In de aanloop naar de Jan Janssen Classic, door mensen die hem al eens gereden hebben ook wel 'de hel van Wageningen' genoemd, train ik vandaag op cadans. Rondje Loosdrecht, hoog beentempo, hartslag in de anaerobe zone. Of zoiets.
'Je lichaam moet zich instellen op de fluctuerende belastingen van het fietsen' heeft de fysiotherapeut uit mijn wielrenclub me voorgehouden. Geen idee wat hij daarmee bedoelde, maar de professionele blik die hij erbij opzette en de klinisch klinkende woorden gaven me toch vertrouwen in zijn trainingsschema.
Ter hoogte van Scheendijk, na kasteel Nijenrode, maar nog voor Loenen aan de Vecht kruist mijn weg met twee meisjes, dames, jonge vrouwen, de woordkeuze doet er nu niet toe, maar denk jong, strak en lippenstift en dan weet je wat ik bedoel. Ze fietsen langzaam, gaan aan mijn wiel hangen en ik houd ze een paar kilometer uit de wind. Het zijn studenten, de gesprekken gaan over jongens. 'Waar gaat Piet zijn co-schappen lopen? Als het ook AZL is kan ik samen met hem treinen, dat lijkt me wel geil.' - 'Hoe heet die huisgenoot van Boudewijn, die ene met dat brilletje, zou die hem afzetten in bed?' - 'Het was wel gezellig gisteren, maar die vriend van Jan zat de hele tijd naar mijn tieten te kijken. Ik zei toch dat ik dat witte topje niet aan moest doen' -.
Net als meisje 1 aan meisje 2 wil uitleggen waarom het met haar vorige vriendje niet wilde boteren tussen de lakens moeten zij links richting Vreeland en ik rechtdoor terug naar Hilversum. Jammer. Ik had graag ook de rest van het geprek gehoord en met jullie gedeeld. Ik geniet nog na als J., een ander lid van het fietsclubje, me inhaalt.
'wat heb jij een laag tempo' merkt hij op 'zure benen, of een slechte dag?'
'Nee' leg ik uit 'mijn lichaam moet zich instellen. Fluctuerende belastingen enzo'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten