vrijdag 27 augustus 2010

Leren van de camping - 4

We zijn alweer twee weken terug, maar de wijze lessen die ik op de camping heb geleerd blijven terugkomen in mijn gedachten en ik deel ze graag. Zo dacht ik vandaag terug aan de pizzaman. Van hem leerde ik hoe het komt dat mensen iets bij iemand kopen, toevallig een onderwerp waar ik me zakelijk ook wel eens over buig.

De eerste avond op de camping - de avond waarop onze kinderen de belofte dat zij voor ons zouden zorgen nog vers in het geheugen hadden - gingen de kinderen Pizza halen. Ik at Pizza's in Milaan en in Genua, ik at Pizza's van de Albert Heijn en van New York Pizza en ik at handgemaakte, met de allerverste ingredienten bereidde Pizza's tijdens een Italiaans bruiloftsdiner in Toscane (tijdens die avond leerde ik in één avond vloeiend Italiaans, daarover in een later blog meer). Je kunt dus wel zeggen dat ik wat betreft het eten van Pizza's enig referentiekader heb ontwikkeld. Ik zou mezelf geen Pizzaspecialist willen noemen, verre van, maar ik heb er toch, al schrijf ik het zelf, enige kijk op.

De pizza's die wij op de camping aten waren, naar mijn bescheiden mening, de smerigste, walgelijkste Pizza's die er in heel Frankrijk en omgeving te krijgen zijn. Ze smaakten naar frituurvet. Het meest opmerkelijke was nog wel dat alle ingredienten naar frituurvet smaakten. De kaas, de tomaat en de olijven, het was allemaal frituurvet. Het enige onderscheid tussen de ingredienten was de kleur, maar ook dat was tijdelijk. Als je de Pizza op je bord legde en een beetje roerde, namen de ingredienten zonder aarzeling dezelfde kleur aan, die van de grijsbruine kartonbodem.

De volgende avond stelde ik voor om in het dorpje bij de camping een restaurant te zoeken.
'Tegen' riepen mijn kinderen, in de veronderstelling dat een gezin een democratie is.
Uiteindelijk gaf ik toe en werd er toch Pizza gekocht.
'Wat wil je erop pap?' vroegen ze.
'Maakt niet uit, smaakt allemaal hetzelfde' was mijn antwoord.

Ook de avonden erna wilden mijn kinderen Pizza eten. De pukkeltjes op onze neuzen en de diarree werden voor lief genomen. De laatste avond liep ik mee en ontdekte ik het geheim. Een dikke Fransoos met rode bolle wangen bakte de Pizza's. Hij zong luid met de radio mee, draaide de pizzabodems met grote armzwaaien in zijn hand (wat compleet zinloos was, het waren voorgekookte plakken deeg die niet van vorm veranderden, wat hij ook draaide) en hij jongleerde met de ingredienten als een circusartiest.
'Hello bjoetiwoel sjieldren, watjoewant?' vroeg hij in zijn beste Engels.
'Five Pizza's' was het antwoord en daar ging hij weer. Zingend en jonglerend voerde hij een show op, waarbij hij ook regelmatig een olijf op een pizza kopte onder het uitroepen van 'Olé'.
De kinderen betaalden en terwijl hij wisselgeld zocht zei hij 'senk you very very very very very very (etc) much, waarbij het laatste much pas gezegd werd bij het uitdelen van het laatste centje wisselgeld.
We liepen naar buiten.
'Cool he?' zeiden mijn kinderen, nog nagenietend van de Franse malloot. 'Morgen weer Pizza pap?'
'Nee, morgen gaan we naar huis' zei ik opgelucht.

3 opmerkingen:

  1. Leuk stukje, maai bjoetivoel bruzzer.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Gunfactor is kennelijk aan sterke intersubjectiviteit onderhevig... en tref je op de vreemdste plaatsen aan !

    BeantwoordenVerwijderen
  3. @B: Senk joe, bjoetiwoel siester
    @T: 'intersubjectiviteit' - mooi woord, waarvoor dank.
    http://nl.wikipedia.org/wiki/Intersubjectiviteit

    BeantwoordenVerwijderen