donderdag 1 juli 2010

Ze dansen de samba op het sambaballenbal.

Ik hoor er al steeds meer bij, bij dat hele Nederlands elftal gebeuren. Eergistermorgen kwam Bert Van Marwijk zelf naar me toe, een dik boek onder zijn arm.
'Lees dit' zei hij en hij liep weer door.
Een korte opdracht, maar toch, dé bondscoach sprak tegen me, sterker nog, hij gaf me een opdracht. Er is dus sprake, overduidelijk zelfs, van een gezagsverhouding. Ik ben dus officieel erkend medewerker van het Nederlands elftal.

Ik dook het boek in. Het was een taaie verhandeling over de antropologische verschillen tussen de verschillende culturen van Brazilië, geschreven door een hoogleraar te Leiden. 243 pagina's, geen plaatjes. En dat moest ik lezen, terwijl ik op mijn nachtkastje de nieuwste Harlan Coben open had liggen, nota bene op een van de spannendste pagina's.

Maar goed, alles voor het nut van het algemeen. Enkele uren later kwam de bondscoach, met in zijn kielzog de twee assistenten Philip Cocu en Frank de Boer, bij me.
'Gelezen?' vroeg hij.
'Jawel, hooggeëerde heer, bij wie ik me de kleinste mens ter wereld voel en waarbij het een eer is dat ik in zijn schaduw mag verblijven'
'En?' vroeg hij weer.
'En wat?' vroeg ik, ietwat van mijn a propos.
'En wat!' herhaalde hij schreeuwend. 'In dit boek staat het antwoord op de vraag hoe wij de Braziliaan moeten verslaan en het enige wat jij zegt is 'en wat' met je druilerige visseogen en je scheve bleke bekkie.'
Hij pakte het boek, sloeg het ergens in het midden open en wees een zin aan.
'Lees voor, druiloor' zei hij.
'Jawel, heer' zei ik en ik las voor: 'De overeenkomst tussen alle Braziliaanse volken is dat ze van muziek houden, bij voorkeur de samba. Als een Braziliaan ergens de samba hoort, blijft hij het liefst de hele nacht op om te dansen. Dat ze de dag erna moe op het werk verschijnen nemen ze op de koop toe.

Frank de Boer en Philip Cocu haalden ieder een sambabal achter hun rug vandaan en gaven die aan me. De bedoeling was me meteen duidelijk en sinds die tijd sta ik, nu dus al meer dan 36 uur, bij de poort van het hotel waar de Brazilianen slapen met mijn sambaballen te zwaaien terwijl ik zing:
'We dansen de samba, we dansen de samba, we dansen de samba op het sambaballenbal'.

De rest van de tekst is me helaas ontschoten. zodat het wel een beetje saai wordt. Maar ik doe het graag, wetend dat de Brazilianen nu al 36 uur onafgebroken aan het dansen zijn in de lobby, het is immers een samba. Dat ze morgen moe op het veld verschijnen nemen ze op de koop toe, maar ons komt het niet slecht uit.

Op naar de finale, dankzij de samba!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten