Er zijn weinig dingen die je zo confronteren met het feit dat je jong bent geweest en het toch echt niet meer bent, dan een buurjongen die gitaar speelt. Hij speelt goed, heel goed. Af en toe stopt er een busje met jongens van zijn leeftijd, ze laden een aantal omvangrijke boxen uit die net zo zwart zijn als in mijn jeugd en nog net zo volgeplakt zijn met stickers en zetten die in de garage van zijn ouders. Een kwartier later gaat de drummer inslaan, dit duurt ongeveer een uur, dan volgt er een uur popmuziek met uiteraard 'i shot the sherrif' prominent in het repertoire en vervolgens gaan ze bier drinken met meisjes die al die tijd hun billen hebben laten trillen op die zwarte boxen.
Zijn moeder vindt dat haar zoon een leuke hobby heeft, alleen is ze het niet eens met al die hasj. Althans, niet in haar garage. Wat ze op die feestjes doen, dat wil ze niet weten. Ik wel. Ik zou het liefst meegaan naar die feestjes. Ik wil precies weten wat ze doen en meedoen. Maar ik ben te oud. De kans dat ik leadzanger mag worden in de band van de buurjongen lijkt me klein. Vreemd, hij zou best kantoorhulpje mogen zijn in mijn bedrijf, ik doe niet aan leeftijdsdiscrimitaie, hij wel.
Een donkere ruimte, de geur van bier en joints, ik loop door de menigte naar voren. Een groupie biedt zich aan, maar ik loop door, het podium wacht. 'And now, life on stage, for the first time in 'T Honk in Kortenhoef, Michiel Cobben and his band'. Het applaus en gegil is oorverdovend en komt nauwelijks boven de SMS waarschuwingstoon van mijn i-phone uit. Een klant. Waar zijn offerte blijft. Ik SMS hem terug: Sorry, druk geweest. De band weetjewel. Hij zal het wel begrijpen, hij is toch ook jong geweest.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten