vrijdag 5 juni 2009

'Kerel, hoe gaat het?'

'Hé, kerel, hoe gaat het?' vraagt een andere vader op het schoolplein.
'Hé, kerel, hoe bedoel je?' vraag ik terug. Ik woon in het Gooi, een van de laatste reservaten van het woord 'kerel'.
'Nou gewoon, hoe het gaat' zegt hij en hij haalt de sleutels van zijn Audi QX of zoiets uit zijn zak, klaar om weg te scheuren naar zijn kantoor waar hij als hij binnenkomt direct de omzetcijfers van de afgelopen week gaat bekijken om zijn commissie te berekenen. Denk ik, want ik mag niet mee, al zou ik willen.
'Zakelijk, prive, met mijn gezondheid, met de gezondheid van mijn familie, met mijn pogingen schrijver te worden, met de schoolresultaten van mijn kinderen, met het verwerken van de kaasfondue van gisteravond, wat bedoel je toch, kerel?' vraag ik.
Mijn gesprekspartner kijkt op zijn horloge, gekocht van zijn laatste bonus.
'We moeten weer eens een biertje doen' liegt hij en hij stapt in zijn penisverlenging.
'Oke, als je het echt wilt weten, ik zit in een existentiele crisis, kerel.' zeg ik.
'Oh..., euh..' ik zie de spijt dat hij me heeft aangesproken in zijn ogen. 'Wat is dat?' perst hij eruit, terwijl hij met open deur de auto start.
'Een existentiële crisis is een staat van paniek of een gevoel van intens psychologisch onbehagen over levensvragen. Het komt vooral voor in onze cultuur, waar basale overlevingsbehoeften vervuld zijn. Het is het besef eenzaam en geïsoleerd te zijn, geconfronteerd met de eindigheid van het eigen bestaan, dat er mogelijk geen hiernamaals is, dat het leven zinloos is, kerel.'

Hij is al in zijn auto gestapt en weggereden. Mooi zo, ik neuk namenlijk met zijn vrouw en het zou echt fout voelen als hij me aardig gaat vinden.
Noot van de schrijvers: Het is natuurlijk cabaret, uiteraard ga ik niet vreemd. Iedereen die mijn vrouw kent snapt dat ik dat niet durf. Bovenstaand is geschreven vanuit het perspectief van een schizofreen, ik ben beide mannen.

1 opmerking: