donderdag 29 april 2010

De reunie (4)


'Hoe is het met je broer?' vraagt M., destijds - en misschien wel nog steeds - de mooiste vrouw van onze middelbare school en omstreken.

Vrouwelijke blogvolgers, als u indruk wil maken op een man, of hij nou jong is, oud, dik of dun, Aziaat, Europeaan of Amerikaan, vraag dan niet hoe het met zijn broer gaat, of met zijn oom of met zijn buurman.

'Goed, heel goed' antwoord ik, zonder te vragen welke broer ze bedoelt. 'En met die schattige, knappe aardige zus van jou, die altijd zo geestig uit de hoek kon komen, hoe is het daarmee?'
'Die staat hier naast me' antwoordt ze, maar dat had ik allang gezien.

M. is gewoon te mooi. Zij en haar zus zijn H. aan het uithoren. H. was het allereerste vriendje van M, maar hij maakte het uit. Hij weet denk ik nog steeds niet waarom, maar M. wil het alsnog graag weten. Heerlijk, die reünie's.
'We waren te jong' zegt H. Tegenwoordig is hij een gewiekste zakenman, maar ik zie nu toch pareltjes zweet op zijn voorhoofd verschijnen. Dit is zwaarder dan een klant wat budget afhandig maken.
'Te jong, te oud, te ver weg, te anders, te dit of te dat.  Het is ook altijd wat met die k**mannen' (dit gesprekje was een beetje laat op de avond) verzucht M.

Ondanks haar schoonheid, of misschien wel dankzij, is M. 'al twee maanden' vrijgezel en dat is voor het eerst sinds haar middelbare school. Na enkele echtscheidingen is ze het zat.
'Wat moet ik doen?' vraagt ze aan mij. Op de achtergrond zie ik hoe G. natuurkundeleraar ten B. imiteert. Knap staaltje acteerwerk.

'Je bent te mooi' zeg ik tegen haar en ze kijkt me afwachtend aan, benieuwd naar de rest van mijn analyse. Dat ze mooi is weet ze, het was geen compliment, het was een pure vaststelling van de feiten zoals je elke analyse begint.
'Mooie vrouwen doen geen moeite.' leg ik uit. 'De mannen komen vanzelf. Jij vraagt je af waarom je relaties nooit lang duren, je had je moeten afvragen waarom ze begonnen zijn. Wat je aan komt waaien heeft geen waarde, waar je moeite voor moet doen wel.'
'pff'' zegt ze. 'zit jij in het bedrijfsleven, ben je amateurpsycholoog of kun je goed uit je nek kletsen?'
'alledrie' antwoord ik.

woensdag 28 april 2010

De Reünie (3)

'Hoe is het met U?' vraag ik aan P. de geschiedenisleraar die dus geen steek is veranderd.

Helaas vertelt hij niet de anekdote hoe ik de eerste leerling werd die hij bij naam kende. Het was zijn eerste ochtend, de schoolvakantie was afgelopen, M. en ik hadden ons zwijgende fietstochtje er net op zitten (zie blog gisteren) en P. kwam aanlopen. Een hagelnieuwe lederen tas, een blije, nog onbedorven leraarsblik op het gebruinde Limburgse gezicht. Hoe wij wisten dat het P. was? Geen idee, dat was niet relevant, die informatie stond in het groepje waar ik bij stond bij de ingang van het gebouw niet ter discussie. Hij had de leeftijd van een leraar, was nieuw en dus was het P. Kon niet anders.

'Bent u meneer P. de nieuwe geschiedenisdocent?' vroeg ik.
'Jazeker en vast wel' zei hij, want docenten gebruiken altijd het liefst veel woorden en P. was geen uitzondering.
'Mijn naam is Michiel Cobben' zei ik 'U bent hier nieuw, dus dan weet u dat alvast.'

Helaas begint hij er niet zelf over en het gaat een beetje te ver om sterke verhalen uit het verleden te gaan vertellen waarin je zelf de rol van schavuit speelt. Niettemin is het een aangenaam gesprek. P. is een man waar ze het woord 'rust' voor uitgevonden hebben. Als Limburger had hij misschien beter pastoor kunnen worden, er gaat van zijn hele verschijning een sterk zalvende werking uit.
'Waarom hebben ze u eigenlijk rector gemaakt?' vraagt E., een oud klasgenoot die ook is aangeschoven.
'Ik denk dat ze om zich heen hebben gekeken en geen betere kandidaat aantroffen' antwoordt P.
E. neemt wonderwel genoegen met dit antwoord.

'Jullie waren een mooi jaar' zegt hij nog en ik zie dat hij het meent. Hij zal het nog een paar keer zeggen tegen andere mensen uit andere jaren en ook dat meent hij. Dan, net als P. verder schrijdt, haakt M. haar arm in de mijne. M., oogverblindend mooie M., verreweg de mooiste vrouw van de school en omstreken. Ik weet alleen nog dat ze in Leiden is gaan studeren en dat ze nog steeds de blikken van alle mannen trekt.
'Hoe is het met je broer?' vraagt ze.

Dat is jammer,dat ze niet naar mij maar naar hem vraagt. Maar het werd een interessant gesprek. Morgen meer.

dinsdag 27 april 2010

De reünie (2)


Het is gesprekje nummer zeven van de avond, het gesprek waar ik me vooraf het meest op had verheugd. Ze is eigenlijk geen spat veranderd, terwijl ik haar bijna dertig jaar niet had gezien. U zegt dat dit onmogelijk is? Bezoek een reunie van uw middelbare school en u weet dat het wel kan.

Ze vraagt me waarom ik altijd zo stil was op de fiets. Ze woonde ook in Woensel en als ik haar 's-ochtends voor me zag fietsen versnelde ik. Zag ik haar niet dan hield ik in, in de hoop dat ze me zou inhalen. Zat ze ver achter me dan deed ik alsof mijn tas loszat onder mijn snelbinders, ik stopte en rommelde wat en als ze eraan kwam ging ik naast haar fietsen. Terug liep dat makkelijker want we waren vaak tegelijk uit en moesten dezelfde kant op. Zag ik haar in de fietsenkelder, dan morrelde ik net zo lang aan mijn slot totdat we tegelijk de fietsenkelder uitkwamen. Ze had een omafiets met een loszittend spatbord over moeten nemen van haar oudere zus en liep regelmatig een lekke band op. Dan moest ze met de fiets lopend naar huis en aangezien dat saai voor haar was stapte ik af en liep ik met haar mee. 

Dat was overigens niet minder saai, want we zeiden niets. Misschien zeiden we 'Hoi' als we elkaar zagen, of  'doei' als ik bij mijn huis aankwam en zij nog een stukje verder door moest. Maar meer zeker niet.

Het duurde denk ik wel twee jaar. Ik keek graag naar haar bruine krullen en spitse neus. Ze brak mijn hart toen ik hoorde dat ze met R. ging. R. was een oudere leerling met een brommer. Geen partij voor mij en ik vermoed dat hij wél iets tegen haar zei, wat in de liefde op een bepaald moment toch echt nodig is.

'Wat was je toen toch altijd stil. Waar dacht je aan?' vroeg ze zaterdag en ik zei: 'Oh, ik droomde gewoon maar wat'. Weer was het een paar seconden stil, alsof we weer op de fiets zaten. Ik realiseerde me dat de stiltes van destijds niets met mijn leeftijd  te maken hadden, het kwam door haar.
'Dromen? Waarover?' vroeg ze.
'Over jou met name' antwoordde ik.
Ze lachte hard.
'Dat dacht ik al' zei ze en haar krullen (zijn die nog echt?) schudden.
'Ik was ook een dromer' bekent ze. 'twee dromertjes, dat was nooit wat geworden, dus wees maar blij. Droom je nog steeds zo veel?' vraagt ze.
'Ja, tegenwoordig schrijf ik mijn dromen zelfs op, kijk maar eens op mijn blog' antwoord ik.
Ze doet alsof ze de URL van mijn blog onthoudt en zegt dat ze naar huis moet.
'Ben je op de fiets?' vraag ik nog.

Maar ze is met de auto en gaat al vroeg weg, ze moet nog zo'n 150 kilometer. Dat is wat lang om in stilte naast te fietsen, dus zwaai ik haar gedag.

En dan zie ik geschiedenisleraar P. Geen steek veranderd. Geen steek, ik zweer het .... (morgen meer)

maandag 26 april 2010

De reünie (1)


'Getrouwd, drie kinderen, ik zit in werving- en selectie en sinds kort ook in training.'
Ik draai mijn riedeltje af aan J. een oud-klasgenoot.
Je wordt vrij efficient in het oplepelen van je sociale en maatschappelijke status, dat is een voordeel van een reunie, zoals die van afgelopen zaterdag. Een ander voordeel is dat je ontdekt dat gebouwen gevoelens vast kunnen houden, dat mensen in dertig jaar tijd niet veranderen en dat het spannend is om een arm te slaan om een meisje van vijfenveertig waarmee je lang geleden hebt gezoend. Dat laatste was de leukste ontdekking, dat de meisjes nog even leuk waren.
'Waar zijn de aan lager wal geraakte mannen, waar zijn de 150 kilo zware moekes?' had ik aan Y. eerder op de avond gevraagd.
'Die gaan niet naar reunie's' had hij geantwoord. Ik denk dat hij gelijk heeft.

'En jij?' vraag ik aan J.
'Bouwkunde in Delft en nu architect.' antwoordt hij. 'Getrouwd en twee, nou ja eigenlijk vier kinderen'

Dat je je op een reunie wat vaag uitlaat over je werk of je relatie begrijp ik, maar het aantal kinderen zal toch wel een vast gegeven zijn waar je niet over hoeft te twijfelen. Lijkt mij.

'Uh, twee of vier?' vraag ik.
'Twee van mezelf en van twee kinderen van een bevriend lesbisch stel ben ik de biologische vader. Maar ja dat is steeds zo'n lang verhaal, daar heb ik niet altijd zin in' legt J. kort en krachtig uit. 'al geef ik toe dat het wel raar klinkt zo'

In deze omgeving waar de mores is dat de meeste gesprekjes slechts een paar minuten mogen duren en je tegelijk geacht wordt een samenvatting van 30 jaar te geven begrijp ik zijn dilemma. 

'Stel dat je iemand tegenkomt met wie je langer wil praten dan zeg je dat je vier kinderen hebt, kom je een vage kennis of een oud leraar tegen, dan hou je het op twee' suggereer ik.
'Bedankt, goeje tip' zegt hij. 'jij was vroeger al zo inventief'.

Zo, koud binnen, mijn eerste compliment van de avond heb ik te pakken en het eerste amusante gesprek opent al. Er zouden er nog veel volgen en ik ga ze allemaal delen want deze hele week is het hier Lorentz Casimir Reunie blog!

vrijdag 23 april 2010

Pleindienst.

Kort geleden ben ik een trainingsbureau gestart. Als je klaar bent met wat je doet, dan ga je het uitleggen aan anderen, dat is grofweg het idee. Al te veel pedagogische ervaring heb ik niet, maar daar maak ik me niet zo heel veel zorgen over. De trainees moeten het werk zelf doen, ik stel slechts open doordenkvragen en verzin oefeningen. Ook de feedback moeten de trainees aan elkaar geven. Zo houd ik het een beetje eenvoudig. Ook wil ik het niet te druk krijgen en dus heb ik besloten hoge tarieven te rekenen. Het bedrijfsleven is gemakkelijk als je maar lef hebt en het een beetje chic weet te brengen.

Mijn allereerste oefening in pedagogisch handelen vond vandaag plaats. Pleindienst. Terwijl de leraren en leraressen van de school lunchten lette ik met een andere moeder (dit is geen verschrijving) op de overblijvende leerlingen op het schoolplein. Think Big, Start Small. De andere moeder is getrouwd met een topman van een gerennomeerde firma. In een interview met het NRC zei haar man ooit dat hij nooit de carriere van zijn vrouw in de weg zou staan en dat opvoeden een gedeelde verantwoordelijkheid is. Die quote heeft ze uitvergroot op de koelkast geplakt en is een bron van veel vermaak van al het bezoek dat hun vrijstaande villa aan de Loosdrechtse Plassen bezoekt.

Ondertussen houden we erg goed orde. Het doet me denken aan mijn oude leraar geschiedenis die door een enkel tikje met zijn krijtje tegen het schoolbord een hele klas stil kreeg. Wij hebben zelfs geen krijtje nodig.
'Het was een rustige wacht' vertellen we als de leraren zijn uitgegeten en het schoolplein oplopen.
'Klopt, drie van de vier schoolklassen zijn op schoolreisje' zegt het hoofd van de school.
Aha. Vandaar dus.

donderdag 22 april 2010

de ING JIVE

'Natuurlijk, er is de JIVE' zegt de medewerker achter de balie. 'Dat staat voor Join ING Vlot en Eenvoudig'.
Ik ben van de internetgeneratie en als ik geen goede reden heb om naar een bankkantoor te gaan om daar in een rij te wachten om dingen te doen waarvoor mijn lijfelijke aanwezigheid niet strict noodzakelijk is, dan laat ik het. Maar gisteren had ik geen keuze, ik wilde een extra rekening openen en de aanwijzing op mijn computerscherm was duidelijk: ik mocht het document thuis uitprinten, maar moest me aan een balie vervoegen met een geldig indentiteitsbewijs. Leuk dat ze er nog bijzeggen een 'geldig' identiditeitsbewijs, voor als ik op het idee zou komen om met een handgeschreven vodje op bezoek te komen.

Een vlotte jongeman die baliemedewerker, een type waarvoor de marketingmeneren op het hoofdkantoor de JIVE procedure hebben uitgevonden.
'U loopt hier binnen twee minuten naar buiten en over twee werkdagen heeft u een rekeningnummer. Dat is JIVE' verzekerde hij mij. En ik geloofde hem. Ik hoefde ook geen koffie, want twee minuten, dat houd ik zonder koffie nog wel vol. Als ik uitgejived was nam ik misschien wel een cappucino in het Grand Cafe naast de bank, zo'n goed humeur kreeg ik van het JIVEN.

Maar opeens kwam er een kink in de kabel. De blije jongeman fronste zijn wenkbrauwen en drukte heel vaak op de entertoets. 'Dit is niet JIVE' hoorde ik hem denken. Zou mijn identiteitsbewijs niet geldig zijn? Zou ik dezelfde dag nog geboeid naar Schiphol afgevoerd worden om teruggebracht te worden naar Nigeria omdat ik verward werd met een illegaal? Gelukkig hing die IJslandse aswolk nog in de lucht.
'Maar u zit in een hele andere regio' riep de blije jongen en ik zag een zweetdruppeltje op zijn bovenlip verschijnen. 'Waarom komt u hier en niet in Weesp? En o, nu zie ik het, niet alleen Weesp, u heeft ook al een rekening in Amsterdam'.
Zijn toon begon licht verwijtend te klinken. 'U heeft ook helemaal het verkeerde formulier uitgeprint' zei hij en hij zette zijn leesbril op om nog eens goed naar mijn printjes te kijken.

'Sorry' zei ik 'het spijt me. Stom van me. Zal ik een cappucino voor u halen hiernaast?'

woensdag 21 april 2010

Vijf sterren voor een naakte vrouw

Wij hebben thuis de VPRO gids. Niet omdat we zo ongelooflijk pro VPRO zijn, maar wel omdat we nog een klein beetje de schijn op willen houden dat we cultureel verantwoord bezig zijn. Komt er bezoek en ligt de Veronica gids op de salontafel, dan heb je toch wat uit te leggen. Wij zijn diep in ons hart echte Veronica/SBS fans. Een reportage op National Geographic waarderen wij met een 7, een documentaire op Nederland 2 met een 7,5 en een praatprogramma met interessante gasten waarderen wij met een 8. Maar een echt lekkere film uit het genre boy meets girl of whodunnit of tieten-schieten-bandieten, die waarderen wij met 9 of hoger en die genres vind je uitsluitend bij de pulp zenders.

Een ander voordeel van de VPRO gids is dat de films waar wij zo dol op zijn altijd met één enkele ster worden gewaardeerd, terwijl onbegrijpelijke Japanse of Libanese films vier of zelfs vijf sterren toebedeeld krijgen van de VPRO politie. Vorige maand werd er door de VPRO een film gewaardeerd op maar liefst vijf sterren. Ik ben de titel vergeten, maar het ging over een Amerikaanse dame die in China op zoek ging naar spiritueel geluk . Er gebeurde niets en dan bedoel ik ook echt helemaal niets in die film. De Amerikaanse zat aan de oever van een meer en las Chinese gedichten. Ik hield het kijken vol en werd beloond toen ze aan het eind van de film in het meer ging zwemmen. Naakt en langdurig. Toen begreep ik die vijf sterren wel, maar normaal gesproken is het geen aanrader.

Gisteren stond op het programma 'National Treasure' met Nicholas Cage in de hoofdrol. Eén ster van de VPRO dus echt wat voor ons. Dachten we. Na afloop van deze ongelooflijk ongeloofwaardige, domme, irritante en slechte, slechte film hadden we een probleem. Welk programmablad kunnen we dan wel geloven?

dinsdag 20 april 2010

Twee spuiten, één klein meisje.

Met ijzingwekkende efficiency laat ik mijn dochter inenten. Voor wie niet recent kinderen heeft laten inenten hier een kleine beschrijving:

U krijgt een kleine twee weken vantevoren een brief met een tijdslot van een half uur, in ons geval van 13.00 uur tot 13.30 uur, waarin u zich in een sporthal moet melden teneinde uw kind te laten inenten. Daar aangekomen is het ronduit gezellig. Alle buren zijn er, maar nu in een ander deel van het dorp. Iedereen lacht: de meneer die je de weg wijst, de dame die je barcodekaart uitleest, de mevrouw die het nummer van je spuitplek noemt, de twee mevrouwen die je twee spuiten in twee armen van je ene kind zetten en de meneer die je na afloop nog een folder tegen pesten op school meegeeft. In en uit in drie minuten, administratief, medisch en organisatorisch een meesterwerkje. Waar ter wereld presteren ze dit nog meer? Zweden misschien?

Mijn dochter was heel flink en heeft haar knuffelbeest fijngeknepen, maar buiten de sportschool wil ze tegen een buurmeisje nog wel even vertellen hoe flink ze precies was. Het ging ook allemaal zo snel. Evalueren zouden wij dat noemen. 'En het is ook nuttig' weet het buurmeisje er aan toe te voegen 'anders krijg je een rode hond'.

'Oh, dat is dan maar goed ook' zegt mijn kleine schattebout 'want wij mogen niet eens een normale hond'

maandag 19 april 2010

Wouter Bos op IJsland - herschrijving.

De kranten staan vol met Cohen, Wilders, Rutte en Pechtold terwijl niemand zich bekommert om Wouter Bos. Waar is hij gebleven? Brengt hij zijn kinderen naar zwemles en voert hij ze spruitjes? Zou hij echt een brave huisvader geworden zijn? Geen enkele journalist die hier eens induikt, op een speciale afgezant van dit blog na. Die vond hem, in Reijkjavik om precies te zijn. Een week geleden zat Bos in de spreekkamer van Koelast Koelkastson, Minister van Financien van IJsland. Uit betrouwbare bron weten we wat daar is gebeurd.

Allereerst waren er heftige discussies over verloren miljarden, waarbij Bos zich als een straatvechter had gedragen.
'Moet dat nou op die toon?' vroeg zijn adjudant.
'Tuurlijk joh' antwoordde Bos. 'Ik lul hier effe die miljarden terug, we hoeven minder te bezuinigen en dat straalt dan allemaal op de PvdA af. Job Cohen wordt MP en ik ambassadeur in Monte Carlo. Dus hou je bek, laat mij dat varkentje maar even wassen'.
'But sir, we have no cash. Only ash' weersprak Koelkastson.
'Dan hou ik mijn adem in, net zo lang tot jullie betalen' zei Wouter. 'Dat zal leuk zijn, de hele internationale gemeenschap zal er schande van spreken dat jullie een onderhandelaar van de Nederlandse regering dood laten gaan. Ik doe het hoor'

En warempel werd het stil. Hoe lang? Een minuut, twee minuten, zoiets. Tot het proestende geluid van Wouter de stilte weer doorbrak.


