maandag 29 augustus 2011

Een paar handige tips voor een maandag in Augustus

Tip 1: Twitter nooit dat je met vakantie bent. Of schrijf erbij dat een hongerige pitbull je huis bewaakt. Pas het toe, ik heb het zelf op de andere manier geleerd. Ik twitterde dat ik op vakantie was en dieven zijn in mijn huis geweest. Gelukkig waren het niet zomaar dieven, het waren dieven met smaak. Wij vermoeden dat ze de sieradenvoorraad van mijn vrouw doorgenomen hebben en alles beneden een bepaalde liquide waarde hebben laten liggen. Een dure, handgemaakte ring is weg, het prulletje waarmee ik haar voor de eerste (niet de laatste) keer versierde was nog aanwezig, net als de oorbellen die onze jongste gemaakt heeft op de kleuterschool. Ik krijg de neiging om de dieven een bedankmailtje te sturen, maar ze lieten slechts een gebrekkig voetstappenspoor en al bijna geen vingerafdrukken achter. Laat staan een email adres.

Tip 2: Ga eens kritisch door je boekenkast en besluit welke boeken je echt nooit meer gaat lezen. Verkoop ze volgens op internet via bol.com. Dat werkt snel en levert echte Euro's op.

Tip 3: Ga dan uiteraard niet de boeken die je hebt verkocht ter afscheid lezen. Ik zit al een half uur door Bill Bryson's boek: 'Een kleine geschiedenis van bijna alles' te bladeren. Het effect is dat ik spijt krijg van mijn opruimwoede, het is best een grappig boek en ooit heb ik het de moeite waard gevonden er geld aan uit te geven. Ik lees nu dat de aardkorst veel dunner is dan ik ooit dacht en dat wetenschappers veel minder weten dan ze ons doen geloven. Het spijt me ook voor Bill Bryson. Als ik zijn boek niet als tweedehandsje had aangeboden, zou de koper misschien wel een nieuwe aangeschaft hebben. En ondertussen bijt Bill ergens op een houtje, zonder royalties kan hij dit jaar misschien wel geen cadeautje voor de verjaardag van zijn vrouw kopen. Misschien is Bill van de armoede wel dief geworden en jat hij andermans cadeau'tjes.

Tip 4: Schrijf op je blog dat je morgenavond niet thuis bent en dat er een waardevol boek van Bill Bryson uit je huis te jatten valt. Het zit in een plastic zakje van de HEMA en ligt op het keukenaanrecht, te wachten op vervoer naar het postkantoor.

vrijdag 19 augustus 2011

Ik draai rondjes om die hele Gesink

'Ja, goedendag mevrouw van de Rabobank. Wilt u mij zonder vertraging doorverbinden met De Breuk?'
'...'
'De Breuk, mevrouw, is één van de belangrijkste figuren binnen uw onderneming, zo niet de belangrijkste. Ooit werd hij vijfde in de Tour en tegenwoordig is hij ploegleider van uw pro-tour wielrenteam. Kijkt u maar even in uw telefoonklappertje onder Erik Breukink. Staat hij daar niet, kijk dan bij de H van Held, of de G van Grootheid'
'....'
Dat kan ik eigenlijk alleen aan hem vertellen, maar vooruit, ik gun u ook uw plekje in de geschiedenis van de Vaderlandse wielersport. Ik heb een groot talent voor de ploeg ontdekt: Mezelf. Zie u, zes jaar geleden reed ik voor de eerste maal de ATB route Neulous, Laroque, La Vallee Heureuse. Dat was geen succes, al wil ik er wel bijzeggen dat ik op een fiets van 150 Euro, aangeschaft bij de firma Auchan reed. Ik kwam meer dood dan levend terug. Maar gisteren, mevrouw, gisteren danste ik als een jonge god over de keien en zwierde ik met een bloedgang over de rotsblokken. Een kleine 30 kilometers, 1100 hoogtemetertjes en geen asfalt ertussen he, geen meter! Ok, ik moest een beetje zweten, 's-avonds was ik iets stiller dan anders, maar ik ben een ultratalent, nog vijf jaar zo doortrainen en ik draai rondjes om die hele Gesink. Dus verbind me door met De Breuk, zeg maar dat er een potentiële toerwinnaar ...'
'....'
'Het lijkt me juist bij uitstek een taak voor de helpdesk. Jullie zijn er toch om te helpen? Zal ik mijn hartslagschema van de track even mailen? Wat is uw ...?'
'...'
'Hallo? Hallo?'

