vrijdag 16 oktober 2009

Ik was het met haar eens.

'Hij deed wat?' Ik keek haar verbaasd aan.
'Hij moest tien keer 'ik ben een beest, ik ben een ongeremd vies beest' opschrijven' legde ze uit 'en voor elke keer dat hij het opschreef moest hij het tien keer overschrijven. En als hij daar weer mee klaar moest hij weer tien keer alles overschrijven wat hij al eerder geschreven had. Alles wat hij schreef moest hij tien keer overschrijven'
Ik kreeg visioenen van een arme Cubaan die ergens in een gevangenis al jaren aan het schrijven was. Hoe meer hij schreef, deste groter de klus die nog voor hem lag. Arme man. Zou hij een blog hebben?
'Hoe gaat het nu met hem?' vroeg ik.
'Sinds hij een PC mag gebruiken heeft hij minder kramp in zijn vingers, maar nu heeft hij RSI. Wat de dokters ook proberen, hij komt er waarschijnlijk nooit meer van af. Het is keihard'.
Ché Castro, de kleindochter van Fidel en vernoemd naar zijn oude strijdmakker, keek me lachend aan, voor haar was de marteling voor de  man die ooit naar haar glimlachte geen opmerkelijk verhaal. Voor mij wel.
'Tjee' zeg ik.
'Wat is er?' vraagt ze, want Ché spreek je uit als Tjee.
'Je grootvader martelt een man die een keer naar je glimlachte' zei ik 'en mij stuurt hij naar zijn buitenhuis met zijn kleindochter waar hij, terecht overigens, erg zuinig op is. Wat moet hij van me?'


Ché lachte nog eens, haar tanden waren stralend wit. Bijna net zo wit als de badjas die ze om haar naakte lichaam had geslagen. 'Badkleding verdraag ik niet' had ze eerder die dag uitgelegd en terwijl ik mijn vierde Cuba Libre van die dag mixte had zij nog een paar baantjes getrokken. Door de schittering van de felle zon op het water van het prive zwembad had ik haar niet zo uitgebreid kunnen bekijken als ik had gewild, maar ik had wel gezien dat ze erg mooi was. De Cubanen die zeiden dat ze de mooiste vrouw van Cuba was hadden gelijk. En dat had ik al geconcludeerd zonder een enkele andere vrouw uit Cuba ooit maar ontmoet te hebben.
'Ik heb geen idee' zei ze. 'Ik moest het je in alle opzichten naar de zin maken zei Opa. Als je ook maar iets te klagen zou hebben over je verblijf hier zou hij me straffen'.
Ché schopte haar badslippers uit voordat ze op de strandstoel naast me kwam liggen. Haar badjas viel een stukje open.
'Dat is dan bijzonder fideel van Fidel' zei ik.
'Hi hi, wat heb je toch steeds een leuke grapjes' zei ze en ik was het met haar eens.

4 opmerkingen: