vrijdag 10 april 2009

Mijn vlees rauw, afgeblust met whisky

Midden in de nacht word ik wakker, met een honger zoals ik nooit eerder kende. Ik mag even niets eten, had het wel gemogen, dan zou ik nu de shoarmatax bellen en zeventien broodjes shoarma met knoflooksmurrie bestellen. Maar het mag niet. Het is nooit helemaal donker in een ziekenhuiskamer en ik kijk om me heen. Een halfvol kopje thee en een nog ongeopende kaart liggen op het kastje naast me. Ik pak de kaart en zie een paar lange zwarte haren op mijn hand. Ik schrik en wrijf de slaap uit mijn ogen, maar voel dat de haren zelfs rond mijn wenkbrauwen zitten.

Ik sta op en doe de twee stappen naar het gootsteentje. Stapje voor stapje zie ik mijn lichaam transformeren, mijn armen en benen krimpen, mijn bovenlichaam en mijn kop ook, eigenlijk krimpt alles, behalve mijn kaken en mijn tanden. Die groeien door tot angstaanjagende afmetingen. Mijn sandalen knappen kapot omdat mijn voeten krom gaan staan en op mijn handen en voeten sluip ik het ziekenhuis uit. Naakt en hongerig, op zoek naar een prooi. Uit mijn enorme bek loopt slijm.

Ik sluip naar de praktijk van de huisarts. Door de volle maan kan ik goed zien hoe hij in zijn stoel zit en het financieel dagblad leest. Hij typt iets op zijn computerscherm en het welkomstscherm van Van Lanschot Bankiers licht op.Ik ben niet gewend dat mijn ogen zo scherp zijn, maar door de vitrage heen lees ik op zijn scherm dat hij, ondanks de kredietcrisis, prachtige rendementen maakt door te investeren in medische bedrijven die paracetamol fabriceren. Dan sla ik toe.

Ik sluip de spreekkamer in. Met een enkele slag van mijn machtige kaken rijt ik zijn buik open, daarna sluit ik mijn kaken om zijn nek en wacht tot het leven verdwenen is. Nadat ik mijn honger gestild heb en mijn dorst les aan de plas bloed op de grond floept de TL balk aan. Mijn lichaam transformeert terug tot wat het was, alleen het hongergevoel is weg. De assistente kijkt me verschrikt aan.

'Een weerwolf' stamelt ze 'je bent een weerwolf geworden. En kijk nou, die arme dokter'. Waarom ze het zielig vindt voor de dokter is mij een raadsel, net als dat het voor mij een raadsel is hoe de huisarts toch steeds aan die piepjonge assistentes komt.
'Wat moeten we nu doen?' snikt ze.
'Aan hem hoef je het niet te vragen' zeg ik. 'bovendien adviseerde hij toch altijd paracetamol en nachtrust, of je nou buikpijn had of een weerwolf was geworden. Gelukkig weet ik de oplossing'
'Wat dan? ' snikt de assistente
Ik steek een sigaar op. Ik houd een brandend kaartje waar mijn naam op staat onder de punt en langzaam zie ik de woorden 'hypochonder', 'aansteller' en 'zeikstraal' in de vlammen verdwijnen. 'Ze zeggen' leg ik uit terwijl ik de rook uit mijn mond blaas 'dat als een jonge vrouw haar maagdelijkheid met volle maan vrijwillig aan een weerwolf offert, hij voorgoed genezen is'
'En wilt u daar koffie of thee bij?' vraagt de assistente.
'Mijn vlees wil ik rauw en als het te heet word blus ik af met whisky' zeg ik.
Een verpleegkundige begint te lachen. 'Goedemorgen meneer Cobben, ik denk dat u nog een beetje droomde. Wilt u koffie of thee bij uw ontbijt?'

1 opmerking:

  1. haal die laatste twee zinnen eens weg, dan is het een nog leuker verhaal !

    Thijs

    BeantwoordenVerwijderen