Nog een uur. Ze wacht op me, natuurlijk wacht ze op me. Die lelijkerd die me meenam in de vrachtwagen weet dat ik daarom zo hard vlieg. Mijn instinct heeft me niet in de steek gelaten, nog een uur en ik ben er, geen meter teveel gevlogen.
Zou ze het gemeend hebben? Zou ze werkelijk met mij een nestje...? Ik kan het bijna niet geloven, ik gloeide helemaal van trots toen ze zei dat ik zo mooi kon zweven. Als die tegenwind boven de Nairobische woestijn er niet was geweest, dan zou ik er al zijn. Nog maar een uur.
Nog een half uur. Gelukkig is het lekker weer. Niets is zo killing voor een weerzien met je geliefde als regen. Bij een thuiskomst moet het lekker weer zijn. Het zonnetje is heerlijk nu, ik voel mijn vleugels bijna niet meer, zo lekker.
Nog tien minuten. Wat zou ze aan het doen zijn? Natuurlijk, vrijdag half drie, ze is cricket aan het kijken. 'Zo sierlijk als de ballen van Jacques Rudolph door de lucht zweven, zo zweef jij ook.' zei ze en ze meende het. Ik ben nog nooit zo verliefd geweest. Ik ben kapot. Wat heb ik een zin om naast haar te landen en lekker te koeren.
Nog een minuut. Ik vlieg lekker laag door het stadium, dan ziet ze me niet aankomen. Op een paar uur na heb ik een hele week gevlogen en nu ben ik er eindelijk. Als ik eerst langs huis ga moet mijn wedstrijdring eraf en in de klok, daar heb ik geen zin in. Ik vlieg rechtsreeks naar het cricketveld. Kijk daar zit ze op de dugout. 'Schatje, joehoe!! Ik ben thui...'
Tja, het blijft wat met die duiven. Had dit bronstige mannetje wat meer aandacht geschonken aan de liefhebberij van zijn liefdes object, dan had hij waarschijnlijk op de Lord's het museum van de Marylebone Cricket Club bezocht en gezien dat in 1936 Jehanqir Khan een mus uit de lucht tikte, en daarmee geleerd dat cricket een gevaarlijke sport is voor de gevederde vrienden. Dat het een ook harde sport is leren we van de zielenroerselen van softe Jacques.
BeantwoordenVerwijderenVraagje: hoe zat het met de hoogtemeter van de duif?