Ik begrijp Vuijsje wel. Ik had ooit een secretaresse uit Suriname die zo kon figureren in zijn boek. Misschien doet ze dat ook wel. Ze had een achternaam die ik, om privacy redenen, hier niet prijs geef. Die achternaam betekende de uitwerpselen van een dier. Ze heette bijvoorbeeld 'hondendrol'. Zo heette ze dus niet, maar iets vergelijkbaars, nee, ook niet paardenpoep, maar wel zoiets. Ik stop nu anders geef ik het alsnog weg.
Ze beweerde dat haar achternaam aan haar voorouders was gegeven door een voormalig slavenhouder met sadistische neigingen. Ze beweerde ook dat slavenhouders hun slaven eerst vernederende voornamen gaven en later, toen achternamen verplicht werden, achternamen waardoor meteen duidelijk was van wie ze waren. Ze kwam met het voorbeeld van Matras Saculnav, maar meer voorbeelden wist ze niet (Saculnav = Van Lucas, de slavin heette dus Matras Van Lucas, get it?) Verder had ze enorme, naar achterstekende billen en net als in het boek van Vuijsje was ze daar erg trots op. Ze ontving onze sollicitanten, behalve schrijven zit ik ook in werving- en selectie, en dan parkeerde ze die in een kamer, gaf ze ze een kop koffie en meldde aan ons dat we onze listige vragen konden gaan afvuren. Ze had de leuke gewoonte om bij die aankondigingen haar vermoeden van de sexuele voorkeuren van de sollicitanten er ongevraagd bij te vermelden.
Op een dag was ze wat laat op kantoor en ook prikkelbaar. Niks voor Grace. Oh ja, Grace, dat was haar voornaam, om eerlijk te zijn beschreef die voornaam haar niet echt adequaat. Ze liep op me af en zei 'je sollicitant is er, ik denk dat hij op SM geilt'.
'Grace, wat is er vandaag met je?' vroeg ik. Had ik geleerd op een managementcursus.
'Die vent van mij' zei Grace 'die ben ik zat. Wel neuken maar geen poen thuisbrengen, ik ben het helemaal zat'.
Jammer dat ik toen nog geen schrijver aan het worden was, dan had ik nu de Gouden Uil gewonnen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten