dinsdag 17 november 2009

De terugreis uit Schiedam



Wat is het mooiste van een bezoek aan Schiedam Noord? Dat is de terugreis. Als je de torenflats achter je hebt gelaten en het beeld van beton, cement en steen van je netvlies aan het verdwijnen is, dan valt je opeens op hoe mooi de bomen zijn, hoe heerlijk het is om een grasveld te zien met daarop een koe, of een molen, al is het een molen van de firma Essent, bedoeld om stroom op te wekken.

Ook kom je tot goede gesprekken bij het verlaten van het flatpark. Dat viel me al eerder op in de Spaanse pyreneeen. Loop je omhoog tegen de bergen op, dan let je op je passen, je ademhaling en je drinken. Je gedachten focussen zich steeds meer, totdat je de top bereikt en weer terug gaat. Loop je omlaag en wordt de horizon langzaam breder, dan komt er ook in je hoofd ruimte voor nieuw licht en nieuwe ideeen. Dat is dus ook alweer een voordeel van het verlaten van Schiedam Noord, het bespaart je een rit naar de bergen.

Het goede gesprek was met mijn zoon, eerstejaars Gymnasium en dat vindt hij heel wat. En ik ook. Hij wil later rijk worden, verhalen, gedichten en muziek zijn aan hem niet besteedt. Ik moest hem drie keer vermanen om tijdens de klassieke muziek die in de bibliotheek van Schiedam Noord tijdens de pauzes werd gespeeld zijn mond te houden. Ik vond het wel aardig, maar zoiets heeft blijkbaar tijd nodig. Een jaar of dertig, minimaal.

'Wat wil je later worden?'  vroeg ik.
'Ik ga oude huizen opknappen en ze dan doorverkopen' zei hij beslist.
Ik vermoedde dat hij met een lang verhaal zou komen over architectuur, bouwkunde en de gulden snede. Eerder had hij me al een kwartier lang geinformeerd over maximum snelheid op snelwegen, trajectgemiddelden, meetcorrecties en meetafwijkingen en hoe een lasergun werkt. Waar zou zijn liefde voor architectuur opeens vandaan komen?
'Hoewel' voegt hij er aan toe. 'De winsten kunnen groot zijn, maar de risico's ook. En bij een instorting van de markt blijf je met je huizen zitten'.
'Inderdaad' antwoordde ik. 'En wat doe je dan?'  Het werd een goed gesprek, maar het ging niet over kunst.

2 opmerkingen:

  1. Het is besteed zijn zonder T. Dat terzijde.

    Ik denk dat wel meer van die vastgoedjongens op het gym hebben gezeten, althans die gebouwen heten altijd Atrium (wij spreken liever van Agora en zo heten ze dan weer nooit) en altijd weer diezelfde pilaren, zuilenkolommen en trevia replica's dus helemaal niet snappen doe ik zijn keuze niet :-)

    Lau wil later Piloot worden. Of brandweerman. Of hem dat gaat lukken weet ik niet want hij lijkt mij niet het meest fysiek ingestelde jongetje van twee die ik ken. Wel is hij erg op zijn centjes, als ik ze weer eens rond laat slingeren verdwijnen ze onverbiddelijk via zijn mini broekzakjes uiteindelijk keurig netjes in (een van de) spaarpot(ten). Dat moet hij van zijn moeder hebben. Hij zal, helaas, overigens, wel bankier worden, als dat beroep nog bestaat tegen de tijd dat hij gerecruiteerd kan worden.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Arme Lau de bankier, daar zit hij ergens in een stoffig kantoor, terwijl hij brandweerman wilde zijn. Maar hij had een ambitieuze vader en het mocht niet. Telkens als hij een mooie rode brandweerauto ziet welt er een traan in hem op en mompelt hij 'kutpapa'.

    BeantwoordenVerwijderen