vrijdag 24 april 2009

Medicijn tegen alles

Het is opmerkelijk dat als je een ziekte hebt gehad met een moeilijke naam, zo moeilijk dat je er voordat je er aan leed nog nooit van had gehoord, er opeens allerlei mensen naar je toekomen die het ook hebben gehad. Of die een familielid, buurman of kennis hebben die het heeft gehad. Die gesprekken gaan zo:

'Jij had toch pancreatitis?' vraagt de mij soms nauwelijks bekende man of vrouw op bijvoorbeeld het schoolplein, langs het voetbalveld of op kantoor. De situatie is elke keer anders, de vraag steeds hetzelfde. Mijn antwoord ook, ik antwoord elke meer met 'Ja, inderdaad, hoezo?'. En dan volgt meestal een relaas over iemand anders met een genezen pancreatitis die bijvoorbeeld nooit meer alcohol mocht drinken van de dokter, of van iemand die pancreatitis had maar eigenlijk kanker, echt heel erg en die is nu dood of van iemand, een grote Groningse man, altijd in de tuin aan het werk en heel gezond met van die blozende wangen, maar die nu nog slechts met een dekentje om zijn lijf achter het raam zit en kruiswoordpuzzeltjes invult.

Meestal hebben de slachtoffers van degenen die mij aanspreken het veel slechter getroffen dan ik. De logica daarachter begrijp ik ook, mij wordt impliciet verteld hoeveel geluk ik heb gehad en dat het leven ook zo veel slechter kon zijn. Het is een troost. Stel dat iemand mij zou zeggen dat een zwager van zijn buurman van zijn collega ook pancreatitis had, maar gewoon doorwerkte als bijvoorbeeld verhuizer, met af en toe een paracetamolletje. Dan zou ik me inderdaad flink afgezeken voelen ja.

Mijn wederverhaal is steeds hetzelfde. Ik ben er vrij snel weer van af, vanwege mijn medicijn. Het is een medicijn tegen alles. Heb je zelf een kwaal? vraag ik dan. Of heb je geen kwaal, maar wil je preventieve medicatie? Doe mij na. Sinds twee weken slaap ik elke dag in de middag. Het kantoorwerk blijft wat achter, maar de voordelen wegen hier ruim tegenop. Je gaat na de lunch naar bed, doet de gordijnen precies zo dicht dat er een klein kiertje van het heerlijke zonlicht binnenschijnt, dit om de contrastwerking te verscherpen, je trekt de dekens tot aan je neus en je snurkt een uurtje. Bijkomend voordeel: niemand spreekt je zomaar aan als je in bed ligt, als je tenminste je telefoon uitzet. Slaap lekker!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten