donderdag 30 april 2009

Het verhaal van de vliegende deur.

De Franse pyreneeen, een van de laatste stukjes ongerepte natuur in Europa. Dacht ik. Als het hier boven de dertig graden is, en dat is het heel vaak in juli en augustus, zit ik aan het eind van de dag op ons balkon. Ik kijk uit over een berg en daarachter ligt de zee. Ik kan de zee dus niet zien vanaf ons balkon en dat is maar goed ook, want dan zou dit huis dubbel zo duur zijn en hadden we het nooit kunnen kopen. Hoera voor die berg dus. Wat ik wel zie, zo rond de tijd dat de zon alleen nog de bergtoppen beschijnt, is een hele grote vogel. Hij vliegt eerst landinwaarts en cirkelt een tijdje boven onze vallei. Zonder ook maar een keer met zijn vleugels te klapperen, althans zo lijkt het vanaf de grond, keert hij terug richting de zee. Wonderlijk, misschien woont hij wel op zee. Ik wijs mijn kinderen elke avond op dit wonder der natuur, al geloof ik niet dat ze het net zo waarderen als ik.
'Ja, pap, een grote vogel, nou en?' zeggen ze.

Ooit heb ik me in een winkelcentrum door een colportagiste laten ompraten om lid te worden van Vogelbescherming Nederland en sinds die tijd krijg ik het blad 'Vogels'. De grote roofvogel die rond borreltijd boven ons huis vliegt staat in dat blad niet vermeld. Omdat ik geen idee heb wat voor beest het is heb ik hem 'de vliegende deur' genoemd. Dat is een beetje overdreven, maar dat komt omdat ik schrijver aan het worden ben en dan mag dat. Ik prijs me gelukkig met zoveel natuurschoon om me heen. Het contrast met de dagelijkse files kan niet groter en had de makelaar destijds gezegd dat in de zomer dagelijks een vliegende deur me een signaaltje zou geven dat ik een glaasje wijn kon inschenken, dan had ik nog meer geboden.

Vandaag wandelen we door het nog verlaten Argeles Sur Mer. Opeens zie ik mijn vogel op een affiche. Wat blijkt, gedurende de maanden juli en augustus is hier een vogelshow met arenden en andere roofvogels en wordt ook mijn grote roofvogel vanaf het strand opgelaten om na tien minuten vanzelf in zijn kooi terug te keren. Komt dat zien, komt dat zien dames en heren, dagelijks om 18.00 uur, kinderen onder de vijf jaar gratis.
'kijk pap, dat aanpakbiljet, dat is je vogel' roept een van de kinderen.
'een grote vogel, nou en?' zeg ik, zo nonchalant mogelijk.
Vandaag zoek ik op internet naar een huisje in de Hymalaya. Ergens moet de ongerepte natuur te vinden zijn.

woensdag 29 april 2009

Sex, drugs en rock and roll

Mijn blog levert mij veel op. In Euro's nul komma nul, wel levert het mij waardevolle inzichten op over welk schrijfseltje werkt en welk niet. Dit blog heet schrijver worden en dat is wat ik aan het doen ben, ik sta in de leerstand. Ik leer dat het ene artikeltje veel reacties oplevert, het andere niet. Sommige artikeltjes krijgen weken later nog hits, andere sterven eerder. Ik publiceer hier de zes regels van de blogger, gebaseerd op een paar maanden ervaring, met als resultaat dat ik op sommige dagen wel 15 (vijftien!!) hits krijg:

1 - ververs dagelijks, maak je lezers verslaafd, zorg dat ze terugkomen.
2 - elk verhaal, dus ook elke blog, heeft een punt, een bedoelingkje. Zomaar wat wegbloggen is niet ok.
3 - maak je eigen rol in het verhaal klein en bescheiden. Je boosheid afreageren bijvoorbeeld op een huisarts die je anderhalf jaar lang met buikpijn laat rondlopen is niet ok. Het wekt de indruk dat je gefrustreerd bent en je wekt geen sympathie.
4 - zorg voor de juiste tags (zoekwoorden), een goed plaatje en de juiste titel van je blog. Zo koos ik vandaag voor de titel 'sex, drugs en rock and roll' en een mooi plaatje. Het slaat nergens op in dit verband, het is om iets aan te tonen, namenlijk dat u dit blog leest, klopt he?. Sorry.
5 - niet te serieus. Dus is de blog van vandaag mislukt. Tenzij u zelf blogt.
6 - doe een belofte: bv: morgen komt er iets heel leuks, speciaal voor francofielen.

dinsdag 28 april 2009

Martin Bril had hier moeten wonen


Om eerlijk te zijn, ik ben eerlijk want ik heb niets te verbergen, ik vond de stukjes van Martin Bril een beetje saai. Mag dat, posthuum een negatieve recensie geven? Laat ik vooropstellen dat ik het met alle respect bedoel. Toen wij een 'residence secundaire' aan de Franse kust betrokken kreeg ik van een zus een boekje met Franse verhalen van Martin Bril. Hij schreef hierin over een stokbrood of over een postbode met wie hij een praatje maakte (twee hoofdstukken) en nog zo wat zanderige verhalen. Niet mijn stijl, wel heel erg knap, want het boeide toch, ik las het uit en voelde me een beetje Frans en gepensioneerd.

Als je schrijver wil worden moet je van andere schrijvers leren. Bril was uniek in zijn kleine observaties, zegt zijn vrind Bart Chabot. Die gaf in De Wereld Draait Door ook eerlijk toe dat Bril het een gemis vond dat hij geen oeuvre aan romans had nagelaten. Tjonge, wist ik niet, niets blijft prive op TV.

Ik besluit vandaag op zijn Brils te gaan. Er zal vast iets kleins gebeuren in ons straatje, zodat ik mijn blog kan vullen. Ik loop naar buiten, misschien wordt er net een wormpje uit de grond getrokken door een vogeltje, je weet maar nooit. Ons huis staat op een heuvel en voor de bocht in de weg staan aan onze kant nog twee huizen. Vier jaar geleden was mijn buurman bezig een curieus huis te bouwen, de cementmolens draaide elke dag, een aftandse caravan op de bouwplaats diende zolang als woning. Dat duurde drie jaar, toen was zijn vrouw het zat en vertrok. Mijn buurman was ook blut, dat helpt niet echt als je je vrouw en je huis op orde wilt houden. Dezelfde zomer overleed de man van het huis ernaast. Drama in onze rustige vallei.

Ik sprak mijn buurman vandaag en ik merkte op dat zijn auto op de oprit van de weduwe stond. 'Ah, l'amour', zo legt hij uit, 'l'amour die kent ondoorgrondelijke wegen en ik ben nu met de buurvrouw'.
Ik feliciteerde hem met zijn nieuwe geluk.
Had Martin Bril hier maar gewoond, dacht ik, bij ons in de straat gebeurt genoeg voor een roman of drie.

maandag 27 april 2009

Het italiaanse woord voor talent is: Ammaniti

Ik ben in een groot, gemeen en listig complot getrapt. Ik ben zo dom, zo ongehoord dom geweest dat ik me schaam om er in mijn blog over te schrijven. Geen zorgen, ik zal geen detail overslaan. Inderdaad, schaamteloos schrijven, Paul Sebes, mocht je meelezen, ik ben het niet vergeten. Dus, ondanks de schaamte, hierbij mijn relaas.

Ik ging naar de Bruna, het geld voor een mooi nieuw leesboek brandde in mijn zak. De Bruna is niet mijn favoriete boekhandel, dat is Voorhoeve aan de Kerkstraat, maar dat doet er helemaal niets toe. Ik zoek mijn boeken met zorg uit en dat kan best bij de Bruna. De Bruna is efficient en tijdloos. Voorhoeve is chique en ik ken de eigenaar persoonlijk, waar heb je dat nog? Bol.com dat is meer een vluggertje, snel, lekker maar geen diepgang. Ik dwaal alweer af, dat komt omdat ik me schaam voor mijn eigen domheid. Ik kom to the point.

Op een stapel lag een boek van de voor mij onbekende schrijver Niccolo Ammaniti. Mooie kaft en het speelt aan de kust, ideaal als je een boek zoekt voor een verblijf aan, weliswaar een andere, kust. Ik speelde met de gedachte het te kopen, maar de concurrentiestrijd die het in mijn hoofd voerde met andere titels was nog niet beslecht. Tot ik de voorkant las. Zowel Saskia Noort, Herman Koch als Kluun zelf zijn lyrisch over dit boek. Ik twijfelde niet langer en ik kocht het.

Thuis lees ik achter op het boek dat het italiaanse woord voor talent Ammaniti zou zijn (aantoonbaar onjuist, zie boven), dat The Times dit beweert (ik zoek op de website van the times, nul hits) en bovendien ontdek ik op de site van Nightwriters dat de drie aanbevelende schrijvers samen in zaken zitten. AHA. Het muntje valt. De drie bekende koppen hebben een oud, verdord manuscript uit de stapel 'onverkoopbaar' bij een uitgever gevist, er een naam en hun aanbevelingen opgeplakt en het voor een stinkend bedrag in de Bruna laten leggen. Het geld verdwijnt vast direct in hun eigen zakken. Ik ben gefopt. Ik had het moeten weten, een italiaanse naam, de mafia komt toch ook uit Italie.

Dan valt mij een duivels plan binnen. Ik glimlach. De kaft van mijn eigen boek. Ik laat er op zetten dat de filmrechten van het boek al aangeboden zijn aan alle grote Hollywood studio's. (door mijzelf, per mail, stiekem). Dat het verhaal al velen inspireerden hun leven drastisch te veranderen (mijzelf, mijn moeder en misschien nog wel iemand) en dat de schrijver in sommige landen vanwege zijn populariteit niet meer de straat op kan. (Disneyland, vermits ik verpakt ben in een Micket Mouse outfit). Geniaal plan, al zeg ik het zelf. Weer wat geleerd dit weekend.

vrijdag 24 april 2009

Medicijn tegen alles

Het is opmerkelijk dat als je een ziekte hebt gehad met een moeilijke naam, zo moeilijk dat je er voordat je er aan leed nog nooit van had gehoord, er opeens allerlei mensen naar je toekomen die het ook hebben gehad. Of die een familielid, buurman of kennis hebben die het heeft gehad. Die gesprekken gaan zo:

'Jij had toch pancreatitis?' vraagt de mij soms nauwelijks bekende man of vrouw op bijvoorbeeld het schoolplein, langs het voetbalveld of op kantoor. De situatie is elke keer anders, de vraag steeds hetzelfde. Mijn antwoord ook, ik antwoord elke meer met 'Ja, inderdaad, hoezo?'. En dan volgt meestal een relaas over iemand anders met een genezen pancreatitis die bijvoorbeeld nooit meer alcohol mocht drinken van de dokter, of van iemand die pancreatitis had maar eigenlijk kanker, echt heel erg en die is nu dood of van iemand, een grote Groningse man, altijd in de tuin aan het werk en heel gezond met van die blozende wangen, maar die nu nog slechts met een dekentje om zijn lijf achter het raam zit en kruiswoordpuzzeltjes invult.

Meestal hebben de slachtoffers van degenen die mij aanspreken het veel slechter getroffen dan ik. De logica daarachter begrijp ik ook, mij wordt impliciet verteld hoeveel geluk ik heb gehad en dat het leven ook zo veel slechter kon zijn. Het is een troost. Stel dat iemand mij zou zeggen dat een zwager van zijn buurman van zijn collega ook pancreatitis had, maar gewoon doorwerkte als bijvoorbeeld verhuizer, met af en toe een paracetamolletje. Dan zou ik me inderdaad flink afgezeken voelen ja.

Mijn wederverhaal is steeds hetzelfde. Ik ben er vrij snel weer van af, vanwege mijn medicijn. Het is een medicijn tegen alles. Heb je zelf een kwaal? vraag ik dan. Of heb je geen kwaal, maar wil je preventieve medicatie? Doe mij na. Sinds twee weken slaap ik elke dag in de middag. Het kantoorwerk blijft wat achter, maar de voordelen wegen hier ruim tegenop. Je gaat na de lunch naar bed, doet de gordijnen precies zo dicht dat er een klein kiertje van het heerlijke zonlicht binnenschijnt, dit om de contrastwerking te verscherpen, je trekt de dekens tot aan je neus en je snurkt een uurtje. Bijkomend voordeel: niemand spreekt je zomaar aan als je in bed ligt, als je tenminste je telefoon uitzet. Slaap lekker!

donderdag 23 april 2009

Ik en de verteller

Ik ben mijn manuscript aan het herschrijven en, om alle vormen van vreemde perspectief-wisselingen te vermijden, schrijf ik het geheel in de ik-vorm. Dan vallen er opeens een aantal puzzelstukjes op zijn plek. Een monnikenwerkje, want misschien komt het straks wel weer terug in de derde persoon. Dubbel werk, maar dan zijn wel alle foutjes eruit. Alle creativiteit is nu uit mij gewrongen, excuses. U, als bezoeker van mijn blog, lijdt hier onder. Ik kom vandaag alleen nog maar tot wat woorden, de fut is eruit. Morgen hopelijk weer een verhaaltje. sorry.

De warmte van de zon
De geur van het gras
De koe in de wei
De wind in mijn haar
Woorden zijn mooier dan zinnen,
gedachten mooier dan woorden,
gevoel mooier dan denken.

woensdag 22 april 2009

Hoera. ik ben iets!


Nog maar net hersteld van mijn ernstige non-terroristische aanslag op mijn lichaam zit ik in de auto te waterboarden. Ik weet niet precies wat het is, maar volgens de CIA en Dick Cheney ga ik vanzelf bekennen, mocht ik toch terroristische motieven gehad hebben om mezelf een ziekte te geven. Na een half uur ben ik nog steeds niet doorgeslagen, gelukkig, ik ben dus geen terrorist.

Direct erop bedenk ik dat ik misschien beter wel een terrorist had kunnen zijn. Mijn schrijverscarriere zou een enorme impuls krijgen. Stel u leest de achterflap van een boek in de winkel en u ontdekt dat de schrrijver van het boek een terrorist is! Wauw, dat boek wilt u hebben. Maar ik ben niks. Een kantoorpikkie dat in de file staat. Een gewone man, met een vrouw, drie kinderen en een Opel Kadett. Ok, dat laatste niet, maar zo voelt het wel.

Vol zelfmedelijden pruts ik met de autoradio. Een item van BNR over een zeldzame, verschrikkelijke afwijking, een waarvan de lijders in een ernstig sociaal isolement terecht kunnen komen. Ik zet het volume hoger en herken mezelf. Ik word gelukkig. Ik heb iets, eindelijk. Iets unieks. Mijn profiel als schrijver is compleet. Ik ben Mucofagist. Klinkt ook lekker vind ik. Als iets heel ernstigs. Let op, doe even of u nog nooit van mij gehoord heb en beoordeel de volgende zin:

Michiel Cobben, zakenman en mucofagist, schreef een boek, geinspireerd op zijn eigen belevenissen. Nou, vindt u ervan? Klinkt goed toch? Nog even en ik ben eindelijk schrijver geworden.

dinsdag 21 april 2009

Te laat, dat wordt bloeden!

Vroeger, lang geleden, toen V. en ik nog knikkerden langs het schoolplein in plaats van onze hoofden leeg te schrijven, toen de PvdA nog gewoon links was en de VVD rechts, toen de mevrouw van de Boerenleenbank met een vulpen in januari je nieuwe saldo in je spaarbankboekje opschreef en je zelf nog moest schrijven met een kroontjespen, toen had je nog bibliotheekkaarten. Als je een boek leende van de bibliotheek kreeg je een stempeltje op je kaart en als je dan je boek te laat terugbracht (ik bracht al mijn boeken te laat terug) dan kreeg je een boete.

Er is sinds die tijd veel veranderd. Maar de boete voor het te laat terugbrengen van biebboeken is gebleven, al krijgen de kinderen tegenwoordig een SMS als het boek bijna te laat is. Niet dat het helpt overigens. Ik heb gisteren lang over die boete nagedacht. Ik ben tot de conclusie gekomen dat de Nederlandse bibliotheken commercieler zijn dan de ECI, Boek en Plaat en Bol.com bij elkaar. Ga maar na: een boek betalen en ook nog terug moeten brengen en dat al zo lang als we ons kunnen herrineren.

Waarom kom ik op deze gedachte? Omdat ik gisteren een GRATIS verhaal aanbood op mijn website. Een mooi verhaal. Politiek, koningshuis, romantiek en een verassend plot, het zat er allemaal in. En wat denkt u? Hoeveel mensen schreven in (nogmaals, het was gratis...)? Inderdaad. Nul. Terwijl de bezoekerteller van mijn weblog toch het dozijn aantikte. Dus doe ik het anders. Vanaf vandaag is het verhaal 'Een weekend in Sevilla' uitsluitend te lezen na overmaking van vijf euro (in een envelopje opsturen mag ook) op rekening P. 347609 t.n.v. het Centraal Justitieel Incasso Bureau te Leeuwarden, onder vermelding van 'vooruitbetaling boetes Michiel Cobben'. Hierbij de eerste regels van het verhaal om je alvast lekker te maken. Bestellen dus, die vijf euro is een koopje:

Een weekend in Sevilla

Op het Plaza de Espana in Sevilla liep prins Emmanuel van België. Hij had een stevige kater en overwoog om een van de vele barretjes binnen te lopen en met een of twee biertjes van zijn favoriete merk San Miguel de nadorst te bestrijden. Hij verdreef die gedachte en besloot een paar uur te gaan slapen in het hotel voor hij zich bij de rest van zijn familie zou voegen. Hij had zijn vader beloofd dit weekend zijn best te doen en hij wilde zich aan die belofte houden. Dat zou geen geringe opgave worden, het keurslijf van de Koninklijke familie viel hem zwaarder dan zijn twee zussen en zijn broer Gabriel..... '

maandag 20 april 2009

Wedstrijdje?


In het leven van amateurschijvers, voorlopig zal ik mezelf in het leger der amateurschrijvers indelen, tellen schrijfwedstrijden. Daarvan zijn er een flink aantal, klik hier maar eens. Ze tellen ook voor uitgevers, die uit het leger der amateurschrijvers artistiek talent proberen te recruteren. Lui als deze uitgevers zijn letten ze op de prijswinnaars. Ik neem aan dat uitgevers lui zijn, ze doen er een half jaar of langer over om een manuscript te beoordelen om vervolgens tot de conclusie te komen dat ze 'het graag nog even in portefeuille houden'. Dat ze nog geld verdienen is een wonder, hoewel, ze hoeven maar op de schrijfwedstrijden te letten en het talent dient zich op een presenteerblaadje aan. De jury's van de schrijfwedstrijden nemen de uitgevers het werk uit handen.

Afgelopen jaar deed ik mee aan een aantal wedstrijden. Ik was winnaar van 1000 woorden van de VPRO, medewinnaar - tot mijn grote verassing - van een verhalenwedstrijd over misdaad van uitgeverij Pamac, maar veel vaker verliezer. Als ik dan de winnende verhalen las vond ik zonder uitzondering mijn verhaal beter. Dat vinden alle amateurschrijvers, daar schrijven ze zelfs fora over vol. Mijn conclusie is dat de uitslag van een schrijfwedstrijd meer over de jury dan over het ingezonden werk zegt. Deste erger vind ik het dat mijn verhaal 'een weekend in Sevilla' geen laureaat van 'kulturele kring ambrozijn' te Ieper (B) heeft gekregen. De jury bestond uit Vlaamse uitgevers. Oei, dat doet pijn.

Als je 'een weekend in Sevilla' gratis wil ontvangen stuur dan een mailtje naar michielcobben at gmail punt com (excuses voor de fonetische omschrijving, mijn broer de spammer adviseert om e-mail adressen zo weer te geven). Het is een spannend politiek liefdesdrama dat zich in koninklijke kringen afspeelt. Inclusief verassende ontknoping. Ik publiceer het niet op deze website omdat gepubliceerde verhalen niet ingestuurd mogen worden voor schrijfwedstrijden en ik dit verhaal graag eens in de rebound gooi.

vrijdag 17 april 2009

Mijn boek wordt een open boek

‘Hoe vlot het met je manuscript?’ vraagt een jongedame. Ik kom haar toevallig ergens op een plek waar ik eigenlijk nooit naar toe ga tegen op de eerste officiele rokjesdag van het jaar. Ik antwoord dat ik naast schrijven nog andere bezigheden heb, eventjes ziek was en bovendien loop ik een beetje vast op sommige punten.
‘Kijk’ zeg ik ‘de hoofdpersoon in mijn boek heeft een mid-life crisis en doet al de foute dingen, sportauto kopen, trainen om er gezond uit te zien en uiteraard een jonge vriendin het bed inlokken. Om me in te leven heb ik al een Ferrari gehuurd voor een dagje en ik vast tot ik geen vet meer op mijn botten heb, maar dat lokken, hoe werkt dat tegenwoordig, ik heb geen idee. Daar loop ik en dus mijn boek, een beetje op vast. Heb jij inspiratie op dit punt?’
‘Internet’ zegt ze ‘ik ben sinds kort vrijgezel en ik date via het internet. Hartstikke leuk. Je staat er vrij anoniem op en pas als je mijn BH maat wil weten, of benieuwd ben wat ik lekker vind in bed, dan moet je eerst je eigen profiel aanmaken. Hoe autobiografisch is je boek trouwens?’
‘nou, het zijn meer fantasieën’ antwoord ik. ‘Je moet je voorstellen dat ik iets meemaak en dan schrijf ik op hoe het ook zou kunnen gaan. Een beetje zoals op mijn weblog. Ik begin ergens en dan gaat er een schuifje in mijn hoofd open en dan verzin ik er een beetje op los’
‘spannend’ zegt ze, ‘zo’n schuifje. Dan hoef je niks echt te doen, terwijl je het wel meemaakt. Vind je het niet een inbreuk op je privacy dat iedereen dan jouw gedachten kan lezen?’
‘Nee hoor’ zeg ik en ik herriner me de zin uit de cursus van Paul Sebes. Om te excelleren moet je vooral schaamteloos schrijven. ‘vind jij het dan niet een inbreuk dat iedereen op internet kan lezen wat jij lekker vind in bed’ vraag ik terug.
‘Ho Ho’, zegt ze, ‘dat is wat anders. Bij mij moet je eerst inloggen en bij jou kan iedereen op internet meteen lezen waar je aan denkt. Jouw boek wordt een open boek. Jij bent zelf trouwens een open boek. Volgens mij heb je nu ook zin om even bij me in te loggen’
Ze lacht en strijkt met haar hand door haar haar en ik zie hoe goed dat rode jurkje haar staat.
‘sorry’ zeg ik ‘ik moet dringend een brief posten’.

donderdag 16 april 2009

Well, there you are

J. en C. uit de UK, beiden soort van in het medische werkzaam, zijn in Nederland om hun onroerend goed portefeuille af te stoten. Tijdens hun vorige bezoek raakten ze al hun vloot kwijt en behalve dat zitten ze boordevol met adviezen voor mij die ze ook al kwijt willen. Dat ik maar goed moet uitrusten, het is toch niet niks wat ik had en dat ik vooral goed naar mijn lichaam moet leren luisteren. Ja, Ja, mijn lichaam heeft trek in patat en als ik J. een sigaret zie opsteken kan ik me bijna niet bedwingen. Ik luister maar even niet naar mijn lichaam, dankuwel, ik ben getrouwd en ik heb een vrouw die al naar mijn lichaam luistert. Dan raak je ook wat minder snel uitgepraat.

