Wat is erger, niet willen of niet kunnen? Als ouder en leraar een vraag waarmee je dagelijks geconfronteerd wordt. Zo ook de leraar van onze oudste. Situatie: fietssleutel kwijt, dus ook sleutel van locker kwijt waar boek in zat, dus geen boek bij zich in les, leraar boos, straf. Vat u hem? Vast wel.
'Pap' zegt hij 's-avonds. 'Ik vind het niet terecht als ik straf krijg. Ik vergeet gewoon dingen, maar ik moet ook aan zo veel tegelijk denken.' Terechte opmerking, eerlijk ook.
'De leraar wil dat je het niet meer vergeet en daarom krijg je straf' zeg ik. Dat wist hij al. Hij is vergeetachtig, dat wist hij ook al. Wij proberen al jaren hem wakker te schudden, maar hij is een jongen met het hoofd in de wolken. Praten en denken doet hij tegelijk en als hij niet gehoord wordt gaat hij harder praten. Volwassen en ingetogen communiceren is niet zijn ding, rustig nadenken over aardse zaken - zoals: waar is mijn sleutelbos? - is aan hem niet besteedt. Hij is nog jong, gelukkig maar. Moeten we dat bestraffen? Wij vonden tot nu toe van niet.
De volgende ochtend, als hij op de fiets stapt vraagt A. waar zijn sleutel is. Hij wijst op zijn tas en zegt hard, bijna schreeuwend: 'aan het clipje in mijn tas, denk maar niet dat ik dat ooit nog vergeet'. Dankuwel leraar.
'Pap' zegt hij 's-avonds. 'Ik vind het niet terecht als ik straf krijg. Ik vergeet gewoon dingen, maar ik moet ook aan zo veel tegelijk denken.' Terechte opmerking, eerlijk ook.
'De leraar wil dat je het niet meer vergeet en daarom krijg je straf' zeg ik. Dat wist hij al. Hij is vergeetachtig, dat wist hij ook al. Wij proberen al jaren hem wakker te schudden, maar hij is een jongen met het hoofd in de wolken. Praten en denken doet hij tegelijk en als hij niet gehoord wordt gaat hij harder praten. Volwassen en ingetogen communiceren is niet zijn ding, rustig nadenken over aardse zaken - zoals: waar is mijn sleutelbos? - is aan hem niet besteedt. Hij is nog jong, gelukkig maar. Moeten we dat bestraffen? Wij vonden tot nu toe van niet.
De volgende ochtend, als hij op de fiets stapt vraagt A. waar zijn sleutel is. Hij wijst op zijn tas en zegt hard, bijna schreeuwend: 'aan het clipje in mijn tas, denk maar niet dat ik dat ooit nog vergeet'. Dankuwel leraar.
Ik ben ENORM blij dat ik niet meer naar die rotschool hoef. Maar ik ben NOG VEEL BLIJER dat ik God zij dank nooit leraar geworden ben (had zo maar gekund!). Zo, weet je dat ook weer.
BeantwoordenVerwijderenBirgit,
BeantwoordenVerwijderenGelukkig lezen mijn kinderen dit blog niet dagelijks. Pas je een beetje op?
Michiel.
Ik ben gewoon jaloers op mijn kinderen. Tas vol boeken, hele dag school en alleen maar nieuwe dingen leren. Misschien een klein faceliftje, dat ik dan met oudste dochter kan ruilen?
BeantwoordenVerwijderenMargriet,
BeantwoordenVerwijderengelukkig staat er een vraagteken achter je laatste zin. Wat denk je zelf?
Michiel.