dinsdag 31 augustus 2010

'Een succesvolle visie is een construct waarmee de werkelijkheid voldoende is gesimplificeerd om haar te begrijpen'

Onder mannetjes uit het bedrijfsleven die puur geld verdienen om het geld verdienen te saai vinden en daar, in tegenstelling tot mensen die wat dichter bij hun gevoel staan, pas op latere leeftijd achterkomen wordt tegenwoordig de wet van de entropie erg interessant gevonden. Ik wil u geen huiswerk meegeven, maar eigenlijk zou u dit artikel eens moeten lezen. U hoeft het niet te begrijpen, dat doe ik ook niet echt, maar u mag u wel verbazen om de hoogdravende, quasi-wetenschappelijke, new-age achtige terminologie. Heerlijk om te lezen en zit u zelf in het bedrijfsleven en wilt u zichzelf een wetenschappelijk toontje aanmeten, neem dan enkele begrippen over. Zeg bijvoorbeeld tijdens een vergadering:
'Een succesvolle visie is een construct waarmee de werkelijkheid voldoende is gesimplificeerd om haar te begrijpen'. Deze zin, dat kan niet anders, komt uit de koker van een hooggeleerde dichter, jammer dat ik hem niet zelf geconstrueerd heb.

De kans dat u na deze vergadering bij de directeur geroepen wordt en u een aanzienlijke promotie wordt aangeboden is reeel. Het tegenwoordige Nederlandse bedrijfsleven is afhankelijk van grootheden die het zelf niet in de hand heeft, de ene wereldwijde crisis na de andere laat ons landje meedeinen en geen hond die het begrijpt. Hoewel ik laatst een hond tegenkwam waarvan ik vermoed dat zij een generatie honden gaat baren die zomaar slimmer zouden kunnen blijken dan hun bazen (zie foto). Vermoedelijk in latere blogs meer hierover.

Ter zake. Vandaag geen campingles, maar gewoon een aloude, beproefde tip om u staande te houden in deze barre tijden. Leer tien dooddoeners uit uw hoofd, zet ze stuk voor stuk op een tegeltje en deel ze zo vaak en zo veel mogelijk met iedereen die behoefte heeft aan een succesvolle visie. U zegt dat u niet kan bluffen? Dat hoeft ook niet, u moet de werkelijkheid simplificeren zodat hij begrepen wordt, dat is heel wat anders. Lukt u dat niet, dan werkt u niet, of niet lang meer, in een commercieel bedrijf.

maandag 30 augustus 2010

Leren van de camping - 5

Neem ik ook iets mee van al die campinglessen?

Jazeker, zo leerde ik al van de Pizzaman op de camping dat je product best rotzooi mag zijn, als je het met een lach uitserveert maakt dat alles goed. Maar dat wist ik allang, sterker nog, aan die kennis dank ik mijn banksaldo. Een tweede les is dat geluksgevoel bestaat bij de gratie van contrast.

Dat zit zo. De eerste avond lag ik op een luchtbed dat niet goed was opgepompt, schuin tegen een hellingkje aan. Ik heb, afwisselend in stints van een half uur tot een uur, ongeveer vijf uur geslapen die nacht. De andere nachten ging het, na trial and error, langzaamaan wat beter, maar de vreugde die ik ervoer toen ik thuis mijn electrisch verstelbare, met de nieuwste inzichten van NASA en TNO gebouwde matras onder mijn rug voelde, was groot. Heel groot.

Wat heb ik daarvan meegenomen? Nee, ik ga niet een keer per week op een luchtbed in de tuin liggen, maar ik ga wel wat vaker voor contrast zorgen. De top van een berg is hoger als het dal diep is. In plaats van hogere toppen ga ik me de komende tijd richten op het vinden van diepere dalen.

Afgelopen zondag ben ik begonnen. Terwijl u de regen op uw ramen hoorde slaan en dacht dat het maar goed is dat u geen hond als huisdier heeft dat op een dergelijk tijdstip buiten wil wandelen, zat ik al op mijn fiets. Op de Mountainbike om precies te zijn, te scheuren over ruiterpaden en andere Gooische moerasgebieden. Thuisgekomen smaakte de koffie nog nooit zo lekker, zeker niet nadat ik het zand uit mijn mond had gespoeld. Contrast mensen, het gaat om contrast.

vrijdag 27 augustus 2010

Leren van de camping - 4

We zijn alweer twee weken terug, maar de wijze lessen die ik op de camping heb geleerd blijven terugkomen in mijn gedachten en ik deel ze graag. Zo dacht ik vandaag terug aan de pizzaman. Van hem leerde ik hoe het komt dat mensen iets bij iemand kopen, toevallig een onderwerp waar ik me zakelijk ook wel eens over buig.

De eerste avond op de camping - de avond waarop onze kinderen de belofte dat zij voor ons zouden zorgen nog vers in het geheugen hadden - gingen de kinderen Pizza halen. Ik at Pizza's in Milaan en in Genua, ik at Pizza's van de Albert Heijn en van New York Pizza en ik at handgemaakte, met de allerverste ingredienten bereidde Pizza's tijdens een Italiaans bruiloftsdiner in Toscane (tijdens die avond leerde ik in één avond vloeiend Italiaans, daarover in een later blog meer). Je kunt dus wel zeggen dat ik wat betreft het eten van Pizza's enig referentiekader heb ontwikkeld. Ik zou mezelf geen Pizzaspecialist willen noemen, verre van, maar ik heb er toch, al schrijf ik het zelf, enige kijk op.

De pizza's die wij op de camping aten waren, naar mijn bescheiden mening, de smerigste, walgelijkste Pizza's die er in heel Frankrijk en omgeving te krijgen zijn. Ze smaakten naar frituurvet. Het meest opmerkelijke was nog wel dat alle ingredienten naar frituurvet smaakten. De kaas, de tomaat en de olijven, het was allemaal frituurvet. Het enige onderscheid tussen de ingredienten was de kleur, maar ook dat was tijdelijk. Als je de Pizza op je bord legde en een beetje roerde, namen de ingredienten zonder aarzeling dezelfde kleur aan, die van de grijsbruine kartonbodem.

De volgende avond stelde ik voor om in het dorpje bij de camping een restaurant te zoeken.
'Tegen' riepen mijn kinderen, in de veronderstelling dat een gezin een democratie is.
Uiteindelijk gaf ik toe en werd er toch Pizza gekocht.
'Wat wil je erop pap?' vroegen ze.
'Maakt niet uit, smaakt allemaal hetzelfde' was mijn antwoord.

Ook de avonden erna wilden mijn kinderen Pizza eten. De pukkeltjes op onze neuzen en de diarree werden voor lief genomen. De laatste avond liep ik mee en ontdekte ik het geheim. Een dikke Fransoos met rode bolle wangen bakte de Pizza's. Hij zong luid met de radio mee, draaide de pizzabodems met grote armzwaaien in zijn hand (wat compleet zinloos was, het waren voorgekookte plakken deeg die niet van vorm veranderden, wat hij ook draaide) en hij jongleerde met de ingredienten als een circusartiest.
'Hello bjoetiwoel sjieldren, watjoewant?' vroeg hij in zijn beste Engels.
'Five Pizza's' was het antwoord en daar ging hij weer. Zingend en jonglerend voerde hij een show op, waarbij hij ook regelmatig een olijf op een pizza kopte onder het uitroepen van 'Olé'.
De kinderen betaalden en terwijl hij wisselgeld zocht zei hij 'senk you very very very very very very (etc) much, waarbij het laatste much pas gezegd werd bij het uitdelen van het laatste centje wisselgeld.
We liepen naar buiten.
'Cool he?' zeiden mijn kinderen, nog nagenietend van de Franse malloot. 'Morgen weer Pizza pap?'
'Nee, morgen gaan we naar huis' zei ik opgelucht.

dinsdag 24 augustus 2010

Leren van de camping - 3

Tien meter voor me spelen de kinderen in het meer. Ze hebben weinig aandacht nodig, liggen op een luchtbedje, zwemmen naar de overkant van het meer en weer terug. A. leest een boek, de nieuwste Nicci French. Anders dan koffie en stilte heeft ze geen behoftes. Een hond hebben we niet, dus ik heb absolute rust.
'Kan ik nog iets voor je doen?' vraag ik volledigheidshalve aan A.
'Nee hoor, het is prima zo' bevestigt ze.

Oftewel, ik ben vrij. Vrij om te doen waar ik ooit dit blog om begonnen ben: schrijver worden. Ik droomde van een ultiem vrij leven, slechts gestoord door een uitgever die af en toe wat schrijfseltjes wil ontvangen, levend van de royalty's die maandelijks op mijn bankrekening gestort zouden worden. Zover is het (nog) niet.

Hoe doen anderen dat? Een succesvol schrijfster is Karen Slaughter. Haar boek 'Verbroken' breekt het ene na het andere verkooprecord. Ik laat me vallen in een campingstoel en ga lezen. Bij mij is dat een proces met een logaritmisch oplopende snelheid. Stel, ik lees de eerste bladzijde in drie minuten en de tweede in twee-en-een-halve minuut, dan neemt de snelheid bij elke verdubbeling van het aantal bladzijden dat ik lees met eenzelfde percentage toe. Ik dwaal af, excuses.

De snelheid komt er niet in bij deze Karen. Ik dwaal voortdurend af. Waarom is dit boek geschreven, gepubliceerd en wordt het verkocht? Vergeef me mijn onprofessionele, korte commentaren, maar hierbij enkele kwalificaties van 'Verbroken': Het is ongeloofwaardig, dom, slecht geschreven, slecht vertaald, totaal niet verassend, oppervlakkig, irritant, kortom een KUTboek. Naar mijn bescheiden mening. Het antwoord op de vraag waarom míjn eigen boek dan niet wordt uitgegeven is dat het dus nog slechter wordt gevonden.

De kinderen blijven zwemmen, A. heeft Nicci French weggelegd en leest in de brochure van de camping.
'De weg rond dit stuwmeer is 30km lang en voert over drie heuveltoppen' vertelt ze me.

Ik pak mijn mountainbike en ga fietsen, moe worden, energie verspillen. Misschien had ik dit blog 'wielrenner worden' moeten noemen. De overeenkomsten tussen deze twee ambities zijn duidelijk.

vrijdag 20 augustus 2010

leren van de camping - 2


De tweede campingles die ik wil delen is de les om je negatieve emoties richting je medemensen niet te snel te uiten. Houd je in.

Mijn zoon en ik gingen vissen, op de camping inderdaad. Ik legde hem uit hoe je de hengel monteert, hoe de haak aan de draad moet en hoe de dobber en het lood daartussen gemonteerd dienen te worden. Ik zou graag zeggen dat dit kennis is die van vader op zoon wordt overgedragen, maar in mijn geval klopt dat niet, ik heb het uit een boekje.
‘Gaan we dan echt die vis vangen en opeten?’ vraagt hij achterdochtig.
‘Jazeker’ zeg ik ‘laat dat maar aan mij over’ en ik deel al de kennis over het vangen van vissen met hem, waarbij mijn diepere inzicht in de vissengeest goed van pas komt. ‘Te grote brokjes brood, daar houdt de vis niet zo van’ en ‘als je te veel aan de hengel beweegt wordt hij achterdochtig, sta stil en sla op het juiste moment toe’

Nadat ik drie keer de lijn heb moeten doorknippen omdat er iets scheef zat staan we eindelijk langs de kant en werpen uit. Een uur, anderhalf uur, we vangen niets, nop, nada. Dan komt er een dikke Fransman met stinkende Gauloise sigaretten, blote buik en een onoogljjk klein hengeltje naast ons staan. Hij en zijn zoon leiden aan ADHD in het kwadraat en de concentratie van onze vissen wordt danig verstoord. Logisch dat ze nu niet bijten.

Tot mijn stomme verbazing haalt de man de ene baars na de andere uit het meer. Hij gooit ze terug en ik denk dat ze ons uitlachen. Eigenlijk weet ik het wel zeker. Dan vangt hij een grote, zilveren, vlezige vis en hij biedt hem me aan. ‘Pour votre dejeuner’ zegt hij erbij. Ik gaf hem geen klap voor zijn bek en brak zijn hengel niet doormidden. Ik hield me in, knap he?

donderdag 19 augustus 2010

leren van de camping - 1

Ik probeer in het leven te staan met een nieuwsgierig karakter, een onderzoekende instelling en een geest die elke dag wat wil leren. Ook op de camping? Jazeker, ook, of misschien wel juist op de camping. Daar waar je teruggeworpen wordt op het koken op een butagasstel, waar je met een wc-rol richting pleehokken moet lopen zodat iedereen weet: daar gaat er eentje poepen, daar waar je op de grond in slaap moet zien te komen terwijl meters naast je een dikke man luid aan het snurken is en nog wat verder een stel tieners dronken achter elkaar aanrent, daar leer je het meest over jezelf. In een gepolijste, luxe omgeving kan iedereen zich staande houden, in een basale camping wordt je pas geconfronteerd met jezelf en je eigen tekortkomingen.

De eerste campingles die ik wil delen is : pluk het geluk, voor je het weet is het uitgebloeid.

We parkeerden onze auto naast onze campingplek, een ideaal spotje voor een Hollands gezin op vakantie: loopafstand van de afhaalpizza's en de flipperkasten, direct aan het meer, paar mooie bomen om onder te schuilen tegen de brandende zon. Mijn vrouw en ik konden gaan oogsten. Jarenlang hebben we luiers verschoond, hebben we weekenden in sauna-achtige omstandigheden zwemlessen afgewerkt en zijn we praktisch failliet gegaan aan alle clubjes waar onze kinderen op moesten. Tijd dus om te oogsten, want onderdeel van de onderhandelingen met onze kinderen was dat we een week naar de camping zouden gaan, maar dat papa en mama dan 'niks hoefden te doen'. 'Deal' hadden wij gezegd en dus gingen wij zitten, schonken wij twee, helaas warme, glazen rosé in en keken toe hoe onze kinderen de tent gingen opzetten.

Met een mengeling van trots en verbazing zagen wij voor ons waarempel een tent omhoog komen. Het was een heerlijk moment. Zoals een boer die bij het eerste graan dat hij in zijn kar laadt zich realiseert dat de oogssttijd is begonnen, zo zaten wij daar met onze glazen wijn. Te oogsten en te genieten.

Het duurde ongeveer drie minuten. Toen sloeg er een met een hamer op zijn duim in plaats van op een haring, viel er een stuk tent om en bedachten de kinderen dat ze eigenlijk liever eerst naar het zwembad gingen om daarna verder te gaan met tentopzetten. Of wij zolang op de spullen wilden letten.

Het waren drie heerlijke minuten. Ze zijn geplukt en geoogst.

zondag 15 augustus 2010

Avé Maria - deel 2

Mijn knieen zijn geschaafd, mijn ellebogen liggen open en ik heb dorst. Mijn kleren zijn vies en gescheurd. De laatste 100 meter ben ik door het struikgewas gekropen om niet gezien te worden. Ik hoop dat het allemaal de moeite waard zal zijn en dat ook het offer van mijn lieve dochter niet vergeefs zal zijn.
'Auw' riep ze middenin de nacht. 'pappie, het doet pijn, boehoehoe ... '
'Stil maar liefje' zei ik tegen haar. 'Je bent gestoken door iets raars. Pappie haalt een pleistertje voor je en dan mag je in mijn bedje verder slapen.' Een leugentje om bestwil. Achter mjn rug hield ik de injectenaald met haar bloed, maagdenbloed, verborgen. Zou het genoeg zijn?
'ik ben even weg' riep ik tegen de rest van het gezin. Hoe ik mijn afwezigheid van deze ochtend later verklaar zien we nog wel, mijn missie moet geheim blijven.