'Jullie vastelandbewoners denken dat jullie alles maar kunnen maken' aldus IJslands minister Koelkast Koelkastson. 'Dat truukje met je adem inhouden tot je je zin krijgt, dat kennen we hier ook, maar dan net iets anders. Kijkt u maar eens naar buiten'

Wouter Bos keek naar buiten en zag dat een lange, dunne rookpluim die de hele dag boven een vulkaankrater had gehangen nu weg was.
'We houden onze rookpluim net zo lang in totdat jullie ons die schuld hebben kwijtgescholden' zei Koelkastson.
'Lekker belangrijk' zei Bos. 'Nu betalen of ik vlieg direct terug naar Schiphol en haal de marine erbij'

'Daar zou ik nog maar heel even mee wachten' zei Koelkastson terwijl de grond begon te trillen.

En waar is Wouter Bos de hel etijd?


'We asked for cash, not ash' - zei Wouter Bos, voormalig Minister van Financien van Nederland en thans onze speciale afgezant tijdens de onderhandelingen over de teruggave van enkele miljarden Euro's die in IJsland zijn bevroren.
'OK, geld terug en anders hou ik net zo lang mijn adem in tot het is teruggestort', voegde hij er aan toe.

Eerder had hij al gedreigd dat IJsland niet meer mee mocht doen met voetballen, maar dat had niet gewerkt. IJsland heeft zich nooit voor een eindtoernooi weten te plaatsen. Twee weken geleden won het vriendschappelijk met 2-1 van de Faroer eilanden. Ook had Wouter gezegd dat IJsland niet meer mee mocht praten met de Europeese regeringsleiders. Ook dat maakte de IJslanders niks uit, dat deden ze namenlijk al niet. Foutje van Woutje.

'Cohen hoeft straks minder te bezuinigen na stunt van Wouter Bos'. Misschien iets te lang voor een krantenkop, maar dat was de insteek. Stiekum vergaderen in Reykjavik, oplossing vinden en met een paar miljard in de portemonnee terug naar Schiphol. En de PvdA zou de grootste verkiezingswinst behalen sinds Ome Joop. Allemaal dankzij Wouter.

Wouter voelde zijn wangen rood worden. De lucht in zijn longen bonkte en beukte en wilde naar buiten. Hij kon het niet geloven, die IJslanders zouden toch wel inbinden? Maar nee, hoestend en proetsend moest hij opgeven en als troost kreeg hij een glaasje water. Maar zijn gastheren keken zo vrolijk niet meer.

'Jullie vastelandbewoners denken dat jullie alles maar kunnen maken' aldus IJslands minister Koelkast Koelkastson. 'Dat truukje met je adem inhouden tot je je zin krijgt kennen we hier ook. Kijkt u maar eens naar buiten'
Door het raam van het Ministeriegebouw zag Wouter dat een lange, dunne rookpluim die de hele dag boven een vulkaankrater had gehangen nu weg was.
'We houden net zo lang in totdat jullie ons die schuld hebben kwijtgescholden' zei Koelkastson.
'Ik hou niet van dreigementen' zei Bos. 'Ik vlieg direct terug naar Schiphol'
'Daar zou ik nog maar heel even mee wachten' zei Koelkastson terwijl de grond begon te trillen.

donderdag 15 april 2010

Schaamteloos spilziek.

Als je schrijft en je wilt echt doorbreken en dat wil ik, dan past schaamte niet. De lezer wil diep tot in de ziel van een verhaal doordringen. Schaamte en de daarmee gepaard gaande voorzichtigheid zul je als schrijver moeten laten varen. Denk ik, want ik ben zover nog niet. Maar stel, je schrijft een mooi verhaal over een seriemoordenaar en je verzint hoe je hoofdpersoon opgewonden raakt als hij een ander mens een kopje kleiner maakt. Dan moet je je dus niet gaan schamen voor je meelezende vrienden, familie of je moeder, dan wordt het nooit wat. Maar hoe zit het als je over jezelf of je naasten schrijft en ze dingen denken en doen waar je je wel voor zou moeten schamen?

Ik probeer wat concreter te worden. Stel je hebt een dochter en die dochter is negen jaar. En ze heeft drie Euro in haar portemonnee. Haar broer zegt dat ze moet sparen, maar de dochter loopt, zonder toestemming nota bene, naar een snoepwinkel en geeft haar geld uit. Dan zegt de zoon dat dat niet verstandig is, dat ze beter kan sparen. En dan zegt de dochter, 'ik ben een meisje, ik trouw later wel met een verstandige man met veel geld. Ik ben nou eenmaal dol op sjoppen'. (ik herhaal nog even de leeftijd van het onderwerp: negen jaar).

Moet je dat dan allemaal opschrijven, of pas hier slechts schaamte over de wijze waarop dit kind is opgevoed? Kies ik voor de kunst en schrijf ik het op? Of moet ik dit voorval heel stil houden en maar eens een dag niet bloggen?

Ben benieuwd naar jullie meningen.

woensdag 14 april 2010

Ik moet doen alsof

'Moet u niet verderop in de straat zijn?' vraagt de man aan mij. De uitdrukking op zijn gezicht staat op verbazing, maar dat kan fake zijn, want de man is toneeldocent.
'Nee. ik ben buis' antwoord ik. Als amateurschrijver stoei ik soms op leuke manieren met woordjes. Buis is het tegenovergestelde van abuis.
Ik kan me zijn verwarring voorstellen. Ik heb hem net uitgelegd over de regelmatig terugkerende discussie tussen mij en mijn ega. Zij verwacht van mij een geinteresseerde houding als het over huishoudelijke zaken gaat, zoals de etenskeuze van de avond, of van morgen of volgende week. Mij boeit het niet, dat merkt ze en dat is lastig.
'Weet u het zeker?' vraagt de man. 'de relatietherapeut verderop op nummer 19 heeft een uitstekende reputatie'.
'Nee' zeg ik en ik leg het hem nog een keer uit. 'Ik moet doen alsof het me interesseert. Dus u vraagt: 'zullen we Chinees halen of zelf koken als de buren komen eten?' en ik ga dan geinteresseerd proberen over te komen.'

De man doet wat hem gevraagd wordt en ik kijk geinteresseerd, althans ik doe mijn best.
'En?' vraag ik 'wat vondt u ervan?'
'Je fronst, dat is heel goed, maar veel te ernstig' doceert hij. 'Probeer dit eens'.
Hij neemt zijn kin tussen duim en wijsvinger en wrijft. Ik doe hem na.
'Heel goed' zegt hij nu. 'Je hebt talent. Weet je zeker dat je nooit eerder aan toneel hebt gedaan? Nu nog je lichaamshouding. Gooi je schouders eens los!'

Een aangename en welbestede middag, aan te raden voor iedereen.

dinsdag 13 april 2010

13 jaar

Gisteren werd ons oudste kind 13. Ze zeggen dat dat een zware leeftijd is voor de ouders, maar daar ben ik het niet mee eens. De bevalling is voor een moeder het zwaarst, de rest is kinderspel. Ook voor vaders zijn de eerste uren van het leven van een kind het zwaarst. Eerst komt de verloskundige op je af. Of je even ergens anders wilt gaan staan want je staat voor de ladenkast waar de doekjes, speentjes en andere prullaria inzitten. Een uur later komt je schoonmoeder al op bezoek. Of je even thee wilt zetten, of nee toch maar koffie, en beschuiten smeren graag. Het gevoel 'in de weg te staan' nestelt zich in je hoofd, heel, heel erg zwaar is dat.
'Gaat dat gevoel ooit weer weg?' vraag je als je in de kroeg die avond de geboorte van je zoon viert en grootvaderlijk advies krijgt van een man in een bruine regenjas en een drankkegel.
'Jazeker' zegt deze. 'na ongeveer 18 jaar gaan ze op kamers en dan is het huis weer van jou'
'Niet' zegt een lange slungel in een zwarte leren jack. 'het kan sneller. ga scheiden, dat heb ik gedaan'
'Gelul Jacobse' zegt de vieze man en nu herken ik ze opeens. 'Jij bent gaan scheiden, maar nu heb je in je nieuwe mokkeltje ook een kind gefrot. Lul de behanger!'

Dat is dan wel het voordeel van het vaderschap, je spreekt nog eens iemand.

maandag 12 april 2010

zonder plaatje vandaag

Op de snelweg haal ik een Porsche in met een sticker op de bumper van zijn auto: 'Mijn andere auto is ook een Porsche'. Een porscherijder met humor is zeldzaam, de meeste lui die in zo'n ding zitten nemen zichzelf en hun wereld veel te serieus. Ze denken dat hun eikel net zo mooi glimt als het gepoetste blik, maar ze zijn in de war met hun kale hoofd.
'Vet heilig, die kar' mompelt mijn zoon van dertien.
'die uitlaat zou ik verbreden als ik hem was' becommentarieert zijn maat die naast hem op de achterbank van onze familie-auto zit.
'Wat vinden jullie van die sticker op zijn bumper?'vraag ik, maar die hadden ze nog niet gezien. De meisjes in de auto al helemaal niet.

Ik ben met de halve buurt op weg naar het zwembad. Mijn vrije tijd heb ik die ochtend al gehad (92km gefietst!!) en nu wil moeder de vrouw wel eens wat voor zichzelf doen, of ik maar even het hele spul mee wil nemen. En neem gelijk de kinderen van de buren maar mee.

In het zwembad mijmer ik verder over de bumpersticker. 'Duel' van Joost Zwagerman is uit (een zeven min voor Joost) en de kinderen willen nog niet naar huis. Overal moeders met kinderen, slechts af en toe een stelletje. Men kijkt naar elkaar. Ik scheur een leeg vel uit het boek, pak een pen en schrijf 'ik ben niet gescheiden, mijn vrouw zit gewoon thuis'. Ik plak het op mijn buik, mijn eigen bumpersticker. Een vrouw staat op, haar borsten hangen tot onder haar navel. Ze trekt een T-shirt aan met de tekst: 'Ik wil wel afvallen, maar ik heb een afwijking aan mijn schildklier'. Handige sticker ook van haar. Een andere vrouw loopt naar de duikplank om daar een kind vanaf te plukken. 'Ik ben gescheiden, maar het was niet mijn schuld.' staat er op haar bikini.

