Het was dus in die dagen dat Jezus aan het kruis hing en Petrus, trouwe Petrus bezocht hem daar. Petrus wilde Jezus verzorgen en hem helpen, maar hij werd door de romeinen op afstand gehouden. Toen hoorde Petrus dat Jezus hem riep en zijn hart maakt een sprongetje, hup. De laatste woorden van Jezus, die moest hij horen. Hij liep op het kruis af, maar de romeinen versperden zijn weg.
'Wat is er heer?' riep Petrus voor de eerste maal.
'Petrus, treed nader' antwoordde Jezus.
Petrus deed een enkele stap verder en kreeg een zwaard van een romein in zijn buik. Die romeinen waren licht ontvlambaar en toverdrank, gelijk de Galliers, had Petrus niet. Kan ook niet, de Galliers, dat waren heidenen en toverdrank, dat is bijgeloof.
'Wat is er heer?' riep Petrus voor de tweede maal, het bloed spoot inmiddels uit zijn buik.
'Petrus, treed nader' antwoordde Jezus.
Petrus wilde het buitenkansje niet missen om de laatste woorden van Christus op aarde te horen. Als hij daar later een boek over zou schrijven (hij wilde schrijver worden) kon dat wel eens een bestseller worden. Hij besloot het er op te wagen, nam een aanloop en sprong tegen het kruis. De romeinen renden op hem af en hakten hem de benen af. Zonder benen en bloedend onderaan het kruis zei Petrus voor de derde maal:
'Wat is er heer?'
'Petrus, treed nader' zei Jezus. Jezus was ook wel eens wat langer van stof, maar ja, hij hing al best lang aan dat kruis.
Petrus trok zich met zijn armen, meer dood dan levend op aan het kruis en boven aangekomen vroeg hij, voor de laatste maal. 'Wat is er heer?'
En terwijl de romeinse soldaten al in de armen van die arme Petrus aan het hakken waren zei Jezus met een devote glimlach:
'Petrus, ik kan vanaf hier precies je huis zien!'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten