dinsdag 26 juli 2011

dat lijkt maar zo.

Dit was dus een moment waarop ik het goed kon gebruiken. Vrouw weg, zoon weg en ik ben met  puberdochter en haar jongere zusje op stap. Hun ideale dagprogramma begint en eindigt met het kijken naar schermpjes op TV, laptop of i-pod. Ik wist niks beters te verzinnen dan een fietstocht met pannekoek. Ik won, dankzij mijn onovertroffen overtuigingskracht.
'Pap, ik verveel me' zegt de een. We zijn, na een voor mijn doen veel te korte fietstocht, net gaan zitten en moeten nog bestellen. De ander staart naar buiten.
'Laten we gezellig wat kletsen' stel ik voor.
'Hebben we al gedaan' krijg ik te horen.

In pannekoekenrestaurants zijn de serveersters altijd studentes die tot diep in de nacht stappen en 's-ochtends met hese stem bestellingen opnemen. Ze nadert ons beregezellige tafeltje, neemt het af en kijkt me aan. 'Met zo een zou ik het niet kunnen', denkt ze, denk ik. En dat is dan weer zo'n moment waarop ik het prima kan gebruiken. Een t-shirt met de tekst: 'Ik ben niet saai, dat lijkt maar zo.'

maandag 25 juli 2011

Zo mag je natuurlijk niet denken.

Voor wie mij nog niet kent, ik ben een middelmatige zakenman, een aardige huisman, een onontdekte schrijfman en meestal ook een redelijk tevreden man, maar zekers te weten geen terroristenman. Maar die gekke Noor die zei dat misschien ook wel allemaal over zichzelf en op zijn facebook foto (zie boven) valt alleen dat vreemde sikje op. Zijn mede-Noren vonden hem hooguit zonderling en ietwat schuw in het menselijk contact. Dat geldt ook wel voor mij en voor meer mensen die ik ken. Voor jou misschien?

Toch heb ik nog nooit op het punt gestaan om mijn mitrailleur te pakken (die heb ik overigens niet) en mensen die mijn politieke kleur niet hebben één voor één neer te knallen. En ik hou van mijn auto, mijn ouwe trouwe Volvo met gebarste buitenspiegel, de vlek van onze kotsende hond is er nooit helemaal uit verdwenen en er ligt nog een zakje drop voor noodgevallen onder de stoel van de bijrijder. No Way dat ik mijn vier wielen prijsgeef door er een bom in te plaatsen om die voor het gebouw van mijn vijand af te steken.

Wat ik wel doe - en ik weet niet of het strafbaar is, vandaar dat ik het pas in deze laatste alinea schrijf - is fantaseren. Als ik terrorist zou zijn, dan wilde ik natuurlijk wel een hele goede zijn. Waarom een bom in een verlaten kantoordistrict? Waarom schieten in een omgeving waar mensen weg kunnen zwemmen of zich kunnen verstoppen achter bomen? Zo mag je natuurlijk niet denken, maar ik weet bijna zeker dat iedereen fantaseert over wat er een maximale impact zou hebben. Een bommetje tijdens een etappe van de Tour levert ongeëvenaarde beelden en publiciteit, een mitrailleur in een voetbastadion heel veel slachtoffers. En wat zou je met een kerncentralle allemaal kunnen? Brrr, ik zei toch dat je zo niet mag denken. Kap ermee !!

vrijdag 22 juli 2011

Vlekje


Er zit een klein zwart vlekje onder de nagel van mijn linkerringvinger. Hoe klein? Het vlekje is zo klein dat je het pas ziet als je, zoals ik, met de punt van de passer van een van je kinderen je nagels aan het schoonmaken bent. Mogelijk had je er ook achter kunnen komen als je je handen op een lichtbak legt en je nagels gaat inspecteren. Maar ik was niet aan het spelen met een lichtbak, maar met een passer. Die lichtbak haal ik erbij om aan te geven hoe klein het zwarte vlekje is.

Met de punt van de passer wil ik het zwarte vlekje weghalen. Dat valt niet mee, want het zit onder mijn nagel tegen het vel aan. Had het midden onder de nagel gezeten, dan had ik gewoon de nagel kunnen knippen om van het vlekje af te zijn. Of met de passer het vlekje naar voren bewegen en als het bij de rand van de nagel was aangekomen erafgeveegd hebben. Maar dat zijn dus geen opties, het zit tegen het vel.

Met de punt van mijn tong tussen mijn tanden wroet ik met de passerpunt tegen het vlekje, maar het geeft niet mee. En dan zie ik bloed. Niet een beetje, nee, dikke druppel na dikke druppel stroomt uit mijn vinger. Ik moet wel tien minuten mijn vinger onder de kraan houden om het te stelpen. Het doet pijn en ik baal, geef ik gerust toe. Ik inspecteer mijn vinger en het vlekje zit er nog. Alsof er niets is gebeurd, wat een arrogantie.

Het is een vlekje van vuil, concludeer ik en ik houd mijn vinger gedurende tien minuten in de wastafel waar ik eerst een halve shampoofles in heb leeggegooid en vervolgens de hete kraan op heb gezet. Mijn vlekje sopt en sopt en na enkele minuten haal ik mijn vinger uit het sop. Het bloeden is in alle hevigheid hervat en ik stelp en spoel weer onder de koude kraan, zonder te spieken of het vlekje er nog zit. Pas als ik de kraan heb uitgezet inspecteer ik mijn vinger. Het vlekje zit er nog.

Ik loop naar de schuur en haal alles overhoop.
'Wat zoek je?' vraagt mijn dochter.
'Een bijl' antwoord ik.

dinsdag 19 juli 2011

Roeffuik

Haar hand leunde op het plankje bij de mast, hoewel het wel geen plankje zal heten. Het zal wel een stoere naam hebben, een naam die alleen zeilers wat zegt. Roeffuik ofzo. Haar hand leunde op de roeffuik. Ze heeft in haar leven drie keer gezeild, alle drie de keren in een klein bootje op een klein plasje. Nu zat ze voor het eerst op een boot waar meer dan vier mensen tegelijk in konden zitten, ze leunde op de roeffuik met een routine om jaloers op te worden, nog aangemeerd aan de steiger maar klaar om weg te varen op een waterplas waarvan je de overkant maar met moeite kon zien. De zeilen gereefd, de stoere schipper in een felgeel zeilpak. En haar hand op de roeffuik. Wij zijn oude mensen die op de kant naar haar zwaaien. Waarom we nu nog niet de hond en haar kinderachtige zusje in de auto zetten en opdonderen weet ze niet, maar het moet nu wel snel gebeuren.

‘joehoe’ roept mijn vrouw en terwijl iedereen in haar boot naar ons kijkt neemt ze een foto. Ik zal het voor haar opnemen en dadelijk in de auto tegen mijn vrouw zeggen dat dat een aktie was die echt niet kon. Dat ze twaalf jaar is, eigenlijk bijna dertien en dat dat soort dingen gevoelig liggen. Maar dan, een andere boot komt aanvaren en gaat met veel lawaai overstag, iedereen kijkt. Behalve zij, ze laat haar roeffuik los en zwaait naar ons. Heel even maar, niemand ziet het, behalve wij.

‘Kom jongens, we gaan’ zeg ik en we rijden naar huis. Een half uur is het stil en dan zeg ik ‘volgens mij krijgt ze een superleuke week’.

dinsdag 12 juli 2011

Zijn grootje eraan geven

'Kijk meneer, dit kleine relais' zegt de CV onderhoudsman, nadat ik hem binnen heb gelaten en koffie voor hem heb gezet. 'Hij doet het nog wel, maar ik zeg vervangen. Het is tientjeswerk, maar kan veel ellende voorkomen'
'Prima. vervang maar' draag ik hem op en ik wil weer naar boven om verkoopminnend Nederland van nieuwe diensten te voorzien. De wereld wacht niet. Althans, niet op mij.
'Kijk' gaat hij verder 'stof en vocht. Dat kan zo’n klein relais best hebben, maar niet al te lang. Als hij ermee ophoudt is dat meestal op een verkeerd moment. Als hij er zijn grootje aangeeft, krijg je van zijn langzalzeleven die ketel niet meer aan. En ik heb ze ook wel eens op kerstavond vervangen, die dingen. Komt altijd verkeerd uit.
Ik noteer de uitdrukking zijn grootje eraan geven in mijn geheugen en zeg: ‘Nou dan, vervangen dus he?’
‘Kijk’ gaat hij weer verder, al weet ik niet waar ik precies moet kijken. ‘U heeft een Nefit, heel goed merk CV ketel, daar zallen ze mij nooit never over horen, maar die relaistjes, die zijn op een gegeven moment op. En dat heb nog niet eens niks met die ketel te maken, die hangt gewoon en dat is een hele mooie ketel. Wij verkopen ze en mijn vorige baas, die verkocht ze ook. En die relaistjes, gewoon af en toe controleren en dan vervangen. Kan Nefit ook niks aan doen.
‘Nee, duidelijk. Vervangen die hap’. Ik begin een beetje applausmoe te worden.
‘Kijk’ zegt hij wederom. Als hij nou in de winter, huisje vol, tvtje aan, gezellige avond en die ketel die schijt er in enen uit, dan zegt u ook, Ron, want zo heet ik, Ron, had je dan niet dat relais van de zomer kennen vervangen. Want als die relaistjes het niet meer doen,’
‘dan schijt de hele ketel eruit’ vul ik aan.
De schroevendraaier van Ron stopt even met draaien en hij kijkt mij aan. ‘Zit u ook in de CV ketelarij?’ vraagt hij.
‘Nee’ zeg ik, ‘maar ik dacht het gewoon’
‘Nou, dat is dan goed gedacht’ zegt Ron terwijl hij doorgaat met het losmaken van mijn relais, of er juist een nieuwe aan het inschroeven is, wie zal het zeggen.
‘Ik vind altijd, als je een beetje twijfelt bij het relais, dan moet je vervangen. Want het is tientjeswerk, maar stel nou, u bent nog niet eens thuis en het vriest bijvoorbeeld tien graden of bijvoorbeeld twaalf graden en het relais doet het niet. Dan kan de ketel niet aanslaan en als u dan niet thuis ben, dan kennen gewoon de leidingen wel kapotvriezen, en dan lullen we niet meer over tientjeswerk. Dat kost wel effe wat duurder dan een relaistje, dat snap u ook wel.
‘Nee’ zeg ik. ‘dat snap ik niet, hoe zit dat dan met die relais-tjes? 

zondag 3 juli 2011

Actie is min reactie

Zet je elleboog op je bureau. Laat je kin op je hand leunen, de vingers op de wang. Pak met je andere hand je muis en ga tien minuten spelen, de rest van de dag zul je in een beter humeur doorbrengen.