Honderd meter achter me ligt mijn mountainbike, verscholen achter een rotsblok. Straks zal ik al die kilometers weer bergop moeten trappen, is al die training (zie veel van mijn eerdere blogs) toch nog ergens goed voor geweest.

De zon komt op. De kastelein van De Coral (zie twee blogs geleden) loopt richting de kapel. Ik wacht een minuut en ja hoor, het 'Avé Maria' galmt door de kapel. Het is even stil en hij heft opnieuw aan. Ik sluip de kapel binnen, hij hoort niets, verzonken als hij is in gebed en gezang. Dan hoor ik hem mompelen 'Moeder van God. Ik heb uw oproep beantwoord en in deze uithoek voed ik de hongerigen en laaf ik de dorstigen. Maar het gemeentebestuur, heilige maagd, ze willen huurpenningen zien. En de electriciteitsrekening kwam gisteren, hoe ga ik die betalen?' De man huilt en zet opnieuw het 'Avé Maria' in. Nu komt het eropaan. Gaat mijn plan slagen of gaat mijn goede daad in rook op? Ik sta nu twee meter achter hem, hij heeft me nog steeds niet opgemerkt. Ik sprenkel wat chloroform op een doek en het werkt veel beter dan ik had durven vermoeden. De nog nuchtere herbergier valt al flauw bij de eerste geur en ik kan ongestoord mijn gang gaan.

Met drie stappen ben ik bij het Mariabeeldje en ja hoor, het glazen huisje waar ze in bewaard wordt gaat open met de sleutel die de herbergier om zijn nek heeft hangen. Ik pak de injectienaald met het bloed en drup het buisje leeg, drup drup drup op haar linkeroog. Snel zet ik het beeldje terug, sluit het hokje af en hang de sleutel terug. Ik bewonder nog even het resultaat, maar dan hoor ik dat de herbergier wakker wordt.

Op het moment waarop ik op mijn mountainbike stap en de bergpas wil opfietsen hoor ik de herbergier de kapel uitkomen. 'Un miracle, c'est une vraie miracle'. Tevreden zet ik mijn fiets in de bergversnelling.

donderdag 5 augustus 2010

Het nut van een camping

Als eerstejaars student ontmoette ik een niet onbemiddeld man. Geen Quote 500 materiaal, maar rijk genoeg om er hobby's als het verzamelen van Old Timers op na te houden en een privé jet te huren voor zijn vakanties.
'Op een gegeven moment kom je erachter dat er altijd iemand in een groter huis woont' vertelde hij me.
Tenzij je zelf in het grootste huis op de wereld woont, bedacht ik toen, maar ik was nog jong en hield mijn momd. Nu zou ik de discussie aangegaan zijn, toen niet. Ik had ook niet door dat dit inzicht het leven van de man drastisch had veranderd. In plaats van nog meer geld verdienen ging hij het opmaken. In plaats van in files staan, ging hij het chroom van een vijftig jaar oude auto poetsen.

Ik denk weer aan dit gesprek terug nu wij met ons gezin op het punt staan om een week te kamperen op een middelmatig bekend staande camping in Midden Frankrijk. In een tent. Zonder electra of stromend water. Ik vraag me sterk af waarom ik aan dat gesprek van destijds moet terugdenken. We zullen ons realiseren dat als we in een tent slapen we jaloers kunnen zijn op een gezin in een caravan. Of als je in een caravan slaapt je jaloers kunt zijn op mensen in een vakantiehuisje. Zoals de man destijds zei 'Er woont altijd iemand in een groter huis'.

Maar voorafgaand aan deze campingweek merk ik een ander effect. We verheugen ons op de ontberingen.
'Pap, hebben we echt geen licht in die tent?' vraagt mijn dochter.
'Nee lieverd, alleen een zaklamp, maar die mag niet altijd aan, want dan gaan de batterijen op'
'Oeh, leuk!' roept ze.

Er woont ook altijd iemand in een kleiner huis, bedenk ik me. Tenzij je in het allerkleinste huis van de wereld woont natuurlijk...

O ja, volgende week check ik geen mail, ik blog niet en bel beperkt om batterijtijd te sparen. Benieuwd voor wie de campingweek het meest heilzaam zal werken.

woensdag 4 augustus 2010

Warempel, een 12-e eeuws Mariabeeld.

Niet iedereen heeft een even groot zakelijk inzicht. Verschil moet er zijn, het leven is één grote survival of the fittest. Was iedereen even fit, dan zou het gevecht om de schaarse middelen die deze planeet ons biedt een uitzichtloze lange strijd zijn en zou iedereen even rijk eindigen.

Vandaag kruistte ons gezelschap het pad van een man die wat zakelijk inzicht betreft redelijk slecht bedeeld is. Stel, u rijdt vanaf de kust van Zuid Frankrijk anderhalf uur het binnenland in, bergop. En stel u ziet dan een zandpad en rijdt daar een half uur naar beneden. En stel u ziet daar een verlaten klooster. Dan vraagt u zich toch een beetje af wat die monnikken ooit op deze van God verlaten plaats gedaan hebben en wat u er zelf eigenlijk doet, toch? Zo niet de minst zakelijke man van Frankrijk die wij vandaag hebben ontmoet, hij is hier namenlijk een restaurant begonnen. Op zich al een ongelukkige keuze, maar hij is ook nog eens vergeten zich aan te melden op het internet, bij de Pages Jaunes of bij de Guide Michelin. Eigenlijk weet niemand van zijn bestaan, het is aan mijn zusters oneindige vernuft te danken dat wij er voor de lunch gereserveerd hadden.

Je voelt aan alles dat de man volgend jaar volslagen failliet is. Hij voelt het zelf ook, want na de lunch (9 man voor en hoofd, cola en wijn, minder dan 120 Euro) vertelt hij dat zijn spaargeld er inmiddels doorheen is en de zaken niet zo best gaan. Mijn Frans is te slecht om te suggereren dat een bord langs de kant van de weg zou kunnen helpen om eens een voorbijganger de tien kilometer lange, onbestrate oprit naar het klooster te laten inslaan. Zelf wijt hij zijn zakelijke mislukking aan de gemeente: de huur is te hoog en men heeft hem vals voorgespiegeld dat het een toplokatie zou zijn.

Na de kwartier lange klaagzang van de man over de huichelachtige gemeente Prats de Mollo, bezoeken de volwassenen in ons gezelschap (incluis mezelf) de kapel. Weinig soeps, kappelletje van veertien in een dozijn. Dan verschijnt onze man weer die ons wijst op een 12-e eeuws Mariabeeld en uitlegt dat het een Romaanse kapel is en geen Gothische, wat te horen is aan de akoestiek. We hopen op clementie, maar we moeten eraan: een Avé Maria uit volle borst wordt aangeheven ter ondersteuning van zijn stelling. Hij voegt er nog aan toe dat hij iedere ochtend voor zonsopgang het Avé Maria zingt.

Hopenlijk zal Maria hem een beetje helpen als hij straks aan de bedelstaf is.

... de kapel van de Notre Dame du Coral met een uitmuntende akoestiek. Linksmidden tegen de achterwand het 12-e eeuwse Mariabeeld...