Het bespaart ons een hoop geklets. Duidelijkheid voor iedereen. Hoera voor de bumperstickers en de bedrukte t-shirts.

vrijdag 9 april 2010

In Frankrijk wonen

'En anders gaan we toch gewoon in Frankrijk wonen?' zegt A.
Het is een vraag die ze vaak gebruikt als sluitstuk van een gesprek. Stel ze heeft een plan, ik noem maar even wat, het plan om een reparatie aan het dekzeil van onze sloep uit te voeren. Het is maar een voorbeeld. Dan kan ik dat niet, want geen tijd en ook belachelijk duur, is dat nou wel nodig? Waar moet dat heen met ons, de maatschappij etcetera? Alsof ze hardop denkt over een worst-case-scenario zegt zij dan, om van de discussie en mijn gezever af te zijn: 'Dan gaan we toch gewoon in Frankrijk wonen?'

Een verlaten, bijna gratis boerderij in de Vendée ofzo, een dorpschool met slechts een leraar, eten uit de moestuin en van de jacht. Een cafe waar je iedereen kent, een fles wijn kost er een Euro. Een homp kaas en een brood, meer heb je toch niet nodig? En appelen groeien er in Frankrijk meer dan genoeg, die mag je gratis plukken. Geen slecht alternatief, maar hebben ze daar high-speed-ADSL, belpizza, 3D bioscopen?

'Ga je nou nog naar die zeilmaker in Loosdrecht?' vraagt ze, als ze ziet dat ik wel heel lang uit het raam staar.
'Allez madame, tranquille hein?' antwoord ik.

donderdag 8 april 2010

Heilig!!

Soms wordt een nieuwe uitdrukking geboren tijdens een spontaan gesprekje op TV, bijvoorbeeld door Gerrie Knetemann die, na een paar uur stevig afzien, een etappe in de tour won. De commentator vroeg hem hoe hij het zo knap volgehouden had en hij zei dat hij gefocussed was op de overwinning, hij dacht aan de bloemen bij de finish en al moest hij het loodje leggen, hij wilde winnen. 'De dood of de gladiolen' huilde hij na de finish en het hele peloton nam het over. 'Verstand op nul, blik op oneindig' is er ook een van hem en elke duursporter weet wat hij bedoelt, zo ook iedereen die van mooie uitdrukkingen houdt.

Soms wordt een uitdrukking bewust verzonnen door bijvoorbeeld cabaretiers en daarna levend gehouden door het publiek. Kees van Kooten met 'positivo', 'regelneef' of 'oudere jongere'.

Soms worden uitdrukkingen geboren in de schoot van de samenleving. Door jeugd die de uitdrukkingen van oudere generaties per definitie dom of zelfs 'lame' vinden. Als u niet weet wat 'lame' is (Engels uitgesproken) dan bent u wel heel erg 'lame' (= ouderwets, sloom, saai). In deze categorie zitten de mooiste vindingen, want gedragen door een grote doelgroep en ontstaan vanuit een oprecht gevoelde behoefte.

Vandaag ben ik de ontdekker van zo'n woord uit die derde en mooiste categorie. Onze oudste was ziek en een klasgenootje kwam langs om een nagekeken proefwerk Frans te brengen. Zoonlief keek naar het cijfer dat beduidend hoger was dan hij had verwacht. 'Heilig!' riep hij uit. Ik was wat verbaasd over deze uitdrukking, zijn klasgenootje, beduidend minder 'lame' dan ikzelf, beaamde echter dat het cijfer 'vet heilig' was.

'Heilig' is een nieuwe uitdrukking. U las het op dit blog voor het eerst, dat wel even mijn plekje in de geschiedschrijving van deze nieuwe uitdrukking vastligt!

dinsdag 6 april 2010

Fietsen is niet weggelegd voor middelmatige denkers.

Dries van Agt, Tim Krabbé, Gerrie Knetemann - die de Nederlandse taal verrijkte met de uitdrukking 'de dood of de gladiolen' - het zijn, of in het geval van Gerrie waren, allen zowel grote denkers als fietsers. Als u wil mag u zelf googelen welke grote geesten ook fietsten, u zult versteld staan. Zelf ben ik te lui om het na te slaan en u kunt het ook heel goed zelf. Bovendien ben ik, terwijl ik dit schrijf, moe van het fietsen.

Ga je fietsen omdat je een onnavolgbaar denker bent, of is het andersom: kun je zo origineel denken omdat je fietst? Ik denk het laatste. Fietsen is niet weggelegd voor middelmatige denkers. Of je bent oerstom en kunt niet uit je woorden komen, zoals de meerderheid van het peloton, of je grootsheid kan het aan om urenlang te malen. Want dat doe je op de fiets, malen. Je geest zet zich vast op een gedachte en dan ga je malen. De eerste kilometers gaat nog wel, maar ben je een keer in de 'flow' dan dient zich vanzelf de muur aan, de muur van de confrontatie, de limiet van je eigen kennis over het bemaalde onderwerp. De oerstommen wuiven deze confrontatie weg, de grote geesten komen tot nieuwe inzichten. De middelmatigen stappen gefrustreerd van hun fiets. Er is een geval bekend van een boekhouder uit Hoogland, een middelmatige geest, die halverwege de Amersfoortse berg (55 m boven NAP) afstapte en nog drie dagen raaskallend aan iedereen vroeg waarom Dolfijnen zulke leuke beesten zijn, terwijl ze geen koffie drinken. Zijn fiets bood hij aan op marktplaats.

Vandaag deed ik al malend een grote ontdekking. Tijdens mijn standaardlusje Hilversum-Austerlitz (60 km) bedacht ik me dat de heenweg een doel heeft namenlijk de pyramide van Austerlitz, maar dat de terugweg ook een doel heeft, namelijk weer thuis komen. Wat dit betekent voor de moderne filosofie is duidelijk, alles heeft een doel, slechts het einddoel is onduidelijk. Het klonk vrij logisch in mijn hoofd toen ik op de fiets aan het malen was. Nu nog even opschrijven en op naar Zweden voor de Nobelprijs. Hoera voor alle fietsers!

Vaste volgers, excuses. de blog is per abuis te laat gepubliceerd.

vrijdag 2 april 2010

Vrolijk Pasen.

Eerst vergeten ze de paaseieren, dan vergeten ze de chocomel en dan vergeten ze een spel. Kinderen. De eerste twee attributen geef ik op de drempel nog mee, voor het derde vergeten onderdeel van het paasontbijt op de school loop ik ze achterna. Dit geeft mij een inkijkje in de klas, erg spannend. Pedagogisch verantwoord vraagt de meester wat we eigenlijk vieren met Pasen. Er gaan een aantal vingers omhoog. We praten over 11-jarige groep 8 leerlingen van een openbare school. De meester wijst een vinger aan.
'De verjaardag van de paashaas' is het eerste antwoord.
'Het begin van de paasvakantie' is het tweede antwoord.
Deze kinderen, nog even voor de volledigheid, komen uit een buurt vol welgestelde, ontwikkelde mensen. Met christelijke roots. Er zit op de school één moslimfamilie.
'Het is iets met Jezus' zegt de meester. Jezus kennen ze wel. Dat is die gast die in zijn onderbroek door de woestijn liep.
'Jezus werd geboren' roept er een. 'Oh nee, dat is al met kerstmis' verbetert het knaapje zichzelf. Ik ken zijn ouders, wat zullen die schrikken als ik ze dit vertel.
'hij werd op een kruis gelegd en toen gingen ze checken in zijn graf en toen was hij niet eens dood.' roept de dochter van een advocaat. 'Toen hebben ze gezegd dat hij heilig was en dat hij naar de hemel mocht, maar hij bleef met zijn kruis in die woestijn banjeren en toen is hij toch naar de hemel gevaren omdat zijn vader hem riep en ja, dan ga je natuurlijk, want de vader van die goser was volgens mij god zelf.'

Soms denk ik dat we ze toch beter naar een Christelijke school hadden moeten sturen. Maar geen nood, de meester pakt een boek en terwijl de kinderen hun monden vol chocola stoppen gaat hij het Paasverhaal voorlezen. Toch had ik het Paasverhaal al een keer verteld. Maar ja, ook vergeten.

donderdag 1 april 2010

We worden links en rechts ingehaald.

'Heb je het al gehoord van A. en T.?' vraagt A., mijn echtgenote als ze thuiskomt van een ochtendje koffie met andere moeders.
Natuurlijk heb ik niets gehoord. Ik ben naar kantoor geweest, weer naar huis gegaan en gekluisterd aan de computer zat ik te werken. Ik heb geen tijd om de roddels in de buurt bij te houden, daar heb ik haar voor. Ze is er overigens erg goed in.

A. en T. Ooit woonden ze in een duidelijk mindere buurt dan de onze en in een significant kleiner huis. Terwijl hij op het schoolplein belangrijk liep te doen met een telefoon aan zijn oor of interessant zat te vertellen over een business trip naar 'Fillie' (= Philapdelphia) of naar Singapore wisten de andere vaders: 'jij woont te klein om echt belangrijk te zijn, dus doe nou maar niet zo interessant.'  Een aantal jaar geleden verhuisden ze naar onze buurt, waar wij toen al vijf jaar woonden. Twee onder een kappers uit de jaren dertig, de wijk van de mensen die op zakenreis gaan, goede beroepen hebben en van de aspirant schrijvers die in het verleden veel mazzel hadden. Ik ben benieuwd wat er over ze te melden valt. Heeft de kredietcrisis ze te pakken en moeten ze terug naar een caravan? Gaan ze scheiden? Meestal is het scheiden, in die leeftijd zitten we nou eenmaal.
'Nee wat dan?' vraag ik.
'Ze verhuizen naar de villawijk in Noord.' zegt A. 'Vrijstaand en met zwembad'

Kut. A. en T. halen ons links in, alsof we niet bestaan. Erfenis of loterij, bedenk ik me. Kan niet anders.