'Leuk, je blog', zeggen J. en C. 'Komen wij er morgen ook in voor?' Goede vraag, maar ze vergeten dat creativiteit zich niet laat sturen. Creativiteit is een samenspel tussen enerzijds je geest, die beelden uit zowel je herrinering als je waarneming opdist en anderzijds je woordvindend vermogen, dat er een verhaal van maakt. Als schrijver kun je slechts naar je geest luisteren en hopen dat je er wijs uit kan worden. Je geest gebieden een beeld op te roepen kan niet, onmogelijk, slechts broodschrijvers van laag allooi wagen zich hieraan. Ik luister in dit proces trouwens liever naar de geesten van anderen. Mijn eigen geest is te klein en mijn woordenschat te gering om dagelijks een blog mee te vullen.

'De kinderen bekvechten al in het Engels' zeggen J. en C. trots. Ik beaam dat ik dat heel erg knap van ze vind, na een paar maanden in de UK. En ik denk, 'well there you are, there might be a story there!'
Kind 1: 'you, child of an owl'
Kind 2: 'Puh, you are an undercrawler'
Kind 1: 'i'll tell mom and dad'
Kind 2: 'clickspane, half moon!'

woensdag 15 april 2009

Mijn beste idee sinds jaren

Opeens, in de helderheid van deze vroege morgen viel mij het idee binnen. Ik denk dat echt goede ideeen altijd in de echt vroege morgen komen, bij voorkeur rond zes uur a.m. Dan vallen ze op een maagdelijk, onbeschreven brein, nog niet verpest door dagelijkse gedachten zodat het idee direct al beter tot zijn recht komt. En ook omdat het brein dan het best uitgerust is en creativiteit, zo weten wij allen, treedt pas in werking als het brein in opperste ontspanning is.

Vanmorgen dus, in alle vroegte, viel mij een, al schrijf ik het zelf, geniaal idee binnen. Ik gooi mijn manuscript weg en begin, geheel blanco, opnieuw. Niks over een man met een crsisis, weg ingewikkeld plot en literaire gelaagdheid, mijn idee is te simpel om waar te zijn. Ik ga een dieetboek op de markt brengen. Is al eerder gedaan zegt u? Wat bent u toch beperkt in uw gedachten. Dieetboeken zijn van alle tijden, net als dikke mensen. Dieetboeken helpen ook helemaal niet, dat is het geniale eraan. Dikke mensen blijven ze kopen, ze jo-jo-en wat met hun gewicht, worden nog dikker en gaan op zoek naar een nieuw boek. Sonja Bakker kennen ze nu allemaal wel en in dat gat spring ik. Weet u hoeveel boeken Sonja Bakker vorig jaar verkocht? U heeft geen idee, nou ik wel. Genoeg, laten we het daar maar op houden.

Voor hen die denken dat ik geen verstand van dieeten heb, hierbij het volgende: In anderhalve week tijd is mijn BMI gezakt van 'overgewicht' naar 'normaal gewicht'. En niet zomaar een beetje, ik zit nu midden in de schaal 'normaal'. Hoe ik dat gedaan heb? Wacht maar tot mijn boek uitkomt, Euro 29,95 in de betere boekhandel. Of boek me voor een workshop, eventueel speciaal ontbijttarief (vanaf zes uur in de ochtend) is bespreekbaar.

dinsdag 14 april 2009

Rustig aan meneer


De stevig gebouwde verpleegkundige geeft mij een hand die doet terugdenken aan de hand die ik van neef Peter in Ostreelja (Australië dus) kreeg. Mijn neef Peter is tennisprof geweest en na zijn actieve carriere is hij tenniscoach geworden. Zijn tennisrackets kan ik slechts met twee handen optillen en zijn handdrukken zijn berucht in de familie, menig tante breekt een bot of verrekt een spier na de eerste kennismaking met neef Peter. Gelukkig breek ik vandaag geen bot, nog meer ziekenhuisverblijf zou ik mentaal niet aankunnen.

'Doet u rustig aan en vooral niet werken de komende tijd' zegt ze streng en ze laat mijn hand pas los nadat ik 'ja, ja' heb gezegd. Ik vermoed dat deze aanwijzing voortkomt uit de tijd dat mannen hun brood in fabrieken verdienden met fysieke arbeid of met schoven landbouwoogst op de nek over akkers moesten lopen. Ik waag het niet te vragen of het doorlezen, beoordelen en aanpassen van een manuscript onder haar definitie van 'werken' valt. Ik knap er namenlijk altijd enorm van op. Of een blog bijhouden over schrijver worden, is dat werk? Of informeren bij mijn collega's hoe de business gaat? Of een vergaderingetje bijwonen? Waar ligt de grens? Ik denk dat ik die zelf moet stellen, anders wordt ik binnenkort weer verpleegd door een verpleegkundige met kolenschoppen. Brrr.

zaterdag 11 april 2009

Beter goed gejat dan slecht verzonnen



Herrinert u zich deze nog?


Eerste Shot: Man zit in ziekenhuis op rand van het bed, haalt wat kaarten van de muur. Nieuw shot: Vrouw zet kinderen in auto en rijdt weg. Nieuw shot: Man krijgt een hand van de dokter. Nieuw shot: Vrouw loopt naar ingang ziekenhuis, kinderen rennen voor haar uit. Nieuw Shot: Omhelzing aan bedrand, inzoomen detail: traan in ogen van man. Nieuw shot: Auto stopt voor huis, hele gezin stapt uit. Eindshot: Man zit op bank, kinderen keurig gekamd om hem heen. In de keuken pruttelt de koffie. Letters in beeld: Douwe Egberts koffie, lekkere koffie.

Oh ja, sommige lezers maken zich zorgen over mijn gevoelens richting mijn huisarts. Dat hoeft niet, het voordeel van iets opschrijven is dat je het daardoor deelt en dus ook kwijtraakt. Therapeutisch schrijven, inderdaad.

vrijdag 10 april 2009

Mijn vlees rauw, afgeblust met whisky

Midden in de nacht word ik wakker, met een honger zoals ik nooit eerder kende. Ik mag even niets eten, had het wel gemogen, dan zou ik nu de shoarmatax bellen en zeventien broodjes shoarma met knoflooksmurrie bestellen. Maar het mag niet. Het is nooit helemaal donker in een ziekenhuiskamer en ik kijk om me heen. Een halfvol kopje thee en een nog ongeopende kaart liggen op het kastje naast me. Ik pak de kaart en zie een paar lange zwarte haren op mijn hand. Ik schrik en wrijf de slaap uit mijn ogen, maar voel dat de haren zelfs rond mijn wenkbrauwen zitten.

Ik sta op en doe de twee stappen naar het gootsteentje. Stapje voor stapje zie ik mijn lichaam transformeren, mijn armen en benen krimpen, mijn bovenlichaam en mijn kop ook, eigenlijk krimpt alles, behalve mijn kaken en mijn tanden. Die groeien door tot angstaanjagende afmetingen. Mijn sandalen knappen kapot omdat mijn voeten krom gaan staan en op mijn handen en voeten sluip ik het ziekenhuis uit. Naakt en hongerig, op zoek naar een prooi. Uit mijn enorme bek loopt slijm.

Ik sluip naar de praktijk van de huisarts. Door de volle maan kan ik goed zien hoe hij in zijn stoel zit en het financieel dagblad leest. Hij typt iets op zijn computerscherm en het welkomstscherm van Van Lanschot Bankiers licht op.Ik ben niet gewend dat mijn ogen zo scherp zijn, maar door de vitrage heen lees ik op zijn scherm dat hij, ondanks de kredietcrisis, prachtige rendementen maakt door te investeren in medische bedrijven die paracetamol fabriceren. Dan sla ik toe.

Ik sluip de spreekkamer in. Met een enkele slag van mijn machtige kaken rijt ik zijn buik open, daarna sluit ik mijn kaken om zijn nek en wacht tot het leven verdwenen is. Nadat ik mijn honger gestild heb en mijn dorst les aan de plas bloed op de grond floept de TL balk aan. Mijn lichaam transformeert terug tot wat het was, alleen het hongergevoel is weg. De assistente kijkt me verschrikt aan.

'Een weerwolf' stamelt ze 'je bent een weerwolf geworden. En kijk nou, die arme dokter'. Waarom ze het zielig vindt voor de dokter is mij een raadsel, net als dat het voor mij een raadsel is hoe de huisarts toch steeds aan die piepjonge assistentes komt.
'Wat moeten we nu doen?' snikt ze.
'Aan hem hoef je het niet te vragen' zeg ik. 'bovendien adviseerde hij toch altijd paracetamol en nachtrust, of je nou buikpijn had of een weerwolf was geworden. Gelukkig weet ik de oplossing'
'Wat dan? ' snikt de assistente
Ik steek een sigaar op. Ik houd een brandend kaartje waar mijn naam op staat onder de punt en langzaam zie ik de woorden 'hypochonder', 'aansteller' en 'zeikstraal' in de vlammen verdwijnen. 'Ze zeggen' leg ik uit terwijl ik de rook uit mijn mond blaas 'dat als een jonge vrouw haar maagdelijkheid met volle maan vrijwillig aan een weerwolf offert, hij voorgoed genezen is'
'En wilt u daar koffie of thee bij?' vraagt de assistente.
'Mijn vlees wil ik rauw en als het te heet word blus ik af met whisky' zeg ik.
Een verpleegkundige begint te lachen. 'Goedemorgen meneer Cobben, ik denk dat u nog een beetje droomde. Wilt u koffie of thee bij uw ontbijt?'

donderdag 9 april 2009

Dag Dokter, Dag.


Patient: 'Dokter, ik ben dood'.
Huisarts: 'Weet u het zeker?'
P: 'Weet ik wat zeker?'
H: 'Dat stukje waar u zei 'ik ben dood' weet u dat zeker?'
P: 'Ja. Mijn hart is gestopt. En mijn ademhaling ook. Zelfs mijn neus loopt niet meer'
H: 'Wat hielp de vorige keer ook al weer zo goed? Paracatamol toch? Neemt u dat maar'
P: 'Is dat niet een beetje laat dokter?'
H: 'Hmm.. inderdaad, ik zal wat sterkers voorschrijven, het recept ligt bij uw apotheek'
P: 'dokter, luistert u eigenlijk wel?'
H: 'maak een afspraak via mijn assistente. Of bel als je ongerust bent'
P: 'dokter, u bent eigenlijk een ongelooflijke LUL. En er groeien lange haren uit uw neus, weet u wel hoe lelijk dat is?'
H: 'Ik snap dat je ongerust bent. Neem paracetamol en bel morgen gerust nog eens.
P: 'Dokter, tabee, ik hoop dat er een hemel is, praten we daar verder langs elkaar heen'
H: 'Ik zal zorgen dat er een recept voor iets sterkers bij de apotheek ligt'
P: 'Dat lijkt me geweldig Dok'.

woensdag 8 april 2009

Was ik maar alcoholist. Of zwerver.

'negen van de tien mensen die pancreatitis hebben zijn alcoholist' zegt een mevrouw in een witte jas tegen mij. Dat opent perspectieven, imagotechnisch dan. Welke uitgever zit te wachten op een verveelde kantoorklerk die wel eens een complimentje krijgt over een sinterklaasgedicht of over een stukje in het personeelsblaadje? Geen enkele toch. Maar nu ik pancreatitis heb kan ik mezelf veel hipper positioneren, bijvoorbeeld als manager die de jarenlange druk om zijn targets te halen slechts aankon door regelmatig van de wodka uit zijn bureaula te snoepen en nu een boek heeft geschreven over zijn ervaringen. Of als ondernemer, die om geld te verdienen zo vaak met klanten moest 'winen en dinen' dat zijn alvleesklier het begaf. Daar kan een uitgever wat mee. Ik hoop dat er kopie'tjes bewaard zijn gebleven van de ergste labaratoriumrapporten, die kan ik dan als bijlage bij mijn manuscript meesturen.

'en die overige een op de tien?' vraag ik hoopvol. Met een beetje mazzel zijn dat hoerenlopers, buitenslapers en xtc-slikkers. Dan is mijn kostje gekocht.

'tja, dat is een lang verhaal' zegt de witte jas en er volgt een vrij korte opsomming. Ze eindigt met 'en dan is er natuurlijk altijd de groep waarbij we gewoon de oorzaak niet weten. Maar vanmiddag mag je sperzieboontjes. Neem kleine hapjes, geen overhaast werk, ok?'

Het is maar goed dat die laatste opmerking door niemand gehoord kon worden. Ik moet wel om mijn imago denken.

dinsdag 7 april 2009

Onbegrepen

'Is het dezelfde buikpijn als vanmorgen?' vraagt de witte jas.
Op het programma staat de beslissing of ik morgen van thee overmag naar yoghurt met limonadesiroop. Ik hoop het. Artsen dragen in dit ziekenhuis witte jassen, verpleegkundigen een pastelkleurig jasje, per rang een verschillende kleur. Behalve de managers van de verpleegkundigen, die hoeven geen jasje meer, die dragen een spijkerbroek en overhemd, zo hoog zijn ze in de hierarchie al geklommen. Handig trouwens, dat je hun niet gaat lastigvallen met de vraag naar een een nieuw infuuszakje ofzo, want dan zou je de hele planning van die week in de war kunnen sturen. Stuk voor stuk zijn het schatten, het zal wel aan mijn labiele toestand liggen dat ik hier meerdere malen per dag verliefd wordt.

'dezelfde buikpijn?' herhaal ik de vraag. Zo koop ik wat tijd. Sinds jaren heb ik regelmatig buikpijn. Sinds jaren onderdruk ik dat met paracetamol, of, als dat niet meer gaat, met zwaardere middelen. Ik heb nog geen twee keer dezelfde buikpijn gehad. Of eigenlijk heb ik al jaren dezelfde buikpijn, of spreek ik mezelf nu tegen? Het is in ieder geval dezelfde buik. Maar nu heb ik al vier dagen thee gedronken en water, dus feitelijk is het nu een andere buikpijn, want een andere aanloop. De intensiteit is wel minder, de locatie precies dezelfde, de irritatie erover groter. Lastige vraag dus, of het dezelfde buikpijn is.

'Meneer Cobben?' vraagt de arts. De verpleegkundige legt een hand op mijn knie en schudt om te kijken of ik niet in slaap ben gevallen. Ik open mijn ogen en zeg 'Laten we het er voorlopig maar op houden dat het dezelfde buikpijn is, tenzij dit mijn yoghurtkansen vermindert'.

zondag 5 april 2009

De waarde van een kopje thee

Dit gaat even niet over schrijven, ik ga ook geen gezocht bruggetje naar 'schrijver worden' maken. Het gaat over de waarde van een kopje thee.

Een kopje thee vorige week: plus Euro 0,50
Een kopje thee afgelopen vrijdag: minus Euro 1.000,00
Een kopje thee vanmorgen na lang vasten: plus Euro 1.000,00
Een kopje thee thuis aan de keukentafel (geen idee wanneer dat is): Plus Euro 100.000,= of meer. Doe een bod zou ik zeggen.

Wie zegt er dat emoties geen waarde hebben? Ik nooit meer.

zaterdag 4 april 2009

Wat een bof: pancreatitis

De afgelopen dagen liep ik rond met pijn en nu ben ik in het ziekenhuis. Het ziet er naar uit dat ik hier wel even blijf, ik heb een pancreatitis. Klinkt ongeveer net zo erg als het is.

Ik vraag mijn trouwe fans om begrip, de komende tijd zal ik minder bloggen, denk ik. Ook het manuscript ligt stil.

Bedankt alvast voor de beterschapswensen die ik al ontving. Oh, ja, als je iets leest over pancreatitis, ik ben geen alcoholist.

groetjes,

Michiel.

vrijdag 3 april 2009

Think Big Start Small - ik word webhulpje van Kluun!

Kluun vindt mijn blog leuk. Dat is leuk want ik vind zijn boeken erg leuk. En om het nog leuker te maken nodigt hij me uit om sitewriter te worden van zijn website the Nightwriters.
'Kun je ongeneerd je eigen werk pluggen, schrijvers ontmoeten en je krijgt een backstage pas voor alle Nightwriter bijeenkomsten.' zegt hij. Wereldberoemd in Nederland en niet eens nummeronderdrukking op zijn mobiel.
Webhulpje van Kluun, Herman Koch, Saskia Noort en andere beroemdheden. Denieuwsberichten bijhouden en eens per week zo'n beetje, een stukje van mijn hand publiceren op de website van Nightwriters. Webhulpje, je moet klein beginnen, hoewel ik liever groot begin. Daar komt de eerste mail. 'Webhulpje, wil je voor morgen alvast schrijven dat ze een CD kunnen winnen van Herman Pouderoyen'. Wie? Herman Pouderoyen, die dus. Ik verdiep me in de voor mij onbekende artiest, lul een stukje bij elkaar en mail het terug. Toch wel echt werk. Soort van onbezoldigd eigenlijk. En deze week nog een stukje? En Kluun zit in de kroeg de gevierde schrijver uit te hangen, terwijl ik schrijf. Wat doe ik fout? Oh ja, ik wilde schrijver worden en mezelf uitdagen en onderaan beginnen. Think Big Start Small, dat werk.

Hier is mijn bijdrage:

NIET IN DE WINKEL VERKRIJGBAAR, BIJ NIGHTWRITERS TE WINNEN
Herman Pouderoyen is een singer songwriter wiens liedjes zijn voorzien van teksten die wij Nightwriters zo goed vinden, dat het ons vorig jaar heeft doen besluiten om voor het eerst in haar bestaan deze liedjesschrijver tot het gilde der Nightwriters te laten toetreden. De nieuwste CD van Herman heet ‘Niet in de winkel verkijgbaar’ en werd 28 maart bij Nightwriters gepresenteerd. De cd is, inderdaad, niet in de winkel verkrijgbaar, maar uitsluitend via
www.nietindewinkelverkrijgbaar.nl. Twaalf nummers waaronder een zeer eigenzinnige bewerking van Brel's Les coeurs tendres, Harten, een ode aan de Utrechtse Hardebollenstraat en een liefdeslied voor Sylvia Kristel. En, voor doorgeluisterde Pouderoyen-fans, gouwe ouwen als De Lust en Goede Vriend in nieuwe jasjes. Wij van Nightwriters geloven dat deze CD een groot succes wordt, ondanks de gebrekkige verkrijgbaarheid. De directie van Nightwriters keek Herman vriendelijk aan en jawel, we mogen een paar CD’s weggeven, 3 om precies te zijn. Dit is wat je er voor moet doen: Volgens Herman zelf kan iedereen na het beluisteren van zijn CD vriend van vijand onderscheiden, lees maar na op zijn website. Waardevol CD’tje dus. Maak de slagzin af en leg uit waarom jij dat onderscheidend vermogen moet aanscherpen. Kies je altijd de verkeerde vriendjes, de verkeerde baan of reïncarneer je steeds in het verkeerde lichaam? Mail je antwoord naar info@nightwriters.nl en win de CD.

Ik wil vriend van vijand kunnen onderscheiden en dus die CD van Herman Pouderoyen hebben, omdat …

donderdag 2 april 2009

Auw, mijn oor.

Wouter Bos heeft niet gereageerd op mijn blog. De CPNB heeft mijn sollicitatie om directeur voor een halve dag per week te worden niet au-serieux genomen. Mijn schrijfseltjes worden vooralsnog bijna nergens afgedrukt. De statistiekmeter van mijn blog voelt zich als een Ferrari op een woonerf, ver van het verkeer en veel te zwaar opgetuigd. En ik voel me als Van Gogh, met dit verschil dat Van Gogh geen idee had dat hij na zijn dood wereldberoemd zou zijn.

Binnenkort snijd ik mijn oor af. De helft van wat ik in het dagelijkse leven hoor is overbodig en de andere helft gaat het ene oor in, en direct het andere uit. Ik sla dan twee vliegen in een klap: mijn genie wordt erkend door de Nederlandse literaire wereld en luisteren, mijn zwakste karaktereigenschap, zal met een oor ineens veel beter gaan.

Mijn oor zal ik dan tot moes laten malen en dan vraag ik aan de drukker van mijn debuutroman deze door de letterinkt te mengen. Zo word mijn eerste druk een ware collector's item, wat niet toevallig de naam is van de band op de middelbare school waar ik, geheel onbezoldigd, stickers voor plakte op het schoolplein en op lantarenpalen in de buurt. Met de basgitarist en de saxafonist zat ik na afloop van een optreden in Zaal Prins Jan d'n Urste te Gemert te dromen van eeuwige roem. Ik zal de eerste zijn die het bereikt, zij volgen vast snel.

.... ik ga vanavond maar eens vroeg naar bed. Inderdaad, op een oor liggen, ha ha, goeie van u zeg.

woensdag 1 april 2009

schrijver worden of schrijver zijn

A.S., die zich DNA verwant van M. noemt en dat waarschijnlijk ook is, schrijft me dat hij denkt dat Mulisch nooit een blog genaamd 'schrijver worden' zou beginnen. Een blog is 21-e eeuws en bovendien Mulisch werd geen schrijver, hij was het. Ok, daar gaan we weer, to be or not to be:

Even vooropgesteld: ik ben geen Neerlandicus, verbeter me gerust, maar volgens mij zit het zo: Ik word blij van het zonnetje dat nu eindelijk schijnt of ik ben blij met het zonnetje dat nu eindelijk schijnt. Het verschil zit hem in de tijd. Worden is de onvoltooide vorm van zijn of eigenlijk is zijn de toekomende vorm van worden. Worden is in deze definitie dus iets definitiefs, want zonder worden geen zijn en vice versa. 'Ik word blij' dat betekent dat je het ook echt gaat zijn. De drankjes worden verzorgd door de firma Jansen, dus er is drank. U wordt verzocht uw mobiel uit te zetten tijdens het vioolconcert. Stel u doet het toch en u verweert zich door te stellen dat er niet bij stond wanneer dat verzoek aan u gedaan zou worden. Leuke discussie, maar die verliest u. Ik word niet goed van dit getaalmuggezift, ik ben dus niet goed geworden.

Mulisch zou, volgens A.S. die een diepe kennis van Mulisch schijnt te bezitten, wat ik niet wist, ik wist alleen dat A.S. vaker moet trainen wil hij me bijhouden op de fiets, die Mulisch dus, die zou nooit zeggen dat hij schrijver wordt, hij is schrijver, altijd geweest ook. Goed punt, ik sta even met de mond vol tanden, oftewel, typ even niet automatisch door nu. Ik peins even...

... ja, daar ben ik weer. Het zit zo. Mijn blog heet schrijver worden omdat ik er dus geen seconde aan twijfel dat ik het ook ga zijn, daarmee toon ik aan over 'nergens op gebaseerde, positieve zelfevaluatie' te beschikken, volgens A.S. broodnodig om schrijver te worden en ik ben het met hem eens. Ik vind, zodra je professioneel geld met schrijven verdient ben je schrijver, tot die tijd word je schrijver. Mijn blog had misschien beter professioneelschrijverproberenteworden.blogspot.com kunnen heten. Als ik geld verdien met schrijven, dan zal ik de naam van mijn blog veranderen in schrijverzijn.blogspot.com. Hoe ga ik er geld mee verdienen? Voor geinteresseerden die willen betalen voor het lezen van mijn onzin, mijn rekeningnummer staat open voor donaties, liefst groot.