Nog maar net hersteld van mijn ernstige non-terroristische aanslag op mijn lichaam zit ik in de auto te waterboarden. Ik weet niet precies wat het is, maar volgens de CIA en Dick Cheney ga ik vanzelf bekennen, mocht ik toch terroristische motieven gehad hebben om mezelf een ziekte te geven. Na een half uur ben ik nog steeds niet doorgeslagen, gelukkig, ik ben dus geen terrorist.
Direct erop bedenk ik dat ik misschien beter wel een terrorist had kunnen zijn. Mijn schrijverscarriere zou een enorme impuls krijgen. Stel u leest de achterflap van een boek in de winkel en u ontdekt dat de schrrijver van het boek een terrorist is! Wauw, dat boek wilt u hebben. Maar ik ben niks. Een kantoorpikkie dat in de file staat. Een gewone man, met een vrouw, drie kinderen en een Opel Kadett. Ok, dat laatste niet, maar zo voelt het wel.
Vol zelfmedelijden pruts ik met de autoradio. Een item van BNR over een zeldzame, verschrikkelijke afwijking, een waarvan de lijders in een ernstig sociaal isolement terecht kunnen komen. Ik zet het volume hoger en herken mezelf. Ik word gelukkig. Ik heb iets, eindelijk. Iets unieks. Mijn profiel als schrijver is compleet. Ik ben Mucofagist. Klinkt ook lekker vind ik. Als iets heel ernstigs. Let op, doe even of u nog nooit van mij gehoord heb en beoordeel de volgende zin:
Michiel Cobben, zakenman en mucofagist, schreef een boek, geinspireerd op zijn eigen belevenissen. Nou, vindt u ervan? Klinkt goed toch? Nog even en ik ben eindelijk schrijver geworden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten