'Meneer Cooge, u werkt niet mee. Mag ik u er op wijzen dat het Kerstmis is?'
Ebemichiel Cooge wreef over zijn ongeschoren kin. Kerstochtend was de enige ochtend in het jaar dat hij zijn kin niet schoor. En waarom eigenlijk? Waarom was kerst niet een dag als alle anderen? De mensen slapen uit, geven elkaar cadeau's, eten zich tot boerens vol en zuipen zich lam. Wat ze ook doen, ze zijn economisch niet productief en Cooge heeft geen andere keuze dan zich erbij neer te leggen. Zijn enige daad is dat hij zich niet scheert deze ochtend. Eigenlijk is dus zijn kerstactie dat hij iets niet doet. Het afwezige benadrukt het volgens de verwachting wel aanwezige. Zijn aanwezige baardstoppels zijn de schaduwen van zijn afwezige scheermes. Maar laten we niet te filosofisch worden.
Cooge is bezocht door de geest. Een nacht lang is hij meegevoerd langs het verleden, het heden en de toekomst. Hij heeft de voedselbanken gezien, hij heeft geluisterd naar de klaagzang van de hongerige weeskinderen, hij bezocht het kerstdiner van zijn familie, waar met minachting over hem werd gesproken.
'Kerstmis, meneer Cooge' drong de geest aan 'de bedoeling is dat u nu zo'n beetje tot inkeer zou moeten komen.'
De geest keek op zijn horloge en trommelde ongeduldig met zijn vingers op de leuning van het houten ledikant.
'Ik moet nu weer zo'n beetje wieberen' voegde de geest eraan toe 'dus graag een tranendal inzetten en begin maar vast met uw geld weg te geven'.
'Mijn geld weggeven?' riep Cooge. 'Geen denken aan. Dat hulpje van mij, die Cratchit, die zal ik maandagochtend direct ontslaan. Blijkbaar ben ik een slechte baas en zijn alle andere bazen veel beter voor hun personeel. Ik zal een warme referentie voor hem schrijven en een vervanger aannemen die wel blij is dat hij door mijn salaris niet in het armenhuis zit. En mijn klanten? Betalen zullen ze, godverdomme. Ja ik weet dat het kerst is. Betalen zei ik. Als ze dat niet kunnen gaan ze maar failliet, daar heb ik meer last van dan zijzelf. Ik steun ze al veel te lang. Als je mij mijn geld laat weggeven, dan is volgend jaar kerst iedereen aan de bedelstaf. Ik ben een van de weinigen die de economie draaiende houdt en zijn belasting betaalt. Waarom moet ik meer doen? Ik doe al genoeg, dat stelletle lamlullen moet maar ... uche, uch,chh...'
Cooge verslikte zich en de geest schonk een glaasje water voor hem in.
'Als ik het goed begrijp bent u geheel voor de vrije Economie en vindt u het betuttelend om de armen te helpen en bovendien contraproductief. En als er iemand dankbaarheid verdient, dan zijn het juist de hardvochtige, keiharde zakenmensen?' concludeerde de geest.
'Inderdaad, en de uitkeringen moeten omlaag en het ontslagrecht? Waarom is daarover niks opgenomen in het regeerakkoord? Zachte heelmeesters maken stinkende wonden' aldus Cooge, die het gevoel had dat die opmerking wel pastte in zijn betoog, al wist hij niet precies hoe.
'Tsja, ik zal met mijn superieuren, God, Petrus en de engelen overleggen en dan meld ik me volgend jaar weer. Ik zal wel een negatieve aantekening krijgen tijdens mijn functioneringsgesprek en mijn Persoonlijke Ontwikkelings Plan kan naar de prullenbak' verzuchtte de geest.
'Ze zouden je moeten promoveren' zei Cooge. 'En neem volgend jaar een nieuw scheermes voor me mee. Dit is al het vijfde jaar dat je zonder kado aankomt'.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten