'Pap, waar moeten allemaal liggende streepjes in het woord trwasankatrevendiesneuf?' vraagt zoon J.. Ik voel me vereerd. De momenten dat door 12, bijna 13 jarige zoon J. aan mij nog iets gevraagd wordt, zijn tegenwoordig zeldamer dan een sneeuwloze dag in februari. Dan tel ik even niet mee de vragen 'Pap, wil je me beltegoed geven want het is opeens op?' of 'Pap, wil je me naar voetbal brengen want het sneeuwt?' of 'Pap, waarom krijgt iedereen in de klas meer zakgeld dan ik?'. Deze laatste drie vragen rangschik onder 'de vragen die zoon J. uit eigenbelang stelt'. De eerste vraag valt in de categorie 'de vragen die hij stelt omdat hij denkt dat ik het weet'. De vragen uit pure interesse, bijvoorbeeld 'Pap, hoe was het op kantoor?' die zijn al zo lang uitgestorven, daar heb ik geen categorie meer voor.
'Ik heb geen idee' antwoord ik 'Staat het niet ergens in je boek?'
'Ja maar, jij weet het toch?' zegt hij. Ik kijk hem even aan. Vol ongeloof begint hij zich te realiseren dat hij iets aan het leren is dat ik of allang vergeten ben of waar ik nog nooit iets over geweten heb. Ik dacht dat het eerder deze week al ging gebeuren toen ik Latijnse abracadabra aan het overhoren was, maar blijkbaar heb ik me daar nog strak doorheen gebluft. Mijn standbeeld wankelt nu, het zwaartepunt bevindt zich bijna buiten het steunpunt op de grond, maar met een ruk trek ik het recht.
'Ik kan het jou nou wel gaan uitleggen' zeg ik 'maar dan leer je weer niks. Pak je boek, zoek het op en onthoudt het nou maar zelf'.
Oef, ik sta nog op mijn sokkel. Maar voor hoe lang nog?
Briljant stukje!
BeantwoordenVerwijderenGr JPUK
Dit zijn inderdaad wat mij betreft de leukere stukjes.
BeantwoordenVerwijderenDank u, dank u. Ik zal u beiden voordragen als uitgever bij De bezige Bij!
BeantwoordenVerwijderen