dinsdag 27 april 2010

De reünie (2)


Het is gesprekje nummer zeven van de avond, het gesprek waar ik me vooraf het meest op had verheugd. Ze is eigenlijk geen spat veranderd, terwijl ik haar bijna dertig jaar niet had gezien. U zegt dat dit onmogelijk is? Bezoek een reunie van uw middelbare school en u weet dat het wel kan.

Ze vraagt me waarom ik altijd zo stil was op de fiets. Ze woonde ook in Woensel en als ik haar 's-ochtends voor me zag fietsen versnelde ik. Zag ik haar niet dan hield ik in, in de hoop dat ze me zou inhalen. Zat ze ver achter me dan deed ik alsof mijn tas loszat onder mijn snelbinders, ik stopte en rommelde wat en als ze eraan kwam ging ik naast haar fietsen. Terug liep dat makkelijker want we waren vaak tegelijk uit en moesten dezelfde kant op. Zag ik haar in de fietsenkelder, dan morrelde ik net zo lang aan mijn slot totdat we tegelijk de fietsenkelder uitkwamen. Ze had een omafiets met een loszittend spatbord over moeten nemen van haar oudere zus en liep regelmatig een lekke band op. Dan moest ze met de fiets lopend naar huis en aangezien dat saai voor haar was stapte ik af en liep ik met haar mee. 

Dat was overigens niet minder saai, want we zeiden niets. Misschien zeiden we 'Hoi' als we elkaar zagen, of  'doei' als ik bij mijn huis aankwam en zij nog een stukje verder door moest. Maar meer zeker niet.

Het duurde denk ik wel twee jaar. Ik keek graag naar haar bruine krullen en spitse neus. Ze brak mijn hart toen ik hoorde dat ze met R. ging. R. was een oudere leerling met een brommer. Geen partij voor mij en ik vermoed dat hij wél iets tegen haar zei, wat in de liefde op een bepaald moment toch echt nodig is.

'Wat was je toen toch altijd stil. Waar dacht je aan?' vroeg ze zaterdag en ik zei: 'Oh, ik droomde gewoon maar wat'. Weer was het een paar seconden stil, alsof we weer op de fiets zaten. Ik realiseerde me dat de stiltes van destijds niets met mijn leeftijd  te maken hadden, het kwam door haar.
'Dromen? Waarover?' vroeg ze.
'Over jou met name' antwoordde ik.
Ze lachte hard.
'Dat dacht ik al' zei ze en haar krullen (zijn die nog echt?) schudden.
'Ik was ook een dromer' bekent ze. 'twee dromertjes, dat was nooit wat geworden, dus wees maar blij. Droom je nog steeds zo veel?' vraagt ze.
'Ja, tegenwoordig schrijf ik mijn dromen zelfs op, kijk maar eens op mijn blog' antwoord ik.
Ze doet alsof ze de URL van mijn blog onthoudt en zegt dat ze naar huis moet.
'Ben je op de fiets?' vraag ik nog.

Maar ze is met de auto en gaat al vroeg weg, ze moet nog zo'n 150 kilometer. Dat is wat lang om in stilte naast te fietsen, dus zwaai ik haar gedag.

En dan zie ik geschiedenisleraar P. Geen steek veranderd. Geen steek, ik zweer het .... (morgen meer)

3 opmerkingen:

  1. Inderdaad bijzonder die snelkookpan van ontmoetingen op een reünie. Het brengt herinneringen uit lang vervlogen tijden naar boven. Een leuke tijd, bijna vergeten, en dan opeens..... is er de reünie.
    Leuk die oude dromen. Ik ben benieuwd naar wat de rest van de week aan mooie verhalen brengt. En natuurlijk wie ik er allemaal in herken ;-)

    Groetjes M (om maar in de lijn van de verhalen te blijven)

    BeantwoordenVerwijderen
  2. M., het was inderdaad een snelkookpan, mooie vergelijking. Leuk dat je reageert, vandaag was jij het onderwerp van de blog, morgen geschiedenisleraar, later rector, P., dat is alvast een makkelijke om te raden.
    groetjes,
    andere M.
    p.s. lekker blijven dromen!!

    BeantwoordenVerwijderen
  3. zal ik zeker doen, daar heb ik ondertussen mijn 'beroep' van gemaakt !!
    groetjes,
    M.

    BeantwoordenVerwijderen