donderdag 11 augustus 2011

Bonjour,

Bonjour, ik noem mezelf Toby. Ik denk niet dat u mij kent, ik weet eigenlijk vrij zeker dat u mij niet kent, er zijn niet zo heel veel mensen die mij kennen. Iemand die mij kent is de vrouw bij wie ik woon. Door mijn kale staart en de plekken achter mijn oren aait ze mij nooit, maar ze weet wie ik ben. De man met de dikke buik weet ook wie ik ben. Als het donker wordt en hij zijn glazen Banyuls op heeft en ik om mijn vriendjes roep hier in de vallei, dan schopt hij me. Liever word ik geaaid, maar ik ben niet een hond die geaaid wordt, ik word geschopt. De man en de vrouw hebben een kind, zij kent mij ook, maar als ze mij wil aaien, roept de vrouw 'Non!' en dan moet ik we weer krabben of langs het hek schuren. Verder kent niemand mij.

Er loopt een zwarte Barbet achter het hek. Ook zij kent me nu, want ik heb al een aantal keren tegen het hek geplast. Ze ruikt eraan en ze kwispelt. Het hek staat open, ik ruik aan haar en ze is er klaar voor. Ze kent me en ze wil me. De kinderen die achter het hek wonen trekken aan een lijn die ze om haar nek hebben gebonden. Ze is mooi, zachte zwarte krullen, natte neus en ze ruikt naar, ze ruikt naar, ze ruikt naar.... Ik weet het niet, ik ben Toby, bijna niemand kent mij, verwacht van mij geen poëzie. Maar ik ruik haar en ik wil haar en ze wil mij, ik grom naar de kinderen en ik blaf, nog even en iedereen in de vallei zal het over mij hebben. Toby? Dat is die blonde die het met die stadse Barbet uit Parijs of Amsterdam gedaan heeft. Die held, wie kent hem niet? Zie hem daar liggen in de zon. Denk niet dat hij te lelijk is, of niet snel genoeg, hij heeft vriendinnetjes in heel Europa en als hij de juiste geur ruikt, kan hij het en doet hij het.

Auw! De man schopt me en haalt mij weg. Hij schopt me, hoewel hij nog niets heeft gedronken. 'Excusez' zegt hij tegen de kinderen, maar waarom? Ben ik te lelijk voor een Barbet? Waarom mag hij wel en ik niet? Of dacht hij dat ik blind was? Als hij vanavond ligt te slapen, bijt ik hem in zijn pik, kijken of hij dan nog zo lacht zoals hij nu doet. Tot die tijd blijf ik in de buurt van het hek, ik wil haar en zij wil mij en ik wacht net zo lang tot ze weer naar buiten komt. Ik noem mezelf Toby en uiteindelijk zullen ze weten wie ik ben.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten