woensdag 28 april 2010

De Reünie (3)

'Hoe is het met U?' vraag ik aan P. de geschiedenisleraar die dus geen steek is veranderd.

Helaas vertelt hij niet de anekdote hoe ik de eerste leerling werd die hij bij naam kende. Het was zijn eerste ochtend, de schoolvakantie was afgelopen, M. en ik hadden ons zwijgende fietstochtje er net op zitten (zie blog gisteren) en P. kwam aanlopen. Een hagelnieuwe lederen tas, een blije, nog onbedorven leraarsblik op het gebruinde Limburgse gezicht. Hoe wij wisten dat het P. was? Geen idee, dat was niet relevant, die informatie stond in het groepje waar ik bij stond bij de ingang van het gebouw niet ter discussie. Hij had de leeftijd van een leraar, was nieuw en dus was het P. Kon niet anders.

'Bent u meneer P. de nieuwe geschiedenisdocent?' vroeg ik.
'Jazeker en vast wel' zei hij, want docenten gebruiken altijd het liefst veel woorden en P. was geen uitzondering.
'Mijn naam is Michiel Cobben' zei ik 'U bent hier nieuw, dus dan weet u dat alvast.'

Helaas begint hij er niet zelf over en het gaat een beetje te ver om sterke verhalen uit het verleden te gaan vertellen waarin je zelf de rol van schavuit speelt. Niettemin is het een aangenaam gesprek. P. is een man waar ze het woord 'rust' voor uitgevonden hebben. Als Limburger had hij misschien beter pastoor kunnen worden, er gaat van zijn hele verschijning een sterk zalvende werking uit.
'Waarom hebben ze u eigenlijk rector gemaakt?' vraagt E., een oud klasgenoot die ook is aangeschoven.
'Ik denk dat ze om zich heen hebben gekeken en geen betere kandidaat aantroffen' antwoordt P.
E. neemt wonderwel genoegen met dit antwoord.

'Jullie waren een mooi jaar' zegt hij nog en ik zie dat hij het meent. Hij zal het nog een paar keer zeggen tegen andere mensen uit andere jaren en ook dat meent hij. Dan, net als P. verder schrijdt, haakt M. haar arm in de mijne. M., oogverblindend mooie M., verreweg de mooiste vrouw van de school en omstreken. Ik weet alleen nog dat ze in Leiden is gaan studeren en dat ze nog steeds de blikken van alle mannen trekt.
'Hoe is het met je broer?' vraagt ze.

Dat is jammer,dat ze niet naar mij maar naar hem vraagt. Maar het werd een interessant gesprek. Morgen meer.

4 opmerkingen:

  1. Jeetje P......
    Die heb ik vaak soort van 'onvrijwillig' bezocht in die tijd.
    Tja......op dromers was de school niet altijd gebouwd, ze werden niet altijd begrepen. Toch?
    Groetjes,
    M.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Komt er ook nog een blog over die leuke man die vraagt: hoe is het toch met die vreselijk knappe, interessante, leuke zus van je, die met die krulletjes, waar ik jarenlang hopeloos verliefd op ben geweest maar die mij niet zag staan waardoor ik mijn liefde moest sublimeren, mijn energie in mijn carrière heb gestopt, multimiljonair ben geworden en haar alsnog wil bedanken met een miljoentje?

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Met die man zit ik nu in France, zus. (toch?)

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Birgit: Ik hoop het voor je.
    Margriet: Ook jij bent een dromer, welkom bij de rest.
    M.: De wereld is gebouwd op dromen, maar helaas weet niet iedereen dat.

    BeantwoordenVerwijderen