donderdag 2 september 2010

Soms ben je blij als je niks terug hoeft te zeggen


'Meneer Cobben, komt u binnen, hoe is het met de familie en hoe staat het met de tanden?'
Mijn tandarts, hedenochtend. Komt goed uit, ik sta dezer dagen in de luisterstand. Genoeg gekletst de laatste tijd.

'Ik ga nu een kapje over je tand zetten, waardoor ik schoner kan werken en waardoor de toch al beperkte communicatiemogelijkheden die we met elkaar hadden volledig zijn verdwenen' zo vertrouwde hij me ooit toe, vlak voordat hij met een wortelkanaalbehandeling begon.

De beperkte communicatiemiddelen beletten hem niet elke behandeling opnieuw er vrolijk op los te babbelen. Dat ik nergens anders naar kan luisteren en niets terug kan zeggen hindert hem niet. Hij is het zo gewend, hij weet niet beter. Zo ook deze morgen.
'Zet maar op marktplaats' zegt hij tegen zijn assistente die meedeelt dat er na de woensdagmiddag weer een kinderjasje aan de kapstok is overgebleven.
'In deze barre tijden weet je als tandarts niet waar je je inkomen vandaan moet halen. Binnenkort zet ik mijn kinderen op marktplaats, dat is twee vliegen in een klap, minder kosten en de verkoopopbrengst.'

Ik wil hem van repliek dienen, maar dat lijkt me vreemd. Stel dat ik de behandeling onderbreek, alle haakjes en beugeltjes uit mijn mond laat halen om dan te zeggen:
'daar krijg je spijt van, met de pensioenproblematiek voor de deur heb je ze straks nog hard nodig'.

Dus ik mummel wat en mummel nog wat, tot ik met een nieuwe vulling in mijn kies weer buiten sta. En de tandarts babbelt alweer rustig verder met de volgende patient. En ik kan weer door met luisteren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten