilitaire onderafdeling. Tegen die tijd ben ik nog bozerderder geworden zodat ik als provocatie een klein snorretje laat staan, de ruimte tussen mijn neusgaten en mijn bovenlip geheel vullend. Als ik dat mooi vind, dan mag dat toch? Hullie mogen toch ook hun baard laten staan? Of niet dan he? he? he? (applaus...)

Straks ben ik eindelijk de grootste, de machtigste en de booste van het land. Dan is er geen ontkomen meer aan. Jullie weten dat ik nu nog lief ben voor die Mohammedanen en ze alleen maar terug wil sturen, maar zodra ik de grootste ben zet ik ze ook echt uit, met hun achterlijke jurken en hoofddoekjes, spuug en spuugzat ben ik ze, spuugzat.
Sorry mevrouw, hier, een zakdoekje.
Spuug en spuugzat dus. Alle Kutmarrokanen die dan niet terug naar hun land kunnen wil ik opsluiten in Vught in een kamp. En als ze daar weg willen, nou dat kan, ik weet nog wel een volgend stationnetje voor ze (gejoel).

Nog even dit. Binnenkort mag er niet meer geblogd worden. Sommige bloggers maken het wel heel bont door speeches te schrijven die ik nooit uitgesproken heb, mij als Hitler af te beelden terwijl ik er niet eens op lijk en dat kan dus niet. Wat ze in China kunnen kan ook hier en ik zal google vragen alle sites te blokkeren die mij ......  

deze site is niet verder leesbaar, neemt u contact op met uw systeembeheerder of kijk op www.google.nl

donderdag 4 maart 2010

Indonesië hadden ze nog niet gehad op school.

'Die meneer daar, dat is mijn zoon en zoals jullie weten is hij de vader van Dieuwertje, dus zij is mijn kleindochter'
Aan het woord is mijn moeder die een verhaal vertelt over de tweede wereldoorlog in de klas van, u snapt het, mijn dochter. Toen mijn moeder de leeftijd had van mijn dochter kreeg ze een kommetje rijst per dag, moest ze met vijftig vrouwen in één huis wonen met één WC, moest ze als invalmoeder voor een leger nog kleinere kinderen zorgen, moest ze twee keer per dag op appel buigen voor de Japanse vlag, zag ze haar vader jarenlang niet en werd ook haar zusje voor een aantal maanden weggehaald zonder dat ze wisten waar naar toe. Indrukwekkende verhalen en de kinderen hangen aan haar lippen. Mijn moeder was al een keer voor een vergelijkbaar project uitgenodigd op een lagere school van een ander kleinkind, maar dat ging uiteindelijk niet door. Ze had de concurrentiestrijd verloren van de oma van een ander kind die verhalen kon vertellen uit de tweede wereldoorlog over de Duitsers. Indonesië hadden ze op die school nog niet gehad. De oorlog in Indonesië zal door de nieuwste generaties veel eerder vergeten zijn dan de Europeese. Dat Hitler geen punkband was maar een dictator weten de meesten wel, maar dat er ooit Nederlandse onderwijzers Nederlandse les gaven tussen de Tijgers van Sumatra en daar door Japanners opgesloten werden is grotendeels onbekend.

Niet dus bij de klasgenoten van Dieuwertje die van de ene verbazing in de andere vallen. Dat mijn moeder vier jaar niet op school had gezeten vinden ze niet vreemd, maar dat ze de verveling na die vier jaar zo spuugzat was dat ze van school droomde, dat wordt bijna niet geloofd.

'Dus als je vier jaar niet naar school gaat, kun je later nog gewoon dokter worden?' vraagt Dieuwertje 's-avonds.
'Ja dat kan, 'maar niet zonder oorlog.' leg ik uit.
'En hoe vonden je vriendjes het?' vroeg ik.
'Ze vinden dat ik een coole oma heb' antwoordde ze.
Dus de zoon van de oma was ook tevreden.

woensdag 3 maart 2010

In de woestijn is alles gratis

Een van de verplichtingen die je als burger hebt is het betalen van je belastingen. Zonder belastingen geen wegen, scholen en geen ondersteuning voor Olympische sporters. Zonder belastingen ook geen ambtenaren, dat dan weer wel. Je kunt ervoor kiezen om hier niet aan mee te doen. Geen idee wat voor route je dan moet afleggen, waarschijnlijk moet je dan statenloos burger worden en ergens in een woestijn een manier vinden om je lichaam in leven te houden met zand. Of zoiets. Alle andere vormen van aanwezig zijn op deze aarde brengen onherhoepelijk met zich mee dat je belastingen gaat betalen.

Zo ook ik. Aan de beurt dit keer is de gemeente Sorede, parel van het Alberes gebergte, al zeggen ze het zelf. Ik verhuur daar aan toeristen en die moeten daar toeristenbelasting betalen. Taxe de sejour noemen ze dat, dat is Frans. Aan mij de eer om deze taxe aan te geven bij de gemeente. Ik bel een aardig klinkende mevrouw om 12.25 uur.
'Lieve mevrouw, het is met Michiel Cobben dat u spreekt'
'Meneer Cobben, het is met plezier.'
'Fijn. Mevrouw, ik heb mijn aangifte al gedaan en nu krijg ik een herrinering'
'Ik zie hier dat u nog geen aangifte gedaan heeft, dus dan krijgt u een herrinering'
'Maar ik heb hem verstuurd met E-mail. Dat is communicatie per computer, buiten Frankrijk erg populair'
'Ik moet het voor u nakijken, maar omdat u het per e-mail heeft verstuurd moet ik daarvoor even een collega raadplegen. En ons bureau gaat nu sluiten voor de lunch. Belt u na twee uur vanmiddag even of komt u even langs'

Lees hier hoe het verder ging.

dinsdag 2 maart 2010

Even over voetbal, sorry hoor



Sinds 1978 volg ik voetbal. De wedstrijden van het WK in Argentinie. Ik kon het maar niet loslaten, moest alles zien en met mij mijn broers. Ik geef eerlijk toe dat ik gehuild heb nadat we de finale verloren. 'S-nachts droomde ik dat Robbie Rensenbrink die bal niet tegen de paal maar in de goal schoot. Sinds die tijd kijk ik op zondagavond om 19.00 uur naar Studio Sport. Inderdaad, bord op schoot, dat werk.

Sinds vier jaar kijk mijn zoon mee. Hij is verslaafd sinds het WK in Duitsland, 2006. Vier keer rood, acht keer geel en een huilend kind op de bank (dit weet u niet als u hem spreekt!!). Een gezamenlijke hobby, elke zondagavond op de bank, borden op schoot.

Zondagavond deed hij niet mee. Hij ging bij een vriendje eten en sport kijken. Jammer, maar de beelden hierboven heeft hij gelukkig niet gezien. De overtreder is een Engels international, ik hoop dat hij uitgesloten wordt van deelname aan het WK in Zuid Afrika, later dit jaar. Ik hoop eigenlijk dat voetbal weer leuk wordt. Ik voelde me zoals de spelers op het veld zich gedragen, belabberd. Is dit onze cultuur. Is dit leuk?

maandag 1 maart 2010

Reminder voor mezelf

Eerst had ik een ernstige ziekte, daarna had ik een trainingsachterstand, daarna was het lange tijd te risicovol voor me door het ijs, ook was mijn band een keer lek, maar vanmorgen had ik werkelijk geen enkele smoes meer. De zondagochtendfietsclub.

Waarschijnlijk denkt u (ik ken u, jawel, ik ken u en ik weet precies wat u denkt) dat ik lid ben van een Gooisch herenclubje dat zondagochtend even de benen strekt. Duur materiaal, weinig prestaties, grote bek en weinig kilometers, dat werk. Nee, nee en nog eens nee. Mijn fietsgroepje bestaat uit jongens (de gemiddelde leeftijd is slechts 45) die vele uren per week trainen, in de zomer Alpen d'huezzen en Tourmalets beklimmen, die een abonnement hebben op het weekblad 'Fiets' en die zich verheugen op tochten als 'Limburgs Mooiste' (110 kilometer heuvellandschap) of de 'Gerrie Kneteman Memorial' (160 kilometer polders, uitsluitend wind tegen).

Na een kleine trainingsstage op Ameland waar ik de afgelopen week drie keer het eiland op en neer fietste had ik de wekker gezet. Om 07.45 uur piepte hij me wakker. De regen sloeg tegen de ramen, ons huis lag vol met slapende kinderen en A. vroeg of ik op kon staan zonder een lamp aan te doen, want ze sliep nog zo lekker. Wat denkt u? U zit ernaast, ik ben gegaan. Terwijl ik dit typ (borreltijd) voel ik mijn bovenbenen tintelen en weet ik dat ik vanavond vroeg in slaap val. Heerlijk. Deze blog stuur ik als een uitgestelde mail aan mezelf, verzendtijd volgende week zaterdagavond. Dan heriner ik het me en weet ik dat ik geen smoezen moet verzinnen maar gewoon moet gaan!