woensdag 17 augustus 2011

Eindelijk: vakantiegevoel

Het duurde even, maar daar was het dan: het onvervalste vakantiegevoel. Want wat Internet, de Europeese Unie en Google ons ook brengen, ook tegenwoordig, meestal onverwacht, kan je ook zonder moderne vindingen plots een ouderwets, nostalgisch, waarachtig vakantiegevoel krijgen. Vanmiddag was ik eindelijk aan de beurt en mocht ik me laven in deze heerlijke, oprechte emotie.
Toen wij vroeger na een autorit van drie dagen - stoned van de Fruittella's - in Zuid Frankrijk aankwamen was de structuur van de bekleding van de autostoelen nog dagenlang zichtbaar op onze doorzwete ruggen. De Menukaarten waren er in het Frans en we kozen willekeurig een gerecht. De kaas, yoghurt en de broodjes en eigenlijk alles smaakte anders. Na een paar weken was je terug en kocht je een krant om te weten wat er in de rest van de wereld was gebeurd. Op het grote bedankbord in de vertrekhal van het treinstation in Engelberg, Zwitserland stond in alle Europeese talen 'Merci, Au Revoir'. In het Nederlands stond er 'Bedankt en Tot Zjens'. Zelfs een foutloze vertaling was ons niet gegund in den vreemde.

Das war einmal. In de Franse afhaalbalie van de camping zag ik een Engelsman de namen van de gerechten op de Franse Menukaart in zijn I-Phone toetsen. Overbodig, want de menukaart was in zeven talen foutloos op de muur geschilderd. Waarschijnlijk wilde hij indruk maken, maar ook dat mislukte, die App kende ik allang.

Maar dan, een poster aan de muur, met een aankondiging voor de animatie van de avond. Niet zomaar een poster, een joekel van enkele vierkante meters. Met daarop een vertaling die mij deed terugdenken aan de tijden van weleer en het vakantiegevoel ouderwets liet opvlammen. Hier was een Franse postermaker aan te pas gekomen, die over een slechte lijn met een verre kennis in Nederland had gebeld voor een vertaling. En hij heeft het in Giga letters opgekalkt. 'Merci et Au Revoir' zeg ik tot hem, oftewel - 'Bedankt en tot zjens.'

Dit staat er in het Nederlands. Wat was de originele Franse zin die hier is vertaald?
Geef je antwoord onder 'reacties' en ik neem een lekkere fles Banyuls voor de eerste goede inzender mee!!



vrijdag 12 augustus 2011

Café des Artistes

Als ik ooit een café begin - ik denk er niet aan, maar fantaseer er wel over - dan noem ik het Café des Artistes. De meeste dorpscafés, zeker die in Frankrijk, draaien op oude mannetjes die er hun pensioen omzetten in Pastiche. Ik gun het ze van harte, bovendien zou Frankrijk niet half zo schilderachtig zijn als er niet in elk dorp een café is waar de oude mannetjes Pastiche drinken.

Maar dat is niet het soort café dat ik wil exploiteren, mijn inspiratie komt van Café des Artistes in Laroque des Alberes, dat ondanks zijn imposante naam een heel gewoon dorp is, bekend van zijn, ja van wat eigenlijk. Laten we het er maar op houden dat het bekend is vanwege zijn typische Catalaanse dorpskern, die inderdaad typischer is dan menig andere dorpskern hier in Frans Catalonië.

Ik ben er al vele malen langsgefietst, onderweg om mijzelf en mijn longen te testen op de flanken van de Alberes. Ik ben er nog nooit binnen geweest, maar het moet er fantastisch zijn. Chansonnières en troubadours die er voor de muziek zorgen, een onontdekte Picasso of Dali die er een tekening maakt om zijn rekening mee te betalen, een schrijver in de hoek die het bekijkt ter inspiratie.

Het nadeel van dit Café des Artistes, althans voor mij, is dat het op 3 kilometer van het startpunt van mijn fietsroute ligt en ik dus geen enkel geldig excuus heb om er binnen te lopen. Zo snel na het starten van een trainingstocht heb je nog geen behoefte aan revitalisering.

Maar vandaag laat ik me sturen door de gedachte dat een rol als uitbater van een klein Frans café mij eigenlijk op het lijf is geschreven en ga ik er toch naar binnen, als voorbereiding op mijn toekomstige nering. Buiten giet ik mijn bidon leeg en ik loop naar binnen met de vraag om siroop en water. Ik verheug me op het artistieke gezelschap en zet me schrap voor de confrontatie met een etablissement vol talent.

Binnen kijkt een ober met een buik als een bowlingbal me aan. Hij slaat met zijn vaatdoek een paar vliegen van de bar en vult mijn bidon. Ondertussen kijk ik om me heen. Het Café des Artistes is leeg. Of toch niet, op het terras in de schaduw van een grote Lindeboom zitten twee oude mannetjes. Ze lengen hun glas Pastiche met water. Eentje steekt een sigaret op en rochelt wat slijm op. Ik ben geen dokter, maar als ik hem zo hoor denk ik dat hij niet lang meer heeft.

donderdag 11 augustus 2011

Bonjour,

Bonjour, ik noem mezelf Toby. Ik denk niet dat u mij kent, ik weet eigenlijk vrij zeker dat u mij niet kent, er zijn niet zo heel veel mensen die mij kennen. Iemand die mij kent is de vrouw bij wie ik woon. Door mijn kale staart en de plekken achter mijn oren aait ze mij nooit, maar ze weet wie ik ben. De man met de dikke buik weet ook wie ik ben. Als het donker wordt en hij zijn glazen Banyuls op heeft en ik om mijn vriendjes roep hier in de vallei, dan schopt hij me. Liever word ik geaaid, maar ik ben niet een hond die geaaid wordt, ik word geschopt. De man en de vrouw hebben een kind, zij kent mij ook, maar als ze mij wil aaien, roept de vrouw 'Non!' en dan moet ik we weer krabben of langs het hek schuren. Verder kent niemand mij.

Er loopt een zwarte Barbet achter het hek. Ook zij kent me nu, want ik heb al een aantal keren tegen het hek geplast. Ze ruikt eraan en ze kwispelt. Het hek staat open, ik ruik aan haar en ze is er klaar voor. Ze kent me en ze wil me. De kinderen die achter het hek wonen trekken aan een lijn die ze om haar nek hebben gebonden. Ze is mooi, zachte zwarte krullen, natte neus en ze ruikt naar, ze ruikt naar, ze ruikt naar.... Ik weet het niet, ik ben Toby, bijna niemand kent mij, verwacht van mij geen poëzie. Maar ik ruik haar en ik wil haar en ze wil mij, ik grom naar de kinderen en ik blaf, nog even en iedereen in de vallei zal het over mij hebben. Toby? Dat is die blonde die het met die stadse Barbet uit Parijs of Amsterdam gedaan heeft. Die held, wie kent hem niet? Zie hem daar liggen in de zon. Denk niet dat hij te lelijk is, of niet snel genoeg, hij heeft vriendinnetjes in heel Europa en als hij de juiste geur ruikt, kan hij het en doet hij het.

Auw! De man schopt me en haalt mij weg. Hij schopt me, hoewel hij nog niets heeft gedronken. 'Excusez' zegt hij tegen de kinderen, maar waarom? Ben ik te lelijk voor een Barbet? Waarom mag hij wel en ik niet? Of dacht hij dat ik blind was? Als hij vanavond ligt te slapen, bijt ik hem in zijn pik, kijken of hij dan nog zo lacht zoals hij nu doet. Tot die tijd blijf ik in de buurt van het hek, ik wil haar en zij wil mij en ik wacht net zo lang tot ze weer naar buiten komt. Ik noem mezelf Toby en uiteindelijk zullen ze weten wie ik ben.