zaterdag 24 juli 2010

De Catalaan

Halverwege de helling stond hij: de Catalaan. Niet verwonderlijk, ik ben in Catalonie en dan kan het gebeuren dat je iemand tegenkomt die hier geboren en getogen is en dus als Catalaan aangemerkt kan worden. En zeker als je een eindje gaat fietsen door dorpjes waar geen toerist komt, dan neemt die kans toe. Dit was echter niet een Catalaan, dit was dé Catalaan besloot ik. Ik baseerde dat op het stokbroodje onder zijn arm en de langzame doch zelfverzekerde tred waarmee hij zich over de stoep voortbewoog. Ik schatte hem in de tachtig, donkere ogen, doorgroefd gezicht, een sigaret tussen de lippen. Zo’n Catalaan waarvan je achteraf zegt dat je er een foto van had moeten maken. Wat je toch niet durft, want je wilt zo’n Catalaan niet in verlegenheid brengen.
Ik kneep in mijn remmen en vroeg de weg naar Llauro. Ik wist exact waar Llauro ligt. Op mijn fiets heb ik een apparaat gemonteerd dat om de seconde een signaal ontvangt van zeven satellieten, dit vertaalt in een centimeternauwkeurige plaatsbepaling en deze informatie, naast mijn hartslag, snelheid, aantal pedaalslagen per minuut en afgelegde afstand toont op een displaytje dat aan mijn stuur vastzit. Ik wist beter dan wie ook waar Llauro ligt maar wilde in gesprek komen met de Catalaan. Een vuurtje vragen leek me wat vreemd overkomen, de zweetdruppels bungelden aan mijn neus en mijn hartslag was al 42 minuten niet onder de 150 geweest. Dus dan maar de weg.

‘Pardon Monsieur, ou est Llauro?’
‘Hun, sepah millofrang spero?’ antwoordde de Catalaan.

Oeps, ik was vergeten dat echte Catalanen uitsluitend Catalaans spreken en laat dit nou net een van de weinige Europese talen zijn waar ik geen woord van beheers. Ik pakte mijn bidon en nam een paar slokken water.

‘Llauro?’ vroeg ik en ik wees met mijn vinger de verkeerde kant op. Zo gaf ik hem de kans mij de juiste weg te wijzen. Dat zou hem een goed gevoel geven deze Catalaan. Na jaren van onderdrukking door Madrid en Parijs gun je dat zo’n man.
“Auoh?’ vroeg hij.
Ik besefte dat de dubbele L van Llauro in het Spaans en dus waarschijnlijk ook in het Catalaans, uitgesproken wordt met een J.
‘Jauro?’ vroeg ik en ik spelde ‘El, El, A, U, Erre, O.’

Hij keek me aan alsof ik van een andere planeet kwam. Zou deze man eigenlijk wel kunnen spellen? Hij riep nu een andere Catalaan erbij die, tergend langzaam, vanaf de andere kant van de straat kwam aanwandelen. Ik zag dat mijn hartslag terugzakte en ik voelde dat mijn beenspieren afkoelden. Mijn fietsritme was ik kwijt en dat was lastig, want ik moest nog een eindje. Naar Llauro om precies te zijn.

De tweede Catalaan kwam aangelopen, hoorde mijn vraag, wees op een verkeersbord en zei in het Engels.
‘Sir, look at the sign. Llauro is to your left, eleven kilometers after Fourques’

De twee mannen keken elkaar aan en begonnen wat te lachen, om zoveel domheid. Welke gek gaat er in deze hitte in een belachelijke ballenknijper op een fiets zitten en kent de weg niet eens? Ik stapte op en probeerde mijn ritme weer te vinden. Stomme kutcatalaan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten