J. verwoordt zijn gevoelens altijd even origineel. Fietsen wij in de winter door de modder dan geeft hij aan zich te voelen als een bok die ondergekotst is door een varken. Je begrijpt nu waarom een fietsclub zo inspirerend is.
Tijdens de Jan Janssen Classic, alweer enige nachten geleden, fietsten wij, na drie keer de Posbank beklommen te hebben, weer in Arnhem. Als je de track hierboven opnieuw bekijkt, dan zie je een streepje naar rechts lopen, de Monnikkensteeg in. Hier werden wij de weg afgeleid en een paar honderd meter een heuvel opgestuurd waar we bovenaan niets anders meemaakten dan dat we om moesten draaien. Vervolgens fietsten we de heuvel af om exact vanaf het punt waar we omhooggestuurd werden onze hobbelige weg te vervolgen. J. had het, net als ik overigens, zwaar gehad.
'Dat ballenstuk hadden ze toch over kunnen slaan, we staan nu weer bij diezelfde klote lantaarnpaal. Ik voel me in de zeik genomen als een aap die een koe moet neuken'.
Het viel me opeens op dat J. veel dieren in zijn zelfgebakken uitdrukkingen verwerkt. Hij werkt bij een zakelijke dienstverlener, maar is hij van huis uit misschien iets biologisch? Het leek me niet het juiste moment om ernaar te vragen, noch dat ik het moment geschikt achtte om te informeren waarom een aap die een koe moet neuken, vooropgesteld dat dat kan, zich afgezeken zou moeten voelen. Eerder dat die koe zich in de maling genomen zou voelen toch? J. mopperde door.
'Als ze nog zo'n zinloze lus in het parcours hebben gelegd, dan stuif ik als een krokodil de leeuwenkooi uit' vervolgde hij en om hem heen werd gelachen. Waarom wist niemand, maar dat is meestal als er gelachen wordt. Een minuut later fietste ik naast hem en het tempo liep op. J. en ik hadden het zwaar en J. met name omdat hij maar bleef mopperen op die zinloze heuveltocht in Arnhem.
'Diezelfde lantaarnpaal, begrijp jij het?' vroeg hij aan mij, nadat hij wat rustiger was geworden.
Ik liet even een stilte vallen. J. trok zijn twaalfde blikje Red Bull van de dag open en goot het naar binnen.
'Weet je' zei ik 'over 25 kilometer staan we gewoon weer bij de parkeerplek waar we vanmorgen begonnen zijn'.
'Wat een berenbraaksel' zei J. en hij kneep zijn lege blikje fijn. Tot de finish in Wageningen bleef hij stil.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten