vrijdag 30 oktober 2009

Ik word beursanalist



Hedenmorgen, 08:45 uur, BNR Radio. De beursanalist:
'Blikken we terug op de beurzen in het Verre Oosten, dan kunnen we misschien een licht hogere opening van de AEX verwachten'
Hedenmorgen, 09:15 uur, BNR Radio. De beursanalist:
'Blikken we terug op het eerste kwartier van de handelsdag, dan valt op dat de maatregelen van ING minder positief gevallen zijn dan ING wellicht had gehoopt'.
Hedenmorgen, 12:00 uur, BNR Radio. De presentator:
'Over enkele ogenblikken onze beursanalist met een terugblik op de opening van de beurzen in heel Europa'.
Hedenmiddag, 17:15 uur, BNR Radio. De presentator:
'Het was een hectich dagje aan het Damrak. We blikken terug met enkele analisten. ING, wat is er gebeurd vandaag'.

Ik word beursanalist, Ik ben dol op terugblikken.
'Leef niet in het verleden, leef in het heden en denk aan de toekomst.' Ik heb geen idee wie deze levensles de wereld in heeft geholpen, vast zo'n onechte positieve management goeroe. Wat een gelul. Leven in het verleden is romantischer en rustiger. Alles staat vast, in het verleden kun je niet rommelen. Dat is duidelijk en wel zo prettig. Het heden is mij te onduidelijk en de toekomst te onzeker. Dus ik word beursanalist.

Volgende week, 09.15 uur BNR Radio
Presentator: 'Michiel Cobben, beursanalist, wat hebben we gezien in het eerste kwartier van de handel?'
Cobben: 'Aha, een goede vraag, dank u daarvoor. We hebben gezien dat er aandelen zijn gestegen, anderzijds, er waren ook dalers. Dit beeld strookt met wat we internationaal zien overigens'
Presentator: 'Aha, en waren er verder nog opvallende zaken?'
Cobben: 'Jazeker, het viel op dat er veel mensen armer en veel mensen rijker zijn geworden. Het is wel vergelijkbaar met alle andere ochtenden'
Presentator: 'Fijn, dank u, mogen we u weer uitnodigen voor onze uitzending in de avondspits? We blikken dan terug op de gehele handelsdag.
Cobben: 'Graag, maar bel niet na zessen, dan slaap ik'

donderdag 29 oktober 2009

Charlotte


De familie Cobben, door Laurenty Cobben in de zeventiende eeuw op een bescheiden boerenerf in de provincie Limburg ongeveer ter hoogte van het huidige Valkenburg gestart, is een telg rijker. Hoezee en gefeliciteerd, onze familie is groter als ooit tevoren.

Lieve Charlotte, (schrijf ik het zo goed? waarom niet een digitaal geboortekaartje direct rondgemailt?) welkom op aarde en ik hoop dat je aan alle verwachtingen van je ouders zult voldoen en meer. En als je ze zat bent, er woont een Oom om de hoek, kom gerust eens langs, zodra je zindelijk bent en doorslaapt.

Lieve Charlotte, ik denk nog wel eens aan Laurenty. Mijn over, over, over (en dan nog negen keer) grootvader moest om welke administratieve reden dan ook een achternaam doorgeven aan een of andere instantie. Tot die tijd was dat niet nodig geweest, misschien hoefde het niet van het gezag? Zou hij geweten hebben dat er inmiddels een heuse clan over Nederland en zelfs enkele buitenlanden uitgezworven is? Zou hij weet hebben van het loodgietersbedrijf, de arbeidsbemiddelaar, de camping in Frankrijk en de soapster die allen de naam dragen die hij ooit verzonnen heeft? Zou hij trots zijn?

Nee Charlotte, hij heeft geen idee, hij is allang niet meer op aarde. En jij weet er ook niks van, je slaapt. Houen zo, zo interessant is al die informatie niet. Dus maak je niet druk, dat doen al die anderen al.

Charlotte, ik kom snel naar je kijken, je moeder is knapper dan je vader, en slimmer ook, dus dat zit alvast goed, meisjes erven alle goede genen van hun moeder, de slechte komen van hun vaders, kijk maar naar je nichtjes. Beschuit met muisjes, lekker.

woensdag 28 oktober 2009

Een fotograve genaamd Anna.



De lezers van dit blog kennen mij als aspirant schrijver en weten misschien helemaal niet dat ik ook een dagelijkse nering aanhoud als headhunter. Het zijn droge tijden, gelukkig werkt mijn vrouw ook en hebben we wat gespaard.

Ik hou die job voorlopig even aan, ik mag daar namenlijk ook wel eens wat schrijven: offertes, zakelijke correspondentie maar vooral een maandelijkse nieuwsbrief en een column op HR Base van VNU, uitgevers van Intermediair en PW Magazine. In dat blad komt een interview met mij en geen interview zonder foto, dus een echte fotograve op bezoek, genaamd Anna.

Business meets Art, een droom komt uit, een echte fotograve! Ze ziet er niet uit zoals de sollicitanten die hier dagelijks komen, kan ook niet, ze is kunstenares. Ik lach haar vriendelijk toe en stel wat vragen, artiesten onder elkaar.
'Werk je analoog of digitaal?' is mijn eerste vraag. Ik heb wel eens begrepen dat de echte puristen onder de fotograven zweren bij analoog. Ik hoop op een romantisch verhaal over de esthetiek van waarachtige beelden die opgloeien in chemicalien en dat er niets boven ...'
'Digitaal natuurlijk', zegt ze. 'De deadline is over een uur'
Dan gaan we over tot poseren. Op vakantie maak ik gewoon een heleboel foto's, bekijk ze op het display en wat leuk is bewaar ik. Benieuwd hoe deze romantische geest te werk gaat.

'Ontspan' zegt ze terwijl ze twintig foto's per seconde maakt.
Een minuut later is ze klaar. Op het display bekijkt ze het resultaat en ze laat er me eentje zien.
'Deze dan maar doen?' vraagt ze alsof ze een verkoopster in een boetiek is.
'Ja, prima, denk ik, moet de redactie dat niet zeggen?'

Ze geeft geen antwoord, drukt me een visitekaartje in de hand en legt uit dat het portretrecht bij de redactie van PW zit, dat ik de foto voor privé mag gebruiken, maar bij publicatie haar moet bellen.
'De Algemene Voorwaarden staan op mijn website' voegt ze er aan toe, 'goedemiddag'.

's-avonds lees ik in Verlovingstijd van Maarten 't Hart: schrijven, tekenen en fotograferen kan iedereen, muziek componeren, dat is pas een vak. Weer een illusie armer, er blijft weinig over zo.

dinsdag 27 oktober 2009

Stel, ik was Obama.

'Het gaat wel veel over sex, dat blog van jou' wordt mij verteld en dat klopt. De drijfveer van alles (vlg Freud en ik ben het met hem eens) houdt ook mij bezig en aangezien ik me nergens voor schaam schrijf ik op wat ik denk. Maar ik heb ook grote gedachten, uiteraard zeg. Zo bedacht ik vandaag wat ik zou doen als ik Barack Obama was.



Zo, dat rolt wel lekker hier deze stoel. Laat ik eens beginnen met het oplossen van het Midden Oosten conflict. Dat is toch de bron van veel kwaad en als we daar beginnen gaat het gelijk al lekker. Hoe heten die piemels die het daar voor het zeggen hebben ook al weer? Weekendje Camp David met ze afspreken, vrede tekenen en als ze zich er niet aan houden nog een keer. Hmm, dat is al eerder gebeurd, hielp niks, misschien moet ik kleiner beginnen, de kredietcrisis. Gewoon de belastingen omlaag en iedereen harder werken en daarna als de economie weer draait de belastingen omhoog. Even mijn rekenmachientje erbij, shit batterij leeg, nou ja komt later wel. Triing, Triing.

'Yo, Whitehouse, Barack speaking'
'....'
'JPNL, Wassup dude?'
'...'
'Ok, one friendly word of advice, stop asking tax from recruitment agents, they are the backbone in your economy. Treat them well and i will get you a nice job when you're done, Except mine huh, huh'.
'...'
'Oops, serioso problemo. Rub it in with honey twice a day and that should do it. So long buddy'

Nou waar was ik, die kutpremiertjes bellen altijd ongelegen. Misschien moet ik de Verenigde Naties eens toespreken, altijd leuk en je komt lekker veel op TV. Of toch eerst AIDS uit de wereld? Pff, ik word een beetje slaperig. Waar kan ik hier koffie vinden? Ah, daar loopt iemand, een vrouw, die zijn meestal goed in koffie. Wat een rode lippenstift. Moet ik haar erop wijzen dat haar bloes vrij ver opengeknoopt is. Is ze dik? Nee, later wordt ze wel dik denk ik, maar nu is ze nog prima.
'You? who are you?'
'Me Mr. President?'
'Yeah you,who are you and what are you doing here?'
'My name is Monica and i am an intern'

maandag 26 oktober 2009

Het snelle Franse leven

We waren weer eens in Franrijk. Het leuke van in Frankrijk zijn is dat je nooit om inspiratie verlegen zit voor een blogje. In Nederland klets ik er ook leuk op los, maar in Frankrijk gaat het pas echt vanzelf. Het zijn de verschillen die het doen, overeenkomsten beschrijven is saai. En Frankrijk verschilt in veel dingen met Nederland, neem nou het tempo in de winkels. Ik sta in de rij met een fles aanmaaklimonade ad Euro 1,99 in de buurtsuper. In Nederland zou zo'n winkeltje allang failliet zijn, hier in Frankrijk houdten ze het nog even vol. Ik denk nog een jaar of twee. Vóór mij in de rij wordt een vrouw geholpen. Als de boodschappen afgerekend zijn maakt ze nog een vrolijk praatje met de kassajuffrouw, ik versta de woorden 'santé', 'ma bonsouer' en 'la pauvre'. Er wacht een dorstig gezin op mij, maar ik durf het niet om in te breken, een muntje van twee euro neer te leggen en door te lopen. In Nederland zou ik dat allang gedaan hebben, maar 's-lands eer etc. Ik hou me dus in.

Ook de man voor mij wordt geholpen. Zijn boodschappen bestaan uit drie danone-puddinkjes, een doosje lange vingers en een doosje kersenbonbons. Wat een feestmaal. Praten kan deze man niet, hij roggelt wat en wat kijkt die kassajuffrouw vriendelijk. Het duurt nu wel erg lang. Hij probeert zijn geld te tellen, maar zijn vingers beven zo heftig dat hij zijn geld niet uit zijn portemonnee krijgt. De kassajuffrouw ziet een biljet van twintig euro zitten en wijst het voorzichtig aan. De hint wordt niet begrepen. Ik sta dan al tien minuten met mijn fles limo in de rij. Ik erger mij niet, sterker nog, dit is het Franse leven, hier kwam ik voor.

Dan stapt een man achter mij de rij uit. 'Allez, merde, vitesse' roept hij de opa in zijn oor. Hij trekt de twintig euro uit de portemonnee en werkt het oudje efficient en snel de winkel uit. 'Excusez' zegt hij tegen mij, legt geld voor zijn paar boodschappen op de balie en beent de winkel uit.


Nadat ik de woorden opa, rij en kersenbonbons in google invoerde verscheen bovenstaand plaatje als eerste link. Wie mij uit kan leggen waarom wint een danone puddinkje.

vrijdag 23 oktober 2009

spelletje of werk.



'We mikken op vrouwen boven de dertig, niet of niet fulltime werkend, boodschappers, gezins- of familiemensen, die af en toe met een computerspelletje de hersens warm willen houden'
Het antwoord van deze kandidaat rolt er geroutineerd uit, kan ook niet anders, hij is gespecialiseerd in de marketing van spelletjes op internet. Wie denkt dat dit een marginale business is moet zich afvragen waarom Joop van den Ende hier miljoenen in steekt en die moet zich verdiepen in de cijfers van deze booming business. Als u daar te lui voor bent mag u ook mij geloven: het is big business. Huisvrouwen wiens geld in de zakken brandt verspillen hun tijd achter internet en als dan bijna de kinderen uit school gehaald moeten worden hebben ze nog net tijd voor boodschappen. Juist ja, ze kopen natuurlijk precies die boodschappen van de advertenties op internet.

'Dat is mijn zus' zeg ik tegen de kandidaat, 'of eigenlijk, dat zijn allebei mijn zussen'.
'Wijs ze dan maar eens op sushi-chef van Youda' zegt hij 'ze zullen binnen no time verslaafd zijn'.

Vandaag beveel ik het spel aan bij mijn oudste zus, volgers van mijn blog kennen haar als 'Birgit'. 'Je moet recepten onthouden en borden ophalen en ingredienten bestellen en vanaf een bepaald level kan je ook afhaal erbij doen' leg ik haar uit. 'Maar hou de kassa in de gaten, want er loopt ook een winkeldief rond'.

'' Ja daaag,' zegt ze 'het moet niet op werk gaan lijken'.

donderdag 22 oktober 2009

ceci n'est pas un blog



Iedereen heeft altijd gelijk. Onthoud dat en alles wat er verder gebeurt in uw leven wordt opeens een stuk makkelijker te verklaren. Met de eenvoudige levensles 'iedereen heeft altijd gelijk' in uw oren geknoopt staat u als het ware boven elke stof. Deze wijsheid zal u geluk, liefde en rijkdom opleveren.

Ik preekte deze waarheid voor het eerst in het studentenhuis waar ik ooit woonde. Een vrouwelijke medebewoonster van het huis (ik was ouderejaars en het leek mij voor mijn vorming goed om eens in een gemengd huis te wonen, wat een domme vergissing bleek) vond de gemeenschappelijke keuken een klerezooi. Ze had gelijk. Ik vond het wel meevallen en ik had ook gelijk. 'We hebben alletwee gelijk, dus deze discussie kan gesloten worden' vertelde ik haar. Later hoorde ik via via dat ze mij een botte lomperik vond. Jammer dat ze dat niet rechtsreeks tegen me zei, ik had het kunnen beamen, ze had, inderdaad, gelijk.

En nu weer die Scheringa. De een vindt hem een boef, de ander een fantast, de derde een ouderwetse ondernemer waar we er meer van moeten hebben. En ze hebben allemaal gelijk. Dirk Scheringa heeft gelijk dat hij in het Dirk Scheringa museum enkele belangrijke werken van de Belg Magritte heeft laten ophangen. (ze zijn inmiddels in beslag genomen door een schuldeiser, namenlijk de ABN AMRO...). U weet wel René - ceci n'est pas un pipe - Magritte. Bij het zien van zijn meest beroemde werk denk ik altijd, geen pijp? En wat is het dan wel? Volgens mij heeft Magritte geen gelijk, maar als ik daar gelijk in heb, wat zegt dat dan over mijn theorie? En over het schilderij? Lastig he? Ja, u heeft gelijk, waar maak ik me druk om.

dinsdag 20 oktober 2009

ik raak nu zelf de kluts een beetje kwijt.

'Jij was toch ook dood?' vraag ik aan Fueller.
'Ben jij ooit tegen een dode aangebotst?' vraagt hij.
Ik ontken.
'Nu je hier toch bent, ik zou graag een cognitief kader om mijn meest recente gebeurtenissen geplaatst willen hebben.' zeg ik hem. Bij Fueller was mijn avontuur begonnen, hij zou een verklaring moeten hebben.
'Heb je met iemand over de inhoud van de enveloppe gesproken?' vraagt Fueller.
'Nee' antwoord ik naar waarheid.
'Het is explosief materiaal' zegt Fueller.'ik werd er bijna om vermoord, anderen werden er helemaal voor vermoord, Castro wilde het hebben, de inhoud van die enveloppe is veel waard en dat weet iedereen. Ik heb hem bewust gegeven aan een abbonnee van het tijdschrijft voor jonge mannen die niet weten wat ze met hun vrije tijd moeten doen'.
'Tjonge' zeg ik. 'en ik heb hem niet eens opengemaakt'.
'Dat bevestigt mij dat jij de ideale kandidaat was om de enveloppe te krijgen. Maak hem maar eens open'.

Ik open de enveloppe en ontdek een wit vel. Het papier is blanco. Fueller loopt weg en laat mij in verbazing achter met een wit vel en geen idee wat ik met mijn tijd moet doen. Mag ik er met iemand over praten? Zijn instructies waren onduidelijk, maar ik besluit om nooit meer met niemand een lege inhoud te bespreken. Ik loop het strand op, zie een argeloze toerist en geef hem de enveloppe. 'Praat met niemand over de inhoud van deze enveloppe' zeg ik en ik loop de zee in. Ik zwem naar huis.

zondag 18 oktober 2009

Hij zong echt vreselijk vals in deze versie

'Ik heb jou door' riep ik, heel hard opeens 'ik heb jou door meisje'
'Wat is er opeens?' vroeg Ché die, nadat ze op het bedje naast me was komen liggen had gevraagd of ik haar rug wilde insmeren met zonnebrandolie. 'Ontspan en kom eens rustig naast me liggen'
'Ik heb jou door' zei ik 'Je wilt me verleiden. Je weet dat ik de halve oplage van het blad voor jongemannen die geen idee hebben wat ze met hun vrije tijd moeten doen lees en dat heeft je op ideeen gebracht, terwijl je weet dat ik een vriendinnetje heb, want ik heb je verteld over het cassettebandje in de huurauto waar ze haar liedjes voor mij op had gezet. He? he? geef maar toe, nou?'
'Hoe kom je daar nou bij' zei Ché. 'We lachen en we kletsen wat en we zijn hier lekker aan het ontspannen met zijn tweetjes, Maar ja, nu je het zegt, ik vind je wel een aantrekkelijke jongen.'
'In dat geval' antwoordde ik 'zal ik het uitmaken met mijn vriendinnetje'.

Ché bracht me pen en papier en ik begon met schrijven. Als het gaat om liefdesbrieven ben ik daar vrij snel in, maar ik had nog nooit een uitmaakbrief geschreven. Ik kwam niet verder dan het cliché dat ik haar niet verder wilde belasten met mijn egoistische natuur en, ook om wat minder vaag te zijn, dat ik het cassettebandje echt ontzettend stom vond en dat haar keuze voor Gilbert O'Sullivan met Matrominy voor mij de druppel was geweest. Hij zong echt vreselijk vals in deze versie.

'Misschien moet je iets specifieker zijn' suggereerde Ché. 'Is het een mooi meisje?'
'Jawel' zei ik 'maar ook niet supermooi'
'Schrijf dat dan, vrouwen waarderen het als je de waarheid vertelt'
Dus ik schreef haar dat haar tanden zo lelijk bruin waren en haar tieten teveel hingen en haar vetrollen zo lelijk over haar broekriem hingen en haar bovenbenen vol met putjes zaten en nog een paar dingen. Feedback is altijd fijn, dan weet je waar je aan kan werken.
Ché had meegelezen..
'Goed zo' zei ze 'je bent een gevoelige jongen en nu staat niets ons meer in de weg'
'Hoho' zei ik 'eerst deze brief posten. Ik ben zo terug'

Ik deed de schuifdeur van het terras open, liep het trapje af naar het strand en botste bijna tegen Sam Fueller Johanssen op.

vrijdag 16 oktober 2009

Ik was het met haar eens.

'Hij deed wat?' Ik keek haar verbaasd aan.
'Hij moest tien keer 'ik ben een beest, ik ben een ongeremd vies beest' opschrijven' legde ze uit 'en voor elke keer dat hij het opschreef moest hij het tien keer overschrijven. En als hij daar weer mee klaar moest hij weer tien keer alles overschrijven wat hij al eerder geschreven had. Alles wat hij schreef moest hij tien keer overschrijven'
Ik kreeg visioenen van een arme Cubaan die ergens in een gevangenis al jaren aan het schrijven was. Hoe meer hij schreef, deste groter de klus die nog voor hem lag. Arme man. Zou hij een blog hebben?
'Hoe gaat het nu met hem?' vroeg ik.
'Sinds hij een PC mag gebruiken heeft hij minder kramp in zijn vingers, maar nu heeft hij RSI. Wat de dokters ook proberen, hij komt er waarschijnlijk nooit meer van af. Het is keihard'.
Ché Castro, de kleindochter van Fidel en vernoemd naar zijn oude strijdmakker, keek me lachend aan, voor haar was de marteling voor de  man die ooit naar haar glimlachte geen opmerkelijk verhaal. Voor mij wel.
'Tjee' zeg ik.
'Wat is er?' vraagt ze, want Ché spreek je uit als Tjee.
'Je grootvader martelt een man die een keer naar je glimlachte' zei ik 'en mij stuurt hij naar zijn buitenhuis met zijn kleindochter waar hij, terecht overigens, erg zuinig op is. Wat moet hij van me?'


Ché lachte nog eens, haar tanden waren stralend wit. Bijna net zo wit als de badjas die ze om haar naakte lichaam had geslagen. 'Badkleding verdraag ik niet' had ze eerder die dag uitgelegd en terwijl ik mijn vierde Cuba Libre van die dag mixte had zij nog een paar baantjes getrokken. Door de schittering van de felle zon op het water van het prive zwembad had ik haar niet zo uitgebreid kunnen bekijken als ik had gewild, maar ik had wel gezien dat ze erg mooi was. De Cubanen die zeiden dat ze de mooiste vrouw van Cuba was hadden gelijk. En dat had ik al geconcludeerd zonder een enkele andere vrouw uit Cuba ooit maar ontmoet te hebben.
'Ik heb geen idee' zei ze. 'Ik moest het je in alle opzichten naar de zin maken zei Opa. Als je ook maar iets te klagen zou hebben over je verblijf hier zou hij me straffen'.
Ché schopte haar badslippers uit voordat ze op de strandstoel naast me kwam liggen. Haar badjas viel een stukje open.
'Dat is dan bijzonder fideel van Fidel' zei ik.
'Hi hi, wat heb je toch steeds een leuke grapjes' zei ze en ik was het met haar eens.

donderdag 15 oktober 2009

prive strand met waterscooter

Opeens schoot mij iets te binnen.
'Je was toch dood?' vroeg ik aan Fidel. Ik had hem zojuist met één enkele haal een hele Havana zien opzuigen, iets waar een dode of een stervende toch niet de longen voor zou hebben.
'Dood, wat is nou dood?' vroeg hij. 'Ik ben dood als ik verklaar dat ik dood ben. En tot die tijd heb ik mijn verantwoordelijkheden overgedragen aan mijn broertje'.

Fidel klonk opeens weer nors en ik realiseerde me dat hij in het land waarin ik me bevond absolute macht bezat. Als ik mijn brutaliteit niet matigde kon me dat wel eens de kop kosten. Ik ben dood als deze dictator verklaart dat ik dood ben, dat leek me de boodschap van zijn geheimzinnige commentaar. Ik kon met hem in discussie gaan en hem uitleggen dat deze wet niet voor Fidel zelf zou gelden. Ook voor een dictator zijn er grenzen in wat hij kan beinvloeden. Ik besloot het er niet op te wagen.

Wat wist ik van Fidel? In mijn lijfblad stond dat hij drie zoons had. Twee daarvan waren tijdens de rode revolutie op het eiland Tobago onder verdachte omstandigheden gestikt in een banaan, de derde had het overleefd, maar was wel hersendood. Hij was gestorven toen een verpleegkundige zijn zaad oogste om voor nageslacht voor Fidel te zorgen. Zich bewust van haar macht had ze de hele opbrengst bij zichzelf geinsemineerd zodat een eventueel hieruit voortkomend kind de enige erfgenaam van Fidel zou zijn. Het was een dochter geworden, nu inmiddels achttien jaar en er werd gefluisterd dat ze de mooiste vrouw van Cuba was. En omstreken, alsof Cuba nog niet genoeg was. Maar ja, er werd zoveel gefluisterd. Vast stond wel dat Fidel haar niet toestond om zich buiten de paleismuren te begeven, laat staan uit te gaan.

'Ik zou graag willen dat je verblijf hier op Cuba zo aangenaam mogelijk is. Blijf in mijn buitenhuis zo lang je wilt. Het personeel zal je bedienen, er is een prive strand met waterscooter, surfplank en een bijna volledig antiek monopolyspel en in de woonkamer kabel TV en ADSL. Ongecensureerd. Het bed in de slaapkamer is groot genoeg voor zeven man' legde Fidel uit. 'Of vrouw' voegde hij er met een knipoog aan toe.

Ik begon me af te vragen waarom ik zo in de watten werd gelegd. Het had ongetwijfeld met de brief te maken, de brief die me in de stripteasebar was gegeven en waar nu al enkele mensen voor waren gestorven. Ik had hem zelfs nog niet geopend, de instructie van Fueller Johanssen luidde dat ik over de inhoud van de brief met niemand mocht spreken, dus het leek me handiger de inhoud dan ook niet te kennen. Zo werkte de ondergrondse in de tweede wereldoorlog ook, op een 'need to know' basis.

'Ik neem aan dat uw kleindochter mij vergezelt?' vroeg ik, terwijl ik een Cuba Libre mixte en een paar ijsklontjes in het glas liet vallen. Ik keek Fidel aan en zag een minieme trilling in zijn rechter ooglid.

'Uiteraard' zei hij zachtjes 'uiteraard'.


Je mag nooit reageren op je eigen schrijfseltjes, anders zou ik mezelf dit plaatje sturen.

woensdag 14 oktober 2009

Heel Fideel Fidel


'Heel fideel van je, Fidel' zei ik.
Dat grapje had ik altijd eens willen maken, maar de randvoorwaarden waren nooit optimaal. De eerste randvoorwaarde was dat je persoonlijk met Fidel in gesprek moest zijn, de tweede was dat hij je toestond hem te tutoyeren en ten derde, en ten onwaarschijnlijkste vermoed ik, moest hij ook nog iets doen wat je zou kunnen omschrijven als een fidele actie. Ik had mazzel, Fidel ontving mij in zijn kantoor, hij zei 'zeg maar Fidel' tegen me en toen ik hem vertelde over mijn avontuur en dat ik al 24 uur niet geslapen had bood hij me aan zijn buitenhuis in Santiago de Cuba te betrekken en dat ik het er maar eens lekker van moest nemen, echt wel heel fideel dus. Hij moest bijzonder hard lachen om mijn grapje, wat ik vreemd vond, hij moest het toch al eens eerder gehoord hebben.
'Ik heb de indruk dat u een goede indruk op mij probeert te maken' zei ik, terwijl Fidel een brandend cederhoutje onder mijn handgedraaide Havana hield. 'moet u iets van me?'.

'Zoals je weet is Cuba, door zijn imperialistisch verleden en jaren van onderdrukking een arm, maar liefderijk land' zei Fidel.
'Ik weet het' zei ik 'ik heb gehoord dat de prostitutie hier zelfs gratis is'.
'Inderdaad' zei Fidel 'goed om te horen dat de faam van onze vrouwen zelfs al Nederland heeft bereikt'
Ik vertelde Fidel hoe wij Nederlanders over Cuba dachten. Toevalligerwijs, hoewel ik niet meer in toeval geloofde, had er de vorige maand een uitgebreid artikel over Cuba in het 'tijdschrift voor jongemannen die geen idee hebben wat ze met hun vrije tijd aanmoeten' gestaan. Het gesprek begon me echter te vervelen.
'Fidel, ouwe baard, to the point graag' zei ik 'waarvoor heb je me hier laten komen? Als we een beetje snel zaken kunnen doen dan zou me dat goed uitkomen. Ik heb wel zin om dat buitenhuis van je eens te verkennen.'

Fidel nam een lange trek van zijn sigaar. De kogel lichtte eerst rood, daarna wit en daarna grijs op. Hij zoog wel twee minuten lang en zijn ogen werden groter en groter. Eindelijk haalde hij zijn sigaar uit de mond, niets dan as was er van over. Hij blies de rook uit in de schoorsteen omdat anders de hele kamer blauw zou komen te staan en dat zou minder prettig zijn. Weer zo Fideel van hem, maar ik besloot mijn grappenmakerij te staken.

'Ik zou graag' vervolgde hij 'alsjeblieft, die brief van de heer Fueller Johanssen van je willen hebben' en hij begon te snikken. Hij ging zelfs hard huilen en toen hij eindelijk stil was, snoot hij zijn neus en keek me glazig aan.

dinsdag 13 oktober 2009

De uitgever van het blad voor jonge mensen die geen idee hebben wat ze met hun tijd aanmoeten

'Wie ben jij eigenlijk?' vroeg ik aan mijn maat. 'Een week geleden was je nog een jongeman in een sigarenzaak met een zeldzame, maar wel goede smaak van lectuur en nu blijk je opeens een stelende moordenaar te zijn'.
Dat was flauw, feitelijk had hij mijn leven gered. Maar ja, het floepte eruit.
Ik had hem een week geleden aangesproken en beargumenteerd dat het eigenlijk geen manier van doen was om de volledige oplage van een tijdschrift met een oplage van twee stuks te kopen. Hij was het daar wel mee eens, maar had mij doorverwezen naar de uitgever, het was niet zijn verantwoordelijkheid. Ik mocht even in één van zijn twee exemplaren van het blad neuzen en vond het telefoonnummer van de uitgever. Ik belde het nummer en de mobiele telefoon van mijn maat was overgegaan in zijn binnenzak.
'Ik ben de uitgever' lachte hij en ik lachte mee.
'Ik hou van practical jokes' legde hij uit en hij vertelde me over Daytona Beach. Daar werd de 'spring break holiday' gevierd en volgens hem barstte het er van de geile Amerikaanse studentes die maar op één ding uit waren. De ideale plek voor jonge mannen die geen idee hebben wat ze met hun vrije tijd aanmoeten. Als uitgever van het blad nodigde hij me, als trouwe lezer, uit om mee te gaan. Dat begreep ik, die studentes wisten tenminste wat ze wilden, de lezers van zijn blad niet, dus we hadden elkaar wat te bieden.
'Geef me die brief die Sam je gegeven heeft' zei hij, nog steeds op vriendelijke toon. Het verbaasde me, hij had een vuurwapen, hij was sterker dan ik, hij had de brief gewoon kunnen pakken.
'Welke brief?' antwoordde ik, alsof ik nog nooit van 'R. Samuel 'the dodge' Fueller-Johanssen' had gehoord, alsof ik zijn brief niet had aangenomen vlak voor zijn dood (zie eerdere blogs).
We kwamen aan bij het vliegveld. Mijn maat haalde een ticket uit zijn binnenzak.
'Mijn reis eindigt hier' zei hij 'maar jij vliegt door naar Cuba. Fidel Castro verwacht je. Met of zonder brief, de keuze is aan jou'.
Ik dacht hierover na en besloot mijn brief mee te nemen en tussen de pagina's van mijn Cuba Airguide te verbergen.


maandag 12 oktober 2009

Ik ben te leen

Uitgeverij Pamac heeft 37 ex. van 'Misdaad in het kort' verkocht aan de Nederlandse bibliotheken. U kunt mij dus lenen. Wel terugbrengen graag. Zonder vetvlekken alstublieft.

Mijn favoriete spijkerbroek bleef achter in de huurauto


Het was mijn maat. Hij was de stripjoint binnengelopen en had een van de latino's neergeschoten en vlak daarna een rookbom afgevuurd die met een harde flits onplofte en de tent direct blauw zette. Wat een vreemde uitdrukking is, want het was witte rook. We maakten gebruik van de verwarring en zaten een minuut later in de auto, richting Key West. Ons eerdere plan was om het huis van Ernest Hemingway te bezoeken. Ik twijfelde, moesten we ons niet melden bij de politie? En mijn geheimzinnige brief?

Opeens viel me op dat we niet meer in de huurauto zaten die we, het leek een eeuwigheid geleden, op het vliegveld hadden gehuurd.
'Wat is dit voor auto?' vroeg ik 'En mijn spullen dan?'
'Dit is de auto van de gangster die we net gedood hebben' zei hij 'en wat zijn nou spullen, als je net de dood recht in het gezicht hebt uitgelachen?'
Op die laatste vraag had ik geen goed antwoord. Ik wilde zeggen dat mijn favoriete spijkerbroek in mijn koffer in de achterbak van die auto lag en het cassettebandje met mooie liedjes dat mijn vriendinnetje voor me had opgenomen zat nog in de autoradio, maar ik zei niets. Mijn maat had gelijk. Hij had al gelijk vanaf het moment dat ik hem had ontmoet, nu een week geleden. Ik was student en had niet veel geld, maar elke maand maakte ik een klein deel van mijn budget vrij om een maandblad te kopen met als titel: 'Het maandblad voor jonge mensen die totaal geen idee hebben wat ze met hun vrije tijd aanmoeten'. Het was een lange titel, inderdaad, maar het blad had dan ook een vrij kleine oplage. Ik denk ongeveer een oplage van twee en het was dus altijd snel uitverkocht. Eigenlijk was er maar één verkooppunt van het blad en dat was de sigarenzaak om de hoek van het studentenhuis waar ik toen woonde. Een week geleden was ik er naar toe gegaan en het was uitverkocht.

'Die jongeman daar heeft de hele oplage van deze maand gekocht' zei het winkelmeisje en ze wees op een man met een hoed, een zelfgerolde sigaret in zijn mond en en een button van Pino, het kuiken van Sesamstraat, op zijn revers.

Die jongeman draaide nu aan het stuur, we namen de afslag bij het Dali museum in St. Petersburg, Florida.
'Waar heb je de brief die Sam je heeft gegeven?' vroeg mijn maat en ik schrok, ik had hem daar nog niets over verteld.

vrijdag 9 oktober 2009

Ze was bang voor blauwe plekken

Blauwe billen, de danseres die uit haar paal viel was bang voor blauwe billen.

'Hier' zei ze tegen mij. 'smeer dit op mijn billen, anders zit ik morgen vol blauwe plekken en dan kan ik niet werken'. Ze gaf me een potje met een witte zalf.

Even dacht ik er over om te weigeren. Ik wist dat je in de USA om het minste of geringste aangeklaagd wordt en stel dat ik haar billen niet goed genoeg zou behandelen en er alsnog blauwe plekken zouden verschijnen, dan kon ik misschien een gepeperde rekening verwachten. Bovendien was mij zojuist, onder geheimzinnge omstandigheden, een brief overhandigd door een man die nog geen minuut later in een auto stapte die direct ontplofte. Ik besloot om extra grondig haar billen in te smeren, zodat ik in ieder geval tijd had om na te denken. Bovendien was het bepaald geen onaangenaam klusje, zeker omdat ik alle dollarbiljetten die uit haar broekje vielen mocht houden. Snel zou de politie hier zijn en als ze aan me zouden vragen of ik iets wist van de ontplofte man,of eigenlijk van de ontplofte auto met een man erin, wat zou ik dan zeggen? Wat stond er in de brief?

Ondertussen ontving ik met veel plezier de complimenten van de danseres over de zorgvuldige wijze waarop haar billen insmeerde. Ik geloof zelfs dat ze een beetje opgewonden raakte, maar dat kon natuurlijk verbeelding zijn. Het was verbeelding, want opeens begon ze hard te gillen. Een neger met een zwart leren jack, onduidelijke tattoo's en, vreemd, een beugel, geflankeerd door twee Latino's, sprak me aan en zei : 'Yo, white boy, what you doin' with my bitch?'

Ik keek de heren eens aan. Alledrie droegen ze zwarte zonnebrillen. Ik bedacht dat ik me hier niet kletsend uit zou kunnen redden en besloot mijn vriendin de danseres lief aan te kijken. Een klik van haar vinger en ik zou deze stripteasebar niet levend verlaten, zo veel was duidelijk.

'Iedereen liep naar buiten vanwege die explosie' zei ze, terwijl ze me recht aankeek. 'Maar hij hield me vast en hij heeft me geslagen op mijn billen, kijk maar' ze liet ons haar billen zien die ondanks mijn gewrijf enkele fraaie bloeduitstortingen lieten zien. Door de vette zalf was het extra goed zichtbaar.

'Is that a fact?' vroeg de neger aan me. Hij maakte niet de indruk op het antwoord te willen wachten. Mijn vriendin, die eigenlijk niet meer mijn vriendin was gezien haar laatste opmerking, pakte haar nagellak. Ze had zich blijkbaar voorgenomen om eens op haar gemakje te kijken hoe ik in elkaar geslagen zou worden.

Toen ging de deur van de kroeg open, een schot klonk en een van de latino's zakte in elkaar. Onder hem een plas bloed.




donderdag 8 oktober 2009

Pino dus

Bent u wel eens in een Amerikaanse striptease bar geweest? Ik wel. Bent u mijn moeder of heeft u anderszins een hoge dunk van mij, sla dan de blog van vandaag over en lees morgen verder.

Ik was ooit in een Amerikaanse striptease tent. Ik moet het bekennen, want het is nodig om de Pino-connectie duidelijk uit te leggen. Ik was daar samen met een maat, we deden een weekje Florida. De springtime holiday in Daytona zou wereldberoemd zijn en als je jong bent, Amerikaans en wat mee wil maken, dan moet je daar zijn, werd ons gezegd. Het viel zwaar tegen. Er waren wat dronken Amerikaanse studentes die gingen flashen, dat hield in dat als ze dronken waren, dat ze dan hun borsten lieten zien door hun t-shirt op te tillen en luid te gillen. Hun vriendjes riepen dan Yie-haaa en wat een lol. Op een strand in Europa zie je meer en dan hoef je dat gegil niet aan te horen. Dus daar hoef je niet voor naar de US.

Waar je wel voor naar de US gaat, dat zijn de onvolprezen striptease joints. Dat zijn kleine cafe's met harde muziek en vrachtwagenchauffeurs die er ongegeneerd kijken naar meisjes die in hun ondergoed om een paal heen dansen en als je een dollar in de band van hun broekje stopt blijven ze even voor je heupwiegen. Wij durfden na een paar bier wel een dollar te doneren en mochten korte tijd genieten van een prachtig uitzicht en een meisje dat vroeg 'you guys havin' fun?' Nou, dat hadden we wel, yie-haa! Je bent in de USA, dus je past je aan aan de lokale gebruiken, toch?

Ik liep naar de WC van deze kroeg en toen ik mijn handen wilde wassen kwam er een man op me af die zich voorstelde als 'R. Samuel 'the dodge' Fueller-Johanssen'. Een hele lange naam, inderdaad, dat dacht ik ook. Maar ik mocht hem Sam noemen, dat scheelde. Sam vroeg of ik uit Europe kwam, ik zei 'yeah dude, Europe'. Hij vroeg me toen welke kleur Pino van Sesamstraat had in ons land en nadat hij zijn vraag een paar keer had herhaald vanwege het lawaai van het publiek dat alweer een nieuwe stripdeasedanseres op zag komen zei ik. 'Blauw'.

Hij liet me een foto zien van Sesamstraat in de USA en tot mijn verbazing zag ik dat Pino in de USA geel is. Knalgeel, kanariegeel. Sam gaf me een envelop en hij zei tegen me: 'Praat nooit met iemand over de inhoud van deze envelop'. Daarop liep hij de kroeg uit en hij stapte in zijn auto die met een oorverdovende knal ontplofte. Van de schrik viel er een danseres uit haar paal.

woensdag 7 oktober 2009

de IFFIDCFCWLB is bereid geweest te bemiddelen

Gisteren vertelde ik u dat mijn blog gesponsord wordt door de firma Sesamstraat. Ik ben gedwongen geweest door de FBI dit feit te bekennen want geen blogger mag stiekem reclame maken. Vandaag was een hel: de hele dag vergaderden juristen van mijn team met juristen van Sesamstraat, juristen van de FBI, juristen van blogspot en van het IFFIDCFCWLB, het International Forum For Incredibly Difficult Cases For Clients With Large Budgets. Deze laatste is overigens gevestigd aan de Camomile Street in Londen, alwaar de taxichauffeurs bij aankomst de laatse i van Camomile zo Brits uitspreken dat je weet, ik ben in Londen. Trouwens in Amsterdam is er geen Camomile Street, dus je hebt dan al een vermoeden.

De zaak was deze: door de FBI ben ik dus gedwongen mijn sponsors bekend te maken. Echter, mijn sponsor, de firma Sesame Street had een clausule in mijn contract laten opnemen dat het contract ongeldig zou zijn als hun identiteit bekend zou worden. Gisteren is hun identiteit bekend gemaakt door mij en even dreigde ik mijn sponsorcentjes terug te moeten geven. Uiteindelijk ben ik gistermiddag laat op en neer naar Londen gevlogen en op Camomile Street (spreek uit als Kemmomaaaajjl striet) is na lang vergaderen een akkoord bereikt. Oef, Sesame Stree en FBI gaan nu elkaar sue-en, maar mijn centjes zijn veilig.
Waarom deed de firma Sesame Street zoveel moeite? Het ging, lieve bloglezer, het ging over Pino. U weet wel, dat grote knuffelkuiken met beperkte intelligentie. Ik heb iets ontdekt over Pino wat zijn commerciele waarde in een klap zou laten vaporiseren, mocht het bekend worden. En met de firma Sesame Street had ik tot vandaag een overeenkomst om die ontdekking niet op mijn blog te publiceren, tegen betaling van een leuke som duiten. Een hele leuke som, ik had ze gewoon keihard bij de ballen. Die tijd is nu voorbij, ik mag. En nu ik mag weet ik: ik moet het geheim onthullen, het geheim van Pino. Morgen de ontknoping. Hou ook de media in de gaten, dit wordt groot, ik denk CNN.

dinsdag 6 oktober 2009

Een bericht van mijn sponsor - don't go away!

In de United States from America moeten bloggers aangeven bij wie ze allemaal commerciele belangen hebben. Dus dat ze niet reclame maken voor producten en daar stiekum voor betaald worden. Dat mag wel, maar alleen 'out in the open'.

De United States in America lopen altijd voor, dus ik begin vast met bekennen. Ooit zal uit mijn google geschiedenis (wordt allemaal bijgehouden, dat wist u toch he?) blijken dat ik al op 5 oktober 2009 van deze maatregel wist en dan zou men mij terecht kunnen verwijten toch doorgegaan te zijn met mijn praktijken en dan zullen de schadeclaims opgeschroefd worden.

Welnu, ik ben dol op bekentenissen en nu mag ik eindelijk, in de voetsporen van de Amerikaanse Presidenten. Ken u die oude beelden nog in zwart wit van Nixon? 'i am not a crook' zei hij vlak voordat hij mocht aftreden. Ok, hij was geen crook, maar wel bijna. En Bill dan met zijn 'i did not have a sexual relationship with that women' bliksemsnel gevolgd gevolgd door 'Miss Lewinsky'? Gewelidig toch? Orale sex is niet hetzelfde als een seksuele relatie, aha, wist ik niet maar als Bill het zegt geloof ik het.

Hier komt mijn bekentenis: Deze blog is tot stand gekomen met de financiele ondersteuning van de firma Sesamstraat. Daar schrikt u van zeker? Mijn blog is vol, morgen volgt de verklaring, u zult versteld staan.

maandag 5 oktober 2009

Oproep aan Maxima

De kroonprins- en prinses waren weer overal deze week. Naast Prinses Maxima, onze charmante, hoffelijke en smaakvolle aanstaande vorstin dreigt, onze eigen prins te verworden tot Prins Minimum. Dat geeft niks, iedere man zou naast Prinses Maxima een Prins Minimum worden. Heeft hij wel de juiste vrouw te pakken?.

Iedereen was enthousiast. Met haar geweldige charmes en de opmerking 'een beetje dom' wist ze het hele land te ontwapenen. Het was in de tijd dat in Nederland hobbykippen preventief geruimd werden. Maxima's vader hoorde bij een clubje dat mensen preventief ruimde, zo was het cirkeltje rond. WA is een doodgoeie jongen, slim genoeg, dom genoeg, sportief genoeg, volgzaam genoeg, een ideale schoonzoon en een ideale koning. En een uitstekende smaak van vrouwen want hij schaakte Maxima direct en die spartelde net genoeg tegen om aantrekkelijk te blijven en net te weinig om uit zijn netten te blijven. Ik was er niet zelf bij, maar een goed verstaander enz.

Mijn bezwaar: ze is te goed. In het belang van het land moet onze kroonpins schitteren, niet zijn aanstaande. 'Maxima, Maxima!' roepen de schoolkinderen als de koninklijke familie langs komt. Mag er iemand in de schijnwerpers staan, terwijl de koning ernaast staat? Mag de ring mooier zijn dan de diamant?

Onwille van het vaderland wil ik aan Maxima vragen of ze alsjeblieft een keer uit wil gaan dijen, humeurig wil zijn, een fout interview wil geven (maar dan echt fout, niet goed bedoeld, zeg bijvoorbeeld dat alle Nederlanders houterige horken zijn en uit hun bek stinken naar kaas, ofzo) of ga lachend herten jagen rond het Loo en zorg dat er papparazzi in de buurt zijn. Ik zeg het niet voor mezelf, ik ben haar grootste fan, ik zeg het voor het land. Oranje boven!

vrijdag 2 oktober 2009

Gefeliciteerd

Afgelopen woensdag blogde ik over onze 14-e trouwdag en over de verjaardag van mijn dochter, Dank u voor alle felicitaties. Vandaag weer een feestje want ik ben, samen met 19 anderen, met mijn verhaal 'gesloten wegens sterfgeval' genomineerd voor de Piet Paaltjens schrijfwedstrijd, georganiseerd door bibliotheek waterweg te Schiedam. (Als schrijver moet je klein beginnen, de weg naar de AKO literatuurprijs is lang.)

15 november 2009 wordt de prijs uitgereikt op de Schiedamse Literaire middag. Spannend!

donderdag 1 oktober 2009

Prem - ik hou van je

Heb ik al eens geblogt dat ik een fan van Prem Radhakishun ben? Nee? Bij deze dan. Ik ben fan van Prem.

Van Prem word ik nostalgisch, ik moet denken aan een tafel met zes kinderen en een vader en een moeder en de wedstrijd: 'elke vorm van discussie moet ontaarden in ruzie en gedonder, liefst met echte tranen'. Ik was hier zelf vroeger erg goed in, al geef ik toe dat ik niet altijd won.

Prem presenteert op BNR peptalk en hij weet er elke keer een feestje van te maken. Neem een veilig onderwerp als het productschap tuinbouw. Elke tuinder moet in Nederland verplicht lid zijn en dat wist ik niet. Het interesseert me ook geen lor, maar het onderwerp was vandaag bij Prem. Ik heb geen ambitie om tuinder te worden, werp een blik op mijn eigen tuin en u weet waarom. Ik zou hooguit tuinder willen zijn in Frankrijk, daar is het wel leuk en dat heeft niets met het al dan niet verplichte productschap te maken wiens invloed slechts tot onze landsgrenzen beperkt blijft. Nee, ik luisterde voor Prem.
Als een tuinder in de uitzending zijn beklag doet over de hoogte van de bijdrage en hierbij iets te rationeel overkomt in Prems beleving krijgt hij de wind van voren. 'Man niet zeuren, je hebt toch geld zat, moet je maar wat meer komkommers verkopen. Of je betaalt het met je zwarte geld, denk maar niet dat ik niet weet hoe het er bij jullie aan toe gaat'. Het brave discussieprogramma ontaardt in no time en het vuurtje wordt aangewakkerd door Prem zelf die vlak voor de reclame-onderbreking nog een boze beller toelaat. Heerlijk. Hij besluit altijd met zijn gasten de liefde te verklaren. 'Ik hou toch wel van je' zegt hij dan. Prem, bij deze: 'ik hou van je'. Een soort broederliefde zeg maar.