dinsdag 7 april 2009

Onbegrepen

'Is het dezelfde buikpijn als vanmorgen?' vraagt de witte jas.
Op het programma staat de beslissing of ik morgen van thee overmag naar yoghurt met limonadesiroop. Ik hoop het. Artsen dragen in dit ziekenhuis witte jassen, verpleegkundigen een pastelkleurig jasje, per rang een verschillende kleur. Behalve de managers van de verpleegkundigen, die hoeven geen jasje meer, die dragen een spijkerbroek en overhemd, zo hoog zijn ze in de hierarchie al geklommen. Handig trouwens, dat je hun niet gaat lastigvallen met de vraag naar een een nieuw infuuszakje ofzo, want dan zou je de hele planning van die week in de war kunnen sturen. Stuk voor stuk zijn het schatten, het zal wel aan mijn labiele toestand liggen dat ik hier meerdere malen per dag verliefd wordt.

'dezelfde buikpijn?' herhaal ik de vraag. Zo koop ik wat tijd. Sinds jaren heb ik regelmatig buikpijn. Sinds jaren onderdruk ik dat met paracetamol, of, als dat niet meer gaat, met zwaardere middelen. Ik heb nog geen twee keer dezelfde buikpijn gehad. Of eigenlijk heb ik al jaren dezelfde buikpijn, of spreek ik mezelf nu tegen? Het is in ieder geval dezelfde buik. Maar nu heb ik al vier dagen thee gedronken en water, dus feitelijk is het nu een andere buikpijn, want een andere aanloop. De intensiteit is wel minder, de locatie precies dezelfde, de irritatie erover groter. Lastige vraag dus, of het dezelfde buikpijn is.

'Meneer Cobben?' vraagt de arts. De verpleegkundige legt een hand op mijn knie en schudt om te kijken of ik niet in slaap ben gevallen. Ik open mijn ogen en zeg 'Laten we het er voorlopig maar op houden dat het dezelfde buikpijn is, tenzij dit mijn yoghurtkansen vermindert